Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
H.O.D.N. [handelsnaam 1] EN H.O.D.N. [handelsnaam 2] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 9 september 2020;
- de producties 32, 33 en 34 van [gedaagde] ;
- het proces-verbaal van plaatsopneming en mondelinge behandeling op 7 januari 2021;
- de conclusie van repliek in conventie en antwoord in voorwaardelijke reconventie, met producties 18 tot en met 24;
- de conclusie van dupliek in conventie en repliek in voorwaardelijke reconventie plus vermeerdering van eis en voorwaardelijk verzoek ex artikel 118 Rv, met producties 35 tot en met 43;
- de conclusie van dupliek in voorwaardelijke reconventie.
2.De feiten
II Met betrekking tot bestaande kettingbedingen, kwalitatieve verplichtingen en erfdienstbaarheden (welke bij deze voorzover nodig alsnog worden gevestigd), bijzondere verplichtingen en in de plaatsstelling, wordt verwezen naar een akte houdende vaststelling kettingbedingen, kwalitatieve verplichtingen, vestiging erfdienstbaarheden en opsomming bestaande erfdienstbaarheden, bijzondere verplichtingen en in de plaatsstelling op tweeëntwintig april tweeduizend drie voor mr. [A] , notaris te [plaatsnaam 2] , verleden, ingeschreven ten Kantore van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers te Amsterdam op drieëntwintig april daarna in deel [.] nummer [..] , waarin het navolgende woordelijk is opgenomen:
Een strook grond van vijfenzeventig centimeter gemeten vanaf de asfaltweg dient vrij van obstakels en / of beplanting te blijven.
A. [eiseres] heeft een geschil met Mevrouw [gedaagde] over boetes en de incasso daarvan;B. [eiseres] is van oordeel deze boetes bevoegd van [gedaagde] te vorderen, maar [gedaagde] werpt tegen dat [handelsnaam 1] de bevoegde partij zou zijn;C. Om een risico op niet-ontvankelijkheid van [eiseres] te voorkomen draagt [handelsnaam 1] haar mogelijke aanspraak op de boetes zoals door [eiseres] gevorderd in de procedure met het zaaknummer C/16/503676/HL ZA 20-170, aan [eiseres] over;
3.Het geschil
in conventie
A. [eiseres] te verbieden, zowel direct als indirect, de asfaltweg (en het aansluitende verharde en deels verharde pad) zoals gearceerd weergegeven op de onder productie 42 aangehechte detailtekening, door voertuigen (waaronder medebegrepen vrachtauto’s en tractoren) te (laten) gebruiken;
B. [eiseres] te veroordelen althans te gebieden om binnen 2 maanden na het vonnis de asfaltweg en het aansluitend verharde en deels verharde pad zoals gearceerd weergegeven op onder productie 42 aangehechte detailtekening te hebben verwijderd en verwijderd te houden;
C. [eiseres] te veroordelen althans te gebieden om binnen 1 maand na verwijdering van de asfaltweg zoals hiervoor onder B bedoeld, een groenvoorziening, al dan niet voorzien van een houtwal, aan te brengen ter vervanging van de verwijderde asfaltweg, althans [eiseres] zodanig te veroordelen als de rechtbank juist acht.
Subsidiair:
A. [eiseres] te veroordelen althans te verbieden om na betekening van het vonnis de litigieuze strook van 75 cm behorende bij de kavel van [gedaagde] door middel van voertuigen (in het bijzonder vrachtauto’s) te (laten) berijden en zich daarop te (laten) begeven (al dan niet door ingeschakelde derden), althans [eiseres] zodanig te verbieden;
B. [eiseres] te veroordelen om binnen 2 maanden na betekening van het vonnis zodanige voorzieningen en/of maatregelen te treffen dat voertuigen (in het bijzonder vrachtauto’s) ter plaatse van het perceel van [gedaagde] uitsluitend gebruik maken van de asfaltweg ten behoeve van de aan- of afvoer van chalets, althans [eiseres] zodanig te veroordelen als de rechtbank juist acht;
B. te verklaren voor recht dat [gedaagde] gerechtigd is om de litigieuze strook van 75 cm volledig en algeheel te benutten – en aldus in gebruik te hebben – zulks op een wijze als een eigenaar op grond van de bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek toekomt, althans zodanig te verklaren voor recht als de rechtbank juist acht;
4.De beoordeling
daardoorredelijk zijn. Voor wat betreft Kettingbeding F.2.19 is ook relevant dat naast deze bepaling, onder voorwaarden, terreinontzegging kan worden gelegd voor overtreding van kettingbeding F.2.10. Cumulatie van sancties is in de regel als oneerlijk aan te merken, omdat deze de consument onevenredig zwaar benadeelt.
3.342,00(3 punten × tarief € 1.114,00)
5.De beslissing
- € 163,00 aan salaris advocaat;
- te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiseres] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis;
- te vermeerderen met de wettelijke rente indien [eiseres] deze kosten niet binnen veertien dagen na de betekening van het vonnis heeft voldaan, vanaf de vijftiende dag na betekening van het vonnis tot de dag van volledige betaling;