ECLI:NL:RBMNE:2021:4806
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op grond van de Participatiewet wegens schending inlichtingenplicht en onvoldoende administratie van criminele inkomsten
In deze zaak heeft eiser op 25 september 2020 bijstand aangevraagd op grond van de Participatiewet (Pw). De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, omdat eiser niet had aangetoond in bijstandbehoevende omstandigheden te verkeren. Eiser had in de periode voorafgaand aan de aanvraag inkomsten uit criminele activiteiten ontvangen, maar kon de hoogte van deze inkomsten per maand niet aantonen. Na bezwaar tegen de afwijzing, waarin eiser werd verzocht om een deugdelijke administratie van zijn inkomsten, bleef een adequate reactie uit. Het bestreden besluit van 23 februari 2021 verklaarde het bezwaar ongegrond, wat leidde tot beroep bij de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat eiser als aanvrager de feiten en omstandigheden aannemelijk moest maken die nopen tot inwilliging van de aanvraag. Eiser was verplicht om volledige openheid van zaken te geven over zijn financiële situatie. De rechtbank stelde vast dat eiser niet had voldaan aan zijn inlichtingenplicht, aangezien hij geen administratie van zijn criminele inkomsten had overgelegd. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat de benodigde gegevens ontbraken om het recht op bijstand vast te stellen. Eiser's argumenten over de onredelijkheid van de gevraagde administratie werden verworpen, en de rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit zorgvuldig was genomen en voldoende gemotiveerd.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Eiser werd erop gewezen dat hij bij een nieuwe aanvraag om bijstand de benodigde informatie moest aanleveren, en dat verweerder bereid was maatwerk te overwegen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 17 september 2021.