ECLI:NL:RBMNE:2021:4646
Rechtbank Midden-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens niet tijdig kenbaar maken van identiteit van de belanghebbende
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 17 september 2021 uitspraak gedaan op het verzet van een anonieme opposant tegen een eerdere uitspraak van 14 december 2020, waarin het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De opposant, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels MRE, had niet binnen de beroepstermijn de identiteit van de belanghebbende kenbaar gemaakt, wat volgens de rechtbank een niet te herstellen gebrek vormde. De zitting vond plaats via een Skypeverbinding op 10 september 2021, waarbij de opposant zelf niet aanwezig was, maar zijn gemachtigde wel. De rechtbank oordeelde dat de uitspraak van 14 december 2020 terecht was, omdat er geen twijfel bestond over de uitkomst van de zaak, en dat er geen zitting nodig was. De rechtbank verwees naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigde dat de identiteit van de belanghebbende voor afloop van de beroepstermijn kenbaar moet zijn. De rechtbank concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat de eerdere uitspraak in stand bleef.