4.3Het oordeel van de rechtbank
De bewijsmiddelen voor feit 1 en feit 2
Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] van 14 december 2018, inhoudende, voor zover van belang, het volgende.
V: Van welk strafbaar feit wil jij aangifte doen?
A: Verkrachting
V: Tegen wie wil jij aangifte doen?
A: [verdachte (voornaam)]
A: [verdachte] .
V: waar is het gebeurd?
A: Bij mij thuis aan de [adres 2] , in [plaatsnaam 1] . Dit geldt voor beide keren.
Zaak 1: Donderdag 25 oktober 2018
A: [verdachte (voornaam)] bood aan om mij naar huis te brengen.Thuis aangekomen begon hij meteen met zoenen. Ik zei tegen hem dat hij moest stoppen dat ik het niet wilde. Ik weet niet hoe, maar ineens lag ik op de grond. Op mijn rug. Hij lag boven op mij. Hij heeft mijn trui omhoog gekregen en kneep in mijn borsten. Er was ook een hand die in mijn broek ging en vervolgens in mijn vagina ging. Vrij ruw. Ik was helemaal niet opgewonden dus dat deed flink zeer. Ik bleef ook gedurende het op de grond liggen, tegen hem zeggen dat hij op moest houden en dat ik helemaal niet wilde. Ik had de volgende dag ook spierpijn in mijn bovenlijf van het wegduwen vermoedelijk. Ineens stopte hij. Mijn broek was nog aan een beetje naar beneden geduwd. Mijn trui nog gedeeltelijk omhoog.
A: (..) Hij heeft mij gepakt. Ik weet nog wel dat mijn handen vast zaten tussen mijn borst en zijn borst.
Maar hij zag dat blijkbaar anders en begon me te zoenen op mijn mond en te tongzoenen. Ik zei nog [verdachte (voornaam)] stoppen je gaat gewoon naar huis.(…)
A: Met een hand deed hij mijn trui omhoog, onder die trui zat een hemdje en een bh. Hij is toen met zijn hand onder het hemdje gegaan. Mijn bh was aan. De bovenkant van het hemdje was tot onder mijn borsten. Mijn bh was aan dus hij is van bovenaf gegaan. De linkerborst was daarna schraal. Er was in geknepen. Hij deed dit met zijn (…) linkerhand. Zijn rechterhand zat namelijk in mijn broek. Ik lag daar. Zat vast tussen zijn lijf. Hij lag op mij. Hij heeft mijn broek los gemaakt. (…) Die broek is minimaal naar beneden geweest en heeft toen zijn (…) vingers in mijn vagina gestopt. (…)
A: Het was niet zijn hele hand, ik denk twee vingers.De volgende dag had ik ook pijn in mijn schaambeen. Het voelde beurs en ik had ook spierpijn in mijn armen, schouders en bovenlijf. Ik weet ook nog dat ik mijn benen heel strak bij elkaar heb geprobeerd te houden.
Zaak 2: Zondag 25 november 2018
A: Nu stond hij (de rechtbank begrijpt: verdachte) dus voor mijn deur en wilde uitleggen dat het hem speet. Hij kwam binnen, we liepen door naar de kamer. (…) Ik kon meteen van wal met mijn verhaal. En vervolgens dook hij op me. Hij begon met te zoenen. Ik zei hou op. Sodemieter op. Ik hoorde hem ineens zeggen maak mijn broek los, maak mijn broek los. Hij zat weer onder mijn trui en had weer mijn bh naar beneden gedaan. Hij bleef zeggen dat ik zijn broek moest los maken en dat ik lekkere tieten had. Ik heb zijn broek niet los gemaakt. Ik was hem aan het wegduwen. Hij deed zelf zijn broek uit. Met een hand deed hij mijn broek en onderbroek naar beneden. (…) Ik wilde hem bij zijn schouders wegduwen.
Het lukte allemaal niet. Ik heb hem gekrabd, ergens bij zijn hoofd. Mijn broek was tot mijn enkels. (…) Maar hij heeft me wel gepenetreerd.
A: Er is een moment geweest dat hij zijn broek over zijn billen gedaan. Ik voelde ergens bloot en de penetratie. (…) Ik probeerde onder hem weg te komen en van hem weg te komen. (...) Hij heeft mijn benen uit elkaar gekregen en penetreerde mij. (…) Met zijn lichaam en benen duwde hij mijn benen uit elkaar. Volgens mij heeft hij met zijn hand zijn penis er in geduwd. Het voelde niet prettig. Ik was niet opgewonden. Ik dacht nog. Hij doet het echt. Hij zit nu echt in me.
A: Ik was alleen maar aan het zeggen en duidelijk maken dat hij moest stoppen. Ik zei gedurende een minuut of twee [verdachte (voornaam)] je moet stoppen, hou op ik wil het niet.
V: Hoe ging het wegduwen?
A: Bij zijn schouders. Ik kon er niet goed tussen omdat hij op mij lag.
V: Wat kon hij aan jou merken of zien?
A: Ik was in paniek en door de dingen die ik zei. Hij heeft ook ergens in het begin gezegd toen hij op mij dook, ik wil je neuken.
Proces-verbaal forensisch onderzoek ( [adres 2] [plaatsnaam 1] ), opgemaakt door
verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende, voor zover van belang, het volgende.
Op 26 oktober 2018 kwam ik voor een forensisch onderzoek aan op de locatie
[adres 2] , [postcode 2] [plaatsnaam 1] .
Betrokkene
Achternaam : [slachtoffer]
Voornamen : [slachtoffer (voornaam)]
Geboortedatum : [1973]
Overzicht veiliggestelde sporen en sporendragers
Goednummer:
PL0900-2018309007-2288330
SIN:
AALW9543NL
Object:
Kleding (ondergoed)
Merk/type:
Slipje
Goednummer:
PL0900-2018309007-2288332
SIN:
AALW9545NL
Object:
Kleding (ondergoed)
Merk/type
Bh
NFI Rapport Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding
van aangifte van een zedenmisdrijf gepleegd op 26 oktober 2018, opgemaakt door ing.
[B] , inhoudende, voor zover van belang, het volgende.
Tabel 1 Bemonsteringen van sporenmateriaal
SIN
Omschrijving bemonstering
AALW9543NL#01
een bemonstering met sperma van de buitenzijde van de onderbroek ter hoogte van de rechter beenopening
AALW9543NL#02
een bemonstering met sperma van de binnenzijde van het voorpand van de onderbroek
AALW9545NL#01
een bemonstering van de buitenzijde van de rechter cup van de BH
AALW9545NL#02
een bemonstering van de buitenzijde van de linker cup van de BH
AALW9545NL#03
een bemonstering van de binnenzijde van de rechter cup van de BH
AALW9545NL#04
een bemonstering van de binnenzijde van de linker cup van de BH
Tabel 2 DNA-profielen van personen betrokken bij het vergelijkend DNA-onderzoek
SIN
Naam
Geboortedatum
RASD2736NL
[slachtoffer]
[1973]
WAAI5362NL
[verdachte]
[1986]
Tabel 3 Resultaten, interpretatie en conclusie van het (vergelijkend) DNA-onderzoek
SIN
DNA kan afkomstig zijn van
Bewijskracht
Onderbroek AALW9543NL
AALW9543NL#01 en
AALW9543NL#02
sperma (zie toelichting 1)
- verdachte [verdachte]
overige cellen
- slachtoffer [slachtoffer]
- meer dan 1 miljard
BH AALW9545NL
AALW9545NL#01 en
AALW9545NL#02
AALW9545NL#03 en
AALW9545NL#04
-slachtoffer [slachtoffer]
- verdachte [verdachte]
relatief grote hoeveelheid DNA:
- verdachte [verdachte]
relatief geringe hoeveelheid:
- slachtoffer [slachtoffer]
-meer dan 1 miljard
- meer dan 1 miljard
Toelichting:
1. Ondanks dat in bemonstering AALW9543NL#01 microscopisch geen spermacellen zijn waargenomen, wordt op basis van de resultaten van het onderzoek naar biologische sporen en het vergelijkend DNA-onderzoek geconcludeerd dat deze bemonstering sperma bevat.
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
AALW9543NL#01 en #02 (buiten- en binnenzijde onderbroek)
Dit betreffen DNA-profielen van het sperma in de bemonsteringen waarvan is aangenomen dat alle DNA-kenmerken van één man afkomstig zijn. Voor deze DNA-profielen is vastgesteld dat wanneer het DNA-profiel van een persoon hiermee overeenkomt de bewijskracht meer dan één miljard is:
De DNA-profielen van het sperma in bemonsteringen AALW9543NL#01 en #02 zijn elk
meer dan 1 miljardkeer waarschijnlijker wanneer het sperma afkomstig is van verdachte
[verdachte] , dan wanneer het sperma afkomstig is van een willekeurige niet aan [verdachte] verwante persoon.
AALW9545NL#01 en #02 (buitenzijde van de rechter en linker CUP van de BH)Voor deze berekeningen is aangenomen dat de bemonsteringen elk DNA bevatten van twee niet-verwante personen. Ook is aangenomen dat een deel van het DNA afkomstig is van slachtoffer [slachtoffer] .
DNA-mengprofielen AALW9545NL#01 en #02 zijn elk
meer dan 1 miljardkeer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer] en verdachte [verdachte] , dan wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer] en één
willekeurige onbekende persoon.
AALW9545NL#03 en #04 (binnenzijde van de rechter en linker cup van de BH)Dit betreffen afgeleide DNA-profielen waarvan is aangenomen dat alle DNA-kenmerken van één persoon afkomstig zijn. Voor deze DNA-profielen is vastgesteld dat wanneer het DNA-profiel van een persoon hiermee overeenkomt de bewijskracht meer dan één miljard is.
De afgeleide DNA-hoofdprofielen AALW9545NL#03 en #04 zijn elk
meer dan 1 miljardkeer waarschijnlijker wanneer de relatief grote hoeveelheid DNA afkomstig is van verdachte [verdachte] , dan wanneer de relatief grote hoeveelheid DNA afkomstig is van een willekeurige niet aan [verdachte] verwante persoon.
Proces-verbaal sporenonderzoek opgesteld door verbalisant [verbalisant 2] , inhoudende, voor zover van belang, het volgende.
Op 25 november 2018 werd door mij als forensisch onderzoeker op verzoek van de politie,
Eenheid Midden-Nederland een forensisch onderzoek naar sporen verricht in verband met
een verkrachting, gepleegd op zondag 25 november 2018.
Het onderzoek is verricht in het [naam ziekenhuis] , [adres 3] , [postcode 3]
[plaatsnaam 2] , bij aangeefster [slachtoffer] , geboren [1973] te [geboorteplaats 2] . Bij dit forensisch
medisch onderzoek werd gebruik gemaakt van de onderzoeksset zedendelicten en de daarbij
behorende Richtlijnen en onderzoeksrapportage voorzien van het SIN ZAAC9136NL.
Veiliggestelde sporen/sporendragers
Spoornummer:
PL0900-2018338994-137784
SIN:
ZAAC9136NL
Spooromschrijving:
Sperma
Wijze veiligstellen:
Bemonsterset
Datum/tijd veiligstellen:
25 november 2018 om 06.12 uur
Plaats veiligstellen:
[..] [slachtoffer] [....]
NFI Rapport Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een aangifte van een zedenmisdrijf gepleegd in [plaatsnaam 1] op 25 november 2018, opgemaakt door ing. [B] , inhoudende, voor zover van belang, het volgende.
Onderzoeksset zedendelicten ZAAC9136NL van slachtoffer [slachtoffer]
In de onderzoeksset zijn negen bemonsteringen aanwezig. De bemonsteringen van schaamlippen, vagina en borsten zijn onderzocht op de aanwezigheid van biologische sporen. De resultaten van dit onderzoek staan vermeld in Tabel 1.
Tabel 1 Overzicht resultaten onderzoek naar biologische sporen
Omschrijving van de bemonstering
Veiliggesteld voor DNA-onderzoek als:
binnenste schaamlippen
ZAAC9136NL#01
buitenste schaamlippen
ZAAC9136NL#02
diep vaginaal
ZAAC9136NL#03
borst links
ZAAC9136NL#04
borst rechts
ZAAC9136NL#05
NFI rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een aangifte van een zedenmisdrijf
gepleegd in [plaatsnaam 1] op 25 november 2018, opgemaakt door ing. [B] ,
inhoudende, voor zover van belang, het volgende.
Tabel 2 Resultaten, interpretaties en conclusie vergelijkend DNA-onderzoek
SIN (omschrijving)
DNA kan afkomstig zijn van
Bewijskracht
Onderzoeksset zedendelicten
ZAAC9136NL#01 (binnenste schaamlippen), #02 (buitenste schaamlippen) en #03 (diep vaginaal)
sperma (zie toelichting 3):
verdachte [verdachte]
overige cellen:
slachtoffer [slachtoffer]
meer dan 1 miljard
ZAAC9136NL#05
(borst rechts)
verdachte [verdachte]
meer dan 1 miljard
Toelichting:
3. Ondanks dat er microscopisch geen spermacellen zijn waargenomen wordt op basis van het onderzoek naar biologische sporen en het vergelijkend DNA-onderzoek geconcludeerd dat deze bemonstering sperma bevat. Het sperma in deze bemonstering kan afkomstig zijn van verdachte [verdachte] .
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
ZAAC9136NL#01 (binnenste schaamlippen). #02 (buitenste schaamlippen), # 03 (diep vaginaal)
Dit betreffen (afgeleide) DNA-profielen van het sperma in deze bemonsteringen waarvan is aangenomen dat alle DNA-kenmerken van één man afkomstig zijn. Voor deze DNA-profielen is vastgesteld dat wanneer het DNA-profiel van een persoon hiermee overeenkomt de bewijskracht meer dan één miljard is:
De (afgeleide) DNA-profielen van het sperma in bemonsteringen ZAAC9136NL#01, #02 en #03 zijn elk meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het sperma afkomstig is van verdachte [verdachte] , dan wanneer het sperma afkomstig is van een willekeurige niet aan [verdachte] verwante persoon.
ZAAC9136NL#05 (borst rechts)
Dit betreft een DNA-profiel waarvan is aangenomen dat alle DNA-kenmerken van één man afkomstig zijn. Voor deze DNA-profielen is vastgesteld dat wanneer het DNA-profiel van een persoon hiermee overeenkomt de bewijskracht meer dan één miljard is:
DNA-profiel ZAAC9136NL#05 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van verdachte [verdachte] , dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige niet aan [verdachte] verwante persoon.
Bewijsoverweging
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
De rechtbank stelt voorop dat het bewijs dat een verdachte een tenlastegelegd feit heeft begaan volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) door de rechtbank niet uitsluitend kan worden aangenomen op basis van de verklaring van één getuige of alleen op basis van de verklaring of aangifte van het slachtoffer.
In zedenzaken, zoals deze, doet zich vaak de situatie voor dat alleen het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader aanwezig zijn geweest bij de bewuste handelingen. Uit vaste rechtspraak kan echter worden afgeleid dat in zedenzaken niet is vereist dat de verkrachting als zodanig (waaronder het seksueel binnendringen) bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangeefster op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring (aangeefster) heeft afgelegd. Tussen de verklaring en het overige gebezigde bewijsmateriaal mag geen sprake zijn van een te ver verwijderd verband.
Betrouwbaarheid verklaringen aangeefster
Aangeefster [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) heeft meerdere verklaringen afgelegd over wat zich op 25 oktober 2018 en 25 november 2018 heeft voorgedaan. De rechtbank is van oordeel dat deze verklaringen uitgebreid, gedetailleerd en consistent zijn. Met name voor wat betreft de gedragingen van verdachte, waarbij opvalt dat [slachtoffer] niet vervalt in overdrijvingen.
Bijvoorbeeld daar waar zij heeft verklaard: “hij heeft mij wel gedwongen maar niet met pijn”
.Daarnaast heeft [slachtoffer] beide keren direct de politie gebeld en gemeld dat zij was verkracht. Haar verklaring tegenover de verbalisanten ter plaatse stemt grotendeels overeen met wat zij later tegenover de politie en de rechter-commissaris heeft verklaard over wat er is gebeurd. Bovendien sluiten haar verklaringen op essentiële onderdelen naadloos aan bij de bevindingen uit het DNA-onderzoek. De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer] dan ook in zijn geheel betrouwbaar.
Steunbewijs
De rechtbank is, anders dan de raadsvrouw, van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer] , dat verdachte haar op 25 oktober 2018 en 25 november 2018 heeft verkracht op de wijze zoals door haar is beschreven, meer dan voldoende steun vindt in de NFI-rapporten. Uit die rapporten blijkt dat zowel na de verkrachting op 25 oktober 2018 als na de verkrachting op 25 november 2018 DNA-sporen zijn aangetroffen op het ondergoed van [slachtoffer] en in haar vagina, waarvan de (meng)profielen overeenkomen met het DNA-profiel van verdachte. Gelet op de bewijswaarde van de resultaten van de DNA-onderzoeken gaat de rechtbank ervan uit dat voornoemd aangetroffen DNA-sporen afkomstig zijn van verdachte.
Verdachte heeft geen aannemelijke verklaring gegeven voor de aanwezigheid van deze dadersporen. Geconfronteerd met de resultaten van het DNA-onderzoek bleef verdachte op de zitting bij zijn standpunt dat op 25 oktober 2018 zich niets meer had afgespeeld tussen hem en [slachtoffer] dan een vriendschappelijke afscheidskus van de zijde van [slachtoffer] . Ook ten aanzien van de gebeurtenissen op 25 november 2018 bleef verdachte bij zijn stelling dat hij [slachtoffer] niet (en ook niet op een andere dag) heeft gepenetreerd. De rechtbank acht deze verklaringen, gezien de resultaten van het DNA-onderzoek, volstrekt ongeloofwaardig.
Dwang
De rechtbank gelooft de gang van zaken als beschreven door [slachtoffer] , waaruit blijkt dat de seksuele handelingen die [slachtoffer] heeft ondergaan onder dwang hebben plaatsgevonden. Uit haar verklaring volgt dat zij beide keren direct en bij herhaling heeft gezegd dat verdachte moest stoppen. Verdachte bleef echter doorgaan en voorkwam dat [slachtoffer] aan zijn handelingen kon ontsnappen door bovenop haar te gaan liggen.
De rechtbank acht gelet op het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 25 oktober 2018 en op 25 november 2018 schuldig heeft gemaakt aan verkrachting van [slachtoffer] . Daarbij merkt de rechtbank het betasten van de borsten en het (tong)zoenen aan als handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, nu zij direct voorafgaand aan het binnendringen plaatsvonden en een duidelijk seksueel karakter hebben (HR 15 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ6709)