In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 augustus 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de ongegrondverklaring van zijn bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat eiser zijn voertuig met kenteken [kenteken] had geparkeerd op een parkeerplaats aan de Rijnstraat in de gemeente Woerden op 13 juli 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar onbevoegd is genomen, omdat deze is gedaan namens de heffingsambtenaar van de gemeente Woerden door een medewerker van ParkeerService U.A., zonder dat deze medewerker als heffingsambtenaar was aangewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het mandaatbesluit, dat de medewerker bevoegdheid verleende, niet op de juiste wijze bekend is gemaakt en daarom niet in werking is getreden. Hierdoor was de uitspraak op bezwaar niet rechtsgeldig. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de bestreden uitspraak op bezwaar vernietigd. Verweerder is opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, rekening houdend met de uitspraak van de rechtbank. Tevens moet verweerder het griffierecht aan eiser vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.