In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen die was opgelegd voor het parkeren van zijn voertuig op 19 februari 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar onbevoegd is genomen, omdat deze niet was ondertekend door de heffingsambtenaar, maar door een medewerker van ParkeerService U.A. die geen mandaat had om dit te doen. De rechtbank oordeelt dat het mandaatbesluit niet op de juiste wijze bekend is gemaakt, waardoor de uitspraak op bezwaar niet in werking is getreden. Hierdoor is het beroep van eiser gegrond verklaard en is de uitspraak op bezwaar vernietigd. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, waarbij rekening moet worden gehouden met deze uitspraak. Tevens is bepaald dat verweerder het griffierecht aan eiser moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.