In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen die was opgelegd in verband met het parkeren van zijn voertuig op 20 april 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar onbevoegd is genomen, omdat deze niet door de heffingsambtenaar zelf was ondertekend, maar door een onbekende medewerker van ParkeerService U.A. De rechtbank oordeelt dat het mandaatbesluit, dat de medewerker bevoegdheid verleende om op bezwaarschriften te beslissen, niet op de juiste wijze bekend is gemaakt en daarom niet in werking is getreden. Hierdoor is de uitspraak op bezwaar vernietigd en is het beroep gegrond verklaard. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, rekening houdend met de uitspraak van de rechtbank. Tevens is bepaald dat verweerder het griffierecht aan eiser moet vergoeden.