In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat eiseres haar voertuig met kenteken [kenteken] had geparkeerd op een parkeerplaats aan de LARENSEWEG in de gemeente Hilversum op 11 mei 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar is gedaan namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum door een medewerker van ParkeerService U.A., maar dat deze medewerker niet bevoegd was om de uitspraak te doen. Dit kwam doordat het mandaatbesluit, dat de directeur van ParkeerService U.A. had verleend, niet op de juiste wijze was bekendgemaakt, waardoor de uitspraak op bezwaar onbevoegd was genomen. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak op bezwaar vernietigd. Verweerder is opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak van de rechtbank. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 748,- aan eiseres en het griffierecht.