In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 juli 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen die was opgelegd voor het parkeren van zijn voertuig op 13 juni 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar onbevoegd is genomen, omdat deze niet is ondertekend door de heffingsambtenaar, maar door een onbekende medewerker van ParkeerService U.A. De rechtbank oordeelt dat het mandaatbesluit, dat de medewerker de bevoegdheid gaf om namens de heffingsambtenaar te beslissen, niet op de juiste wijze bekend is gemaakt en daardoor niet in werking is getreden. Dit leidt tot de conclusie dat de uitspraak op bezwaar vernietigd moet worden. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, waarbij rekening gehouden moet worden met deze uitspraak. Tevens moet verweerder het griffierecht aan eiser vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.