4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 1
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat verdachte in de ten laste gelegde periode meermalen contact heeft gezocht met aangeefster, maar ook dat aangeefster in die periode meerdere malen contact met verdachte heeft gezocht. Aangeefster heeft verdachte ook tweemaal bezocht in de [instelling 1] , waaronder een bezoek zonder toezicht op de dag van de uitspraak in de strafzaak betreffende een verdenking van mensenhandel, waarin zijzelf slachtoffer was. In elk geval deze contacten zijn niet ongewenst geweest. Pas eind september 2017 blijkt van contacten die naar de inhoud als ongewenst aangemerkt kunnen worden (zie feit 2). Deze contacten zijn echter niet dusdanig dat op dat moment al van stelselmatigheid gesproken kan worden. Vervolgens geeft aangeefster op 10 oktober 2017, de datum van aangifte voor feit 1 en 2, te kennen dat zij wil dat het contact vanuit verdachte stopt. De rechtbank kan niet vaststellen of de contacten vanuit verdachte richting aangeefster in de onder 1 ten laste gelegde periode belagend van aard zijn geweest of dat de contacten van verdachte een reactie zijn geweest op de contacten vanuit aangeefster en daarmee mogelijk geen ongewenste contacten zijn geweest. De rechtbank is van oordeel dat de wederrechtelijkheid van het contact van verdachte met aangeefster daarom niet wettig en overtuigend kan worden vastgesteld. Verder is de rechtbank van oordeel dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat de contacten vanuit verdachte in de richting van de oma van [slachtoffer 1] en de huisbaas van [slachtoffer 1] , [A] , wederrechtelijk zijn geweest en wat betreft hun aard, frequentie en intensiteit als een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] kunnen worden gezien.
Feit 2 tot en met 4:
Op 3 oktober 2017 heeft [slachtoffer 1] , wonende te ’ [woonplaats] , aangifte gedaan van bedreiging door verdachte. [slachtoffer 1] verklaart als volgt:
“Vanuit de gevangenis in [instelling 1] ziet [verdachte] kans om mij en mijn dochter te bedreigen. De bedreigingen uit hij middels de telefoon. Op 27 september 2017 werd mijn huisbaas gebeld door kennelijk [verdachte] met nummer [telefoonnummer 1] .Ik heb de telefoon van mijn huisbaas gepakt en ik hoorde [verdachte] zeggen: “je weet het he, je gaat dood je gaat dood, er gaan mensen naar je toe komen”, of woorden van gelijke strekking. Ik ben bang dat [verdachte] inderdaad mensen naar mijn adres zal toesturen om mij daadwerkelijk dood te maken.”
Uit de aangifte van 10 oktober 2017 van [slachtoffer 1]volgt dat [slachtoffer 1] op 26 september 2017 en op 10 oktober 2017 geluidsbestanden naar de politie heeft gestuurd. [slachtoffer 1] verklaart hierover:
“In het bestand van 26 september 2017 uit [verdachte] tegen mijn nichtje bedreigingen over mijn dochter. In de twee geluidsbestanden die ik zojuist heb gestuurd (
de rechtbank begrijpt: 10 oktober 2017) is te horen dat hij mijn dochter bedreigd. Hij zegt dan tegen mij dat hij drugs in de mond van mijn dochter gaat stoppen. Ik weet zeker dat degene die mijn dochter bedreigd [verdachte] is omdat ik zijn stem voor 100% herken als de stem van [verdachte] . Ik ben bang dat hij zijn bedreigingen uitvoert.”
De politie heeft onderzoek gedaan naar de door [slachtoffer 1] aangeleverde geluidsbestanden. Uit het proces-verbaal van bevindingen van 18 oktober 2017 volgt:
Ik heb de geluidsbestanden, betreffende telefoongesprekken met verdachte [verdachte] , woordelijk uitgewerkt.
“Geluidsbestand 1 (26 september 2017):
M = man
V = vrouw
M: Geef me die junkie dan, die aan het snuiven is.
V: Ze is bezig.
(vrouwenstem op de achtergrond zegt ohohoh)
M: Twee sletjes bij elkaar.
M: Weet je wat, weet je wat je tegen haar moet zeggen?
V: mmmm
M: Dat ze snel eh dat ze snel helemaal de kanker in wordt geneukt, dat gaat er gebeuren, zeg dat maar.
Geluidsbestand 2 (10 oktober 2017):
M: Kankerjunk. Wat gaat er gebeuren allemaal. Snap je dat of snap je dat nou niet.
V: Nee ik snap het niet.
M: Of ik nou vrij ben of niet, ik kan het ook via iemand anders laten doen. Heel simpel.
V: Snap ik.
M: Een hele dikke zwarte lul in haar reet.
M: Een dikke zwarte lul in haar reet en zegt ze mamma help mij.
Geluidsbestand 3 (10 oktober 2017):
M: Je kanker hoerendochter.
V: Mijn kanker hoerendochter?
M: Ja je kanker hoerendochter, die LSD in haar kankerbek krijgt.”
Op 31 mei 2018 heeft [slachtoffer 1] , wonende te ’ [plaats] , opnieuw aangifte gedaan van belaging en bedreiging tegen [verdachte] . [slachtoffer 1] verklaart als volgt:
[verdachte] heeft tegen mij gezegd dat hij mij gaat vermoorden. [verdachte] belt mij regelmatig op. Hij bedreigt mij in de telefoongesprekken. Hij belt met nummer [telefoonnummer 2] . Hij belt veel en vaker op een dag.In alle oproepen heb ik [verdachte] gezegd dat hij mij met rust moet laten. De rechterlijke uitspraak op 1 augustus 2017 was dat [verdachte] een contactverbod had gekregen. Ik weet dat [verdachte] daar maling aan heeft. Hij zal gewoon doen wat hij wil. Ik ervaar dit dagelijks. Ik ben dan ook bang dat als hij vrijkomt, hij de gelegenheid neemt om mijn dochter bij mijn ouders op te zoeken, zeker om mij te kwetsen en/of pijn te doen, door zijn bedreigingen uit te voeren. Ik acht hem daartoe wel in staat. [verdachte] heeft in de telefoongesprekken tegen mij onder andere gezegd dat mijn dochter “zonder condoom gaat pijpen”. Ik vind dit zeer beledigend en het doet mij pijn. Ik wil niet dat hij mijn kind mag betrekken in zijn bedreigingen. [verdachte] heeft gezegd dat hij de keel van mijn dochter gaat doorsnijden als hij vrijkomt. Ik wil absoluut niet dat hij bij mijn dochter in de buurt komt. Ik wil dat hij ophoudt mij en mijn familie lastig te vallen.Globaal kan ik vertellen dat ik al op één dag zeker 148 keer werd gebeld door [verdachte] .
In het verhoor op 26 juli 2018 verklaart [slachtoffer 1] het volgende:
[verdachte] heeft mij meerdere malen door de telefoon bedreigd. Hij belde mij steeds vanuit de gevangenis. Hij zei: Ik ga je keel doorsnijden van jouw of je blondje. Met blondje bedoelt hij mijn dochter van 9 jaar. Dat hij mijn dochter gaat ontvoeren en dat hij seksuele handelingen met mijn dochter zal verrichten, je weet het ik ben je niet vergeten. Hiermee bedoelt hij dat hij mij dood zal maken.Ik weet waar die voor in staat is. Hij heeft mij in het verleden mishandeld, ontvoerd, opgesloten. Daarom ben ik zo bang van [verdachte] . Hij zei dat hij mijn dochter pijn zal doen en dat hij de keel van mijn dochter zou snijden. Dit is wel een enorme bedreiging. Ik vrees voor het leven van mijzelf en die van mijn kind. Hij moet hiermee kappen.
Op 17 september 2018 verklaart [slachtoffer 1] als volgt:
“Hij heeft gezegd dat [slachtoffer 2] moet gaan pijpen en dat het dan gefilmd gaat worden. Hij heeft gezegd hij mij gaat begraven en dat ik tussen de wormen ga leven.”
De politie heeft op 17 september 2018 onderzoek gedaan naar de door [slachtoffer 1] aangeleverde geluidsopnamen. De gesproken teksten zijn door de verbalisant woordelijk overgenomen. Hieronder volgt de uitwerking van de gesprekken:
“Datum: 20-3-2018 16:22:
Man: Je bent toch altijd link praat dan met je kankerbek. Og, og, jij gaat echt dood.
Datum: 20-3-2018 16:32:
Man: Kankernerd, je zal echt kort leven op, op alles wat me lief is. Als je dat maar weet.
Datum: 20-3-2018 16:34:
Man: Je praat toch altijd zo link neem dan op met je kankerbek, linkert, alleen maar link doen dat is wat je ken je hele leven lang. Link doen, link doen en zielig aangiftes doen dat is hoe jijbent. Maar daar krijg je nog allemaal spijt van.
Datum: 20-3-2018 16:35:
Man: Het wordt sowieso jij of die kanker blondje van je. Één van die twee. Als je dat maar weet kankerwijf.
Datum: 24-3-2018 16:43:
Man: Og, og, nog heel ff en dan ga jij tussen de wormen leven. Uhum. Dus onthoud dat maar heel goed.
Datum: 31-3-2018 16:02:
Man: ik weet toch ook als ik vrij kom dat er maar één ding gaat gebeuren.
Vrouw: ja tuurlijk
Man: dat weet ik al, ja tuurlijk ze wordt kanker hard verkracht en dat weet je.
Vrouw: ja je moet één keer aan mijn dochter komen, één keer
Man: nee [slachtoffer 2] kanker hard ja.
Vrouw: ja je gaat zien
Man: ja hoe dan ook, zonder condoom he, maar wel zonder condoom.
Datum: 31-3-2018 16:11:
Vrouw: mijn leven
Man: Og, og, og ja groetjes aan [slachtoffer 2] he liefie. Og ze gaat pijpen jongen hee.
De teksten waar ‘man’ en ‘vrouw’ voor staat zijn voor dezelfde personen. Tijdens het gesprek op 10 juli 2017 13.07 uur noemen zij elkaar [verdachte] en [slachtoffer 1] . Ik herken de stem van [slachtoffer 1] als zijnde de stem van [slachtoffer 1] , omdat ik haar gesproken heb. Tijdens meerdere gesprekken is gesproken over [slachtoffer 2] . Uit onderzoek in de politiesystemen blijkt dat [slachtoffer 2] de dochter van [slachtoffer 1] is.”
Over de mannelijke stem is het volgende geverbaliseerd:
Wij hebben [verdachte] gehoord op 29 mei 2019. Wij beluisterden de geluidsopnamen, welke zijn aangeleverd door [slachtoffer 1] . De stem van de man, beschreven in het proces-verbaal van 17 september 2018, toont zeer sterke gelijkenissen met de stem van [verdachte] .
[verdachte] heeft van 31 augustus 2017 tot 16 oktober 2017 vastgezeten in de [instelling 1] [plaats] en van 17 oktober 2017 tot en met 28 november 2017 in de [instelling 1] te [plaats] .
[verdachte] zat in de periode van 29 november 2017 tot en met 1 mei 2018 gedetineerd in de [instelling 1] [plaats] . Vanaf 2 mei 2018 tot en met 11 november 2018 heeft [verdachte] gedetineerd gezeten in de [instelling 1] [plaats] .
De politie heeft onderzoek gedaan naar de belmomenten tussen de B-nummers: [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 4] en het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Dit is het algemene telefoonnummer van de [instelling 1] . De “ 4 ” voor het B-nummer betreft een afspraak in de internationale nummerweergave, inclusief de landcode en bestaat uit 9 cijfers.Het justitiabelennummer van [verdachte] is [justitiabelenummer] . Zijn Telio accountnummer [telio] is zijn belaccount in de [instelling 1] . Zijn Telio accountnummer [telio] is zijn belaccount in de [instelling 1] . De telefoonnummers [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 4] zijn in gebruik bij aangeefster [slachtoffer 1] .
In de periode van 11 mei 2018 tot en met 8 juli 2018 werd er vanuit de [instelling 1] 15 keer gebeld naar telefoonnummer * [telefoonnummer 4] door justitiabele [justitiabelenummer] gekoppeld aan het Telioaccount [telio] (onv [verdachte] ). Op 8 juli 2018 is er tussen 15:59:16 uur en 16:59:12 uur acht keer gebeld.
In de periode van 20 maart 2018 tot en met 14 april 2018 werd er vanuit de [instelling 1] 133 keer gebeld naar het telefoonnummer * [telefoonnummer 4] door justitiabele [justitiabelenummer] gekoppeld aan het Telio Accountnummer [telio] (onv. [verdachte] ). Op 23 maart 2018 heeft de justitiabele met het nummer [justitiabelenummer] ( [verdachte] ) 43 keer gebeld naar het telefoonnummer * [telefoonnummer 4] van [slachtoffer 1] . Het aantal keren bellen op een dag varieerde over het algemeen tussen de vijf en tien keer.
In de periode van 5 mei 2018 tot en met 27 mei 2018 werd er vanuit de [instelling 1] 54 keer gebeld naar nummer * [telefoonnummer 3] door justitiabele [justitiabelenummer] gekoppeld aan het Telioaccount [telio] (onv [verdachte] ). Uit de gegevenslijst van Telio blijkt dat er op meerdere dagen diverse keren op een dag gebeld is naar het telefoonnummer * [telefoonnummer 3] . Op 11 mei 2018 is er tussen 12:49:02 uur en 16:46:47 uur 20 keer gebeld door justitiabele [justitiabelenummer] naar het telefoonnummer * [telefoonnummer 3] van [slachtoffer 1] .
Uit de gegevenslijst van Telio blijkt dat vanuit de [instelling 1] door justitiabele [justitiabelenummer] meerdere malen diverse keren op een dag gebeld is naar telefoonnummer * [telefoonnummer 3] . Niet alle dagen zijn hieronder weergegeven:
20 maart 2018: 37 keer gebeld
29 maart 2018: 16 keer gebeld
2 april 2018: 30 keer gebeld
3 april 2018: 36 keer gebeld
13 april 2018: 31 keer gebeld.
Verder blijkt uit onderzoek naar de analyse van historische verkeersgegevens van telefoonnummers [telefoonnummer 3]en [telefoonnummer 4] ( [slachtoffer 1] )dat van 29 maart 2018 tot en met 14 april 2018 dagelijks meerdere malen contact was vanuit [telefoonnummer 2] in de richting van [slachtoffer 1] , waaronder sms-jes, voicemails en korte gesprekken. Op 29 april 2018 was er weer contact tussen [telefoonnummer 2] en het telefoonnummer van [slachtoffer 1] . Vanaf 2 mei 2018 zijn er dagelijks contacten van [telefoonnummer 2] in de richting van [slachtoffer 1] tot en met 5 mei 2018. Aansluitend op 11 mei 2018 waren er vrijwel iedere dag tot en met 9 juni 2018 meerdere contacten vanuit de richting van [telefoonnummer 2] in de richting van [slachtoffer 1] .
In het verhoor van verdachte op 18 oktober 2017 wordt verdachte voorgehouden dat als hij vanuit de [instelling 1] belt, hij met een 070 nummer belt, waarop verdachte verklaart:
“A: [telefoonnummer 1] iets met drie keer 6?”
Verbalisant bevestigt dat dit klopt.
Ter zitting heeft verdachte het volgende verklaard:
“Ik heb in de ten laste gelegde perioden contact gehad met [slachtoffer 1] . Ik heb [slachtoffer 1] gebeld vanuit de [instelling 1] . Het kan kloppen dat ik meerdere keren per dag heb gebeld. Ik heb bedreigingen richting [slachtoffer 1] geuit. Ik kan me voorstellen dat [slachtoffer 1] dit niet fijn vond en dat zij hier angstig van werd. Ik heb dit soort dingen gezegd, omdat ik wilde dat zij iets zou voelen en ik haar wilde terugpakken voor mijn veroordeling van 1 augustus 2017. Door haar ben ik veroordeeld.”
Feit 5:
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 11 augustus 2021;
- een geschrift, te weten een gedragsaanwijzing conform artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering van 19 december 2017, inhoudende een contactverbod met [slachtoffer 1] voor de duur van 90 dagen, opgemaakt door het Openbaar Ministerie, Dossier II, doorgenummerde pagina 68;
- een geschrift, te weten een akte van uitreiking van de gedragsaanwijzing, van 3 januari 2018, op ambtseed opgemaakt en ondertekend, Dossier II, doorgenummerde pagina 69.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van de feiten 2 tot en met 4
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bedreiging
Ten aanzien van de feiten 2 en 4 overweegt de rechtbank dat uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte de bedoeling heeft gehad om [slachtoffer 1] vrees aan te jagen, mede gelet op de context waarin deze bedreigingen door verdachte zijn geuit. Verdachte is van mening dat hij bij het vonnis van 1 augustus 2017 veroordeeld is door toedoen van [slachtoffer 1] . Verdachte is destijds door deze rechtbank veroordeeld voor onder meer een poging tot mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer 1] . De bedreigingen hebben plaatsgevonden kort na deze veroordeling van verdachte. Gelet hierop is sprake van redelijke vrees bij [slachtoffer 1] voor uitvoering van de bedreigingen door verdachte. Dat achteraf is gebleken dat verdachte niet de daad bij het woord – de geuite bedreigingen – heeft gevoegd, doet niets af aan de bij [slachtoffer 1] door toedoen van verdachte ontstane vrees.
Verschillende bedreigingen gericht aan [slachtoffer 1] gaan over de dochter van [slachtoffer 1] . Hoewel de inhoud van die bedreigingen is gericht tegen haar dochter, zijn die bedreigingen van dien aard en onder zulke omstandigheden verricht dat, mede gelet op de nauwe en affectieve relatie tussen een moeder en haar kind, daarmee de voor bedreiging vereiste vrees bij [slachtoffer 1] kon ontstaan.
Belaging
De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer 1] geloofwaardig, nu deze worden ondersteund door de overige bewijsmiddelen. [slachtoffer 1] heeft meermalen aan verdachte te kennen gegeven dat zij niet van zijn contact gediend was. Verdachte is echter contact blijven zoeken, op dusdanige wijze dat gezien de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van verdachte, onder de gegeven omstandigheden, de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van [slachtoffer 1] kan worden aangemerkt als een wederrechtelijke, stelselmatige en opzettelijke inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer. De rechtbank is van oordeel dat verdachte door op deze manier te handelen het oogmerk heeft gehad [slachtoffer 1] te dulden dat verdachte op deze indringende wijze het contact met haar wilde onderhouden.
De rechtbank is van oordeel dat enkel de daadwerkelijke belmomenten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard, nu ten aanzien van de sms-berichten de opzet niet is komen vast te staan. Deze berichten worden immers automatisch gegenereerd door de provider van het abonnement van [slachtoffer 1] . De rechtbank acht ook niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op naam van [slachtoffer 1] een abonnement op Candymagazine heeft afgesloten.
Gedeeltelijke vrijspraak feiten 2, 3 en 4
De rechtbank spreekt verdachte partieel vrij voor een deel van de tenlastegelegde perioden nu uit de bewijsmiddelen niet volgt dat de belaging en bedreigingen in de hele periode hebben plaatsgevonden.