ECLI:NL:RBMNE:2021:3817
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar wegens overschrijding bezwaartermijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 4 augustus 2021, betreft het beroep van eiser tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) van 23 september 2020. Het UWV had het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Eiser had op 26 mei 2020 bezwaar gemaakt tegen een eerder besluit van 31 maart 2020, waarin zijn aanvraag voor een Werkloosheidsuitkering (WW) niet in behandeling was genomen. De rechtbank oordeelt dat het UWV het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank stelt vast dat eiser onder bewind staat en dat het UWV het primaire besluit aan de bewindvoerder had moeten toezenden. Hierdoor is de bezwaartermijn niet in werking getreden, wat betekent dat het ingediende bezwaarschrift tijdig was. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten en het griffierecht, dat door het UWV moet worden vergoed. De rechtbank draagt het UWV op om binnen zes weken na de uitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.