Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de akte wijziging van eis van [eiseres] ;
- de akte van [gedaagde] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, heeft de kantonrechter op 11 augustus 2021 een eindvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen een besloten vennootschap, aangeduid als [eiseres] B.V., en een gedaagde partij, aangeduid als [gedaagde]. De zaak betreft een geschil over een boete die in rekening is gebracht door de orthodontist van [eiseres] wegens gemiste afspraken. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 28 april 2021 overwogen dat de kosten die [eiseres] in rekening brengt op basis van artikel 4 van haar algemene betalingsvoorwaarden, aan te merken zijn als een eenzijdig wijzigingsbeding. Dit beding verstoort het contractuele evenwicht tussen [eiseres] en [gedaagde] in de zin van artikel 3 van de Richtlijn 93/13/EEG.
In het eindvonnis heeft de kantonrechter geoordeeld dat artikel 4 van de algemene betalingsvoorwaarden vernietigd moet worden voor zover het betrekking heeft op de kosten voor niet nagekomen afspraken. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres] in conventie, waaronder de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, afgewezen. Tegelijkertijd heeft de kantonrechter de vordering van [gedaagde] in reconventie, tot terugbetaling van een bedrag van € 65,00, toegewezen, omdat dit bedrag zonder rechtsgrond was betaald. De proceskosten aan de zijde van [gedaagde] zijn begroot op nihil, aangezien hij zich niet had laten bijstaan door een professionele gemachtigde.
De beslissing van de kantonrechter benadrukt de bescherming van consumenten tegen oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden en bevestigt de noodzaak voor een evenwichtige contractuele relatie tussen partijen.