In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 28 april 2021 een tussenvonnis gewezen in een geschil tussen een besloten vennootschap, hierna te noemen [eiseres], en een gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde]. De zaak betreft een vordering van [eiseres] op [gedaagde] wegens het niet verschijnen op afspraken bij de orthodontist, waarvoor kosten in rekening zijn gebracht. De gedaagde heeft de afspraken niet tijdig afgezegd, wat heeft geleid tot een factuur van € 15,00 en een factuur van € 50,00 voor de niet nagekomen afspraken. [eiseres] vordert betaling van rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet heeft betwist dat er een mondelinge behandelingsovereenkomst was met de orthodontist en dat hij niet is verschenen op de afspraken. Echter, [gedaagde] heeft bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de kosten en heeft gesteld dat hij ziek was en de afspraken niet tijdig kon afbellen. De kantonrechter overweegt dat de algemene voorwaarden van [eiseres] mogelijk onredelijk bezwarend zijn, en is voornemens het beding te vernietigen dat de kosten voor niet nagekomen afspraken regelt. Dit zou betekenen dat de betalingen van [gedaagde] onverschuldigd zijn gedaan.
De kantonrechter heeft partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op de voorgenomen vernietiging van het beding in de algemene voorwaarden. De zaak is verwezen naar de rolzitting voor het nemen van een akte door [eiseres] en [gedaagde] zal vervolgens de gelegenheid krijgen om schriftelijk te reageren. De verdere beslissing is aangehouden.