ECLI:NL:RBMNE:2021:3491
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Definitieve subsidievaststelling op grond van NOW 1.0 en de gevolgen van loonsomdaling
In deze zaak heeft eiseres, als gevolg van de coronamaatregelen, een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming op grond van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW 1.0). Eiseres verwachtte een omzetverlies van 50% en ontving een voorschot van € 48.008,-. Echter, na definitieve berekening door verweerder, werd vastgesteld dat eiseres een te hoog voorschot had ontvangen en moest zij € 19.770,- terugbetalen. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar verweerder verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij werd vastgesteld dat de berekening van verweerder correct was. De rechtbank oordeelde dat de NOW-regeling geen ruimte biedt voor maatwerk en dat de loonsom van januari 2020 als uitgangspunt moet dienen voor de berekening van de subsidie. Eiseres voerde aan dat de berekening onjuist was en dat er maatwerk geboden moest worden, maar de rechtbank volgde deze redenering niet. De rechtbank concludeerde dat de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming op € 18.636,- terecht was en dat eiseres geen recht had op vergoeding van proceskosten of griffierecht.