ECLI:NL:RBMNE:2021:3489
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake bestuursrechtelijke premie door CAK
In deze zaak heeft eiseres, die door VGZ Zorgverzekeraar N.V. bij het CAK was aangemeld wegens het niet betalen van haar ziektekostenpremie, beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar door het CAK. Het primaire besluit van het CAK, dat eiseres een hogere bestuursrechtelijke premie oplegde, werd op 4 juni 2021 genomen. Eiseres had bezwaar gemaakt, maar dit werd op 28 september 2020 niet-ontvankelijk verklaard. Tijdens de zitting op 8 juli 2021 heeft eiseres verklaard dat zij geen verzekerde was bij VGZ en dat haar gegevens per ongeluk waren doorgestuurd door United Consumers. De rechtbank oordeelde dat de bestuursrechter niet kon ingrijpen in de verzekeringskwestie en dat eiseres haar probleem via andere wegen moest oplossen, zoals via de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen of een civiele procedure.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het CAK te laat had beslist op het bezwaar van eiseres, maar dat dit niet meer relevant was omdat het beroep niet tijdig was ingediend. Eiseres had het CAK namelijk niet de gelegenheid gegeven om alsnog een besluit te nemen na het verstrijken van de beslistermijn. Daarnaast oordeelde de rechtbank dat het CAK terecht had afgezien van het horen van eiseres, omdat het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk was. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres niet-ontvankelijk, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. Y. Sneevliet, in aanwezigheid van griffier mr. H.J.J.M. Kock, en werd openbaar uitgesproken op 8 juli 2021.