Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 juli 2020, met tien producties;
- de conclusie van antwoord, met zes producties;
- nadere producties 11 tot en met 17 van [eiseres] .
2.Feiten
2 VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Manager, die deze opdracht naar eigen inzicht en beste vermogen zal uitvoeren.
3.VERGOEDING, ZIEKTE MANAGER
4.OPZEGGING
3.Het geschil
4.Beoordeling
Mocht [gedaagde] de managementovereenkomst met [eiseres] op 19 mei 2020 per direct beëindigen? Nee.
“Management fees”). Dat is € 290.000,00 per bestuurder. Verder heeft [eiseres] erop gewezen dat zij het bedrag dat het voorschot van € 8.000,000 per maand oversteeg, altijd bij [gedaagde] heeft gefactureerd als managementvergoeding en dat deze facturen vervolgens zonder bezwaren door [gedaagde] zijn voldaan. Als voorbeeld heeft [eiseres] een factuur van haar aan [gedaagde] overgelegd van 15 december 2019, waarin zij een bedrag van € 100.000,- in rekening brengt onder de noemer:
‘Management fee 2019 – aanvullend’. Tegen deze duidelijke aanknopingspunten voor de juistheid van de stelling van [eiseres] , heeft [gedaagde] onvoldoende ingebracht. Zo heeft [gedaagde] geen stukken in het geding gebracht waaruit zou (kunnen) volgen dat de extra uitbetaalde bedragen in weerwil van de aanduiding in de winst- en verliesrekening en genoemde factuur toch in de vorm van een tantième in rekening zijn gebracht en uitbetaald. Verder kan de e-mailcorrespondentie tussen de vier bestuurders/aandeelhouders uit februari 2017, die door [gedaagde] als producties 4, 5 en 6 is overgelegd, haar niet helpen. Integendeel, ook uit die correspondentie volgt dat veel hogere managementvergoedingen werden uitgekeerd dan het in de managementovereenkomst vastgestelde bedrag van € 8.000,00 per maand. [A] schrijft in zijn e-mail van 16 februari 2017 immers dat hij
‘de huidige werkelijkheid’wenst vast te leggen en hij stelt vervolgens voor een addendum bij de managementovereenkomst overeen te komen waarin een jaarlijkse managementvergoeding van € 200.000,00 wordt vastgelegd. Over ‘een tantième’ wordt niets gezegd.
5.De beslissing
woensdag 4 augustus 2021voor het indienen van een akte door [eiseres] ,
uitsluitendover hetgeen in rechtsoverweging 4.22 is overwogen;
woensdag 1 september 2021een antwoordakte in te dienen,
uitsluitendover hetgeen in rechtsoverweging 4.22 is overwogen;