Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 juni 2021 met producties 1 tot en met 59;
- de door SNS overgelegde producties 1 tot en met 6;
- de pleitnota van SNS;
- de mondelinge behandeling van 2 juli 2021, waarvan de griffier aantekening heeft gehouden.
2.Waar gaat dit kort geding over?
In 2011 heeft [eiseres] een zaken- en spaarrekening geopend bij SNS. Daarvoor had zij ook al bankrekeningen bij de Rabobank, ABN AMRO en de Postbank. Deze bankrelaties zijn ondertussen opgezegd door deze banken.
- SNS heeft geen totaaloverzicht kunnen krijgen van [eiseres] en heeft er ook geen vertrouwen in dat zij dat in de toekomst zullen krijgen.
- Er is geen volledige openheid gegeven over de bron van de middelen van [eiseres] .
- Er is geen volledige openheid gegeven over de administratie, terwijl dat in 2016 wel is afgesproken.
- Er zijn risico’s op witwassen geconstateerd en door het uitblijven van een reactie kan die risico niet worden weggenomen.
- primairherstel en voortzetting van de bankrelatie tot [eiseres] een verklaring voor recht heeft gekregen over de rechtsgeldigheid van de opzegging, op straffe van een dwangsom;
- subsidiairtijdelijk herstel en voortzetting van de bankrelatie voor 90 dagen zodat [eiseres] tijd en gelegenheid heeft om bij een andere bank een bankrelatie aan te gaan, op straffe van een dwangsom;
- beide met veroordeling van SNS in de proceskosten.
3.Wat oordeelt de voorzieningenrechter?
Oordeel
1.016,00