ECLI:NL:RBMNE:2021:2950
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WIA-besluit en deskundigenonderzoek
In deze zaak heeft eiseres, de werkgever van [derde belanghebbende], beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) inzake de toekenning van een WIA-uitkering aan [derde belanghebbende]. De rechtbank heeft op 20 april 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat [derde belanghebbende] met ingang van 10 januari 2019 een WIA-uitkering is toegekend, gebaseerd op een verzekeringskundige en arbeidskundige beoordeling die haar arbeidsongeschiktheid op 49,78% vaststelde. Eiseres was van mening dat de beperkingen in de functionele mogelijkhedenlijst (FML) niet voldoende medisch onderbouwd waren en heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder. Tijdens de procedure is een deskundige, E.P.D. Siem-Yoe, benoemd om advies te geven over de medische situatie van [derde belanghebbende]. Siem-Yoe concludeerde dat de beperkingen die door de verzekeringsarts waren vastgesteld, logisch en passend waren voor de klachten van [derde belanghebbende]. De rechtbank heeft het rapport van Siem-Yoe gevolgd en geoordeeld dat de gronden van eiseres niet konden slagen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat eiseres niet voldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar stellingen en dat de conclusies van de deskundigen overtuigend waren. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.