Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 juni 2021 de zaak tussen
[eiseres] en [eiser] , eisers te [woonplaats] ,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak gaat het om een beroep tegen de vastgestelde WOZ-waarde van een woning in de wijk [locatie 1] te [plaats]. De heffingsambtenaar had de waarde op 1 januari 2018 vastgesteld op € 596.000,- voor het belastingjaar 2019. Na bezwaar van de eisers werd deze waarde herzien naar € 561.000,-. Eisers, die de woning als te hoog gewaardeerd beschouwen, hebben beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 14 januari 2021 is de zaak behandeld via Skype, waarbij eisers en de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren.
De rechtbank heeft de waarde van de woning beoordeeld aan de hand van de vergelijkingsmethode, waarbij verweerder een taxatiematrix heeft overgelegd ter onderbouwing van de voorgestelde waarde van € 541.000,-. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat deze waarde niet hoger is dan de waarde in het economisch verkeer. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eisers, waaronder de ligging van de woning en de staat van onderhoud, verworpen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en stelt de waarde van de woning vast op € 541.000,-. Tevens wordt het betaalde griffierecht aan eisers vergoed.
De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen en openbaar gemaakt op 4 juni 2021. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.