Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd in P.I. Lelystad.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- een proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2] van 13 maart 2020, doorgenummerde pagina’s 32 tot en met 35;
- een proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 1] van 12 maart 2020, doorgenummerde pagina’s 38 tot en met 48;
- een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] van 11 maart 2020, doorgenummerde pagina’s 59 tot en met 64;
- een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] van 10 maart 2020, doorgenummerde pagina’s 112 tot en met 114;
- een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] van 11 maart 2020, doorgenummerde pagina’s 108 tot en met 109;
- een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] van 11 maart 2020, doorgenummerde pagina’s 125 tot en met 126;
- een proces-verbaal van bevindingen van 11 maart 2020, doorgenummerde pagina’s 77 tot en met 78;
- een proces-verbaal van bevindingen van 11 maart 2020, doorgenummerde pagina’s 83 tot en met 84;
- een geschrift, te weten een geneeskundige verklaring betreffende [slachtoffer 2] van 18 maart 2020, doorgenummerde pagina’s 300 en 301;
- een geschrift, te weten een geneeskundige verklaring betreffende [slachtoffer 1] van 2 september 2020, doorgenummerde pagina’s 305 en 306.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
-redelijk en billijk.
-. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 10 maart 2020 tot de dag van volledige betaling. Voor het resterende deel van de gevorderde immateriële schade zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren.
-redelijk en billijk.
-. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 10 maart 2020 tot de dag van volledige betaling. Voor het resterende deel van de gevorderde immateriële schade zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren.
-. Dit bedrag bestaat uit € 7.500,- immateriële schade en € 2.500,- shockschade, ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit.
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstraf van negen jaren;
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 21.046,63;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2020 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 21.046,63 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 140 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 22.665,45;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2020 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 22.665,45 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 148 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 289 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 10 maart 2020, te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel, te weten een of meer schotwond(en) in de (onder)been van die [slachtoffer 2] en/of een of meer schotwond(en) in het bovenlichaam en/of de/het (boven)be(e)n(en) van die [slachtoffer 1] , heeft toegebracht, door opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen een of meer kogel(s) af te vuren op, althans in de richting van, die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] ;
( art 303 lid 1 Wetboek van Strafrecht )