Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het vonnis van 16 november 2020 in de zaak met zaaknummer NL19.12676, waarin de rechtbank heeft bepaald dat de procedure zal worden vervolgd volgens het recht dat landelijk geldt in dagvaardingsprocedures met verplichte procesvertegenwoordiging in zaken waarin de dagvaarding na 1 oktober 2019 is betekend en dat de zaak zal worden ingeschreven op de rol met het zaaknummer C/16/512100 HL ZA 20-327;
- de akte houdende overlegging producties van GATX, met de producties 33 en 34;
- de akte overlegging productie arbitrale uitspraak van DIS d.d. 1 juli 2020 van DB Cargo;
Skype for Business) op 8 februari 2021, waarvan een proces-verbaal is opgemaakt (en waarbij beide partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd).
2.De feiten
‘DEFINITIONS’is opgenomen:
CALCULATING COMPENSATION FOR A WAGON OR BOGIE IN THE EVENT OF LOSS OR DAMAGE’ is opgenomen hoe de vergoeding bij verlies van of schade aan een wagon moet worden berekend.
total lossdienden te worden beschouwd en hen verzocht in te stemmen met verschroting. Lineas heeft een schade-expert ingeschakeld en een ‘Proces Verbaal van vaststelling van beschadiging aan een wagon’ opgemaakt.
- een niet aangepaste snelheid;
- twee opeenvolgende korte bochten van wissels, straal ± 215 m, in S-vorm, voorzien om te worden bereden aan maximum 40 km/u in de afgeweken stand;
- het hoge zwaartepunt van de (correct) volledig beladen wagons;
- de ingezette noodremming.
3.Het geschil
(‘which has custody of a wagon’).
(‘custody’) van Lineas reed na overdracht van het transport aan Lineas bij het passeren van de grens tussen Nederland en België. Het spoorgedeelte waarop de trein zich bevond tijdens de ontsporing ligt in België en was door Lineas gereserveerd. Niet DB Cargo, maar Lineas had de werkelijke en juridische controle over de trein en over de machinist op het moment van het ongeval. De machinist volgde volgens DB Cargo de instructies van Lineas op.
4.De beoordeling
‘railway undertaking’(RU) en voor de
‘keeper’, zonder dat sprake behoeft te zijn van een individuele overeenkomst zoals hiervoor omschreven. In de definities van de begrippen
‘railway undertaking’en
‘keeper’in bijlage 2 van het GCU is evenmin opgenomen dat zij een dergelijke individuele overeenkomst (moeten) hebben gesloten.
‘custody’vermeld in artikel 22.1, centraal. Ter zitting is besproken dat in deze procedure verschillende versies van het GCU zijn overgelegd, maar dat de bepalingen daarin die van belang zijn niet verschillen. De rechtbank gaat dan ook uit van de tekst van die bepalingen zoals in deze uitspraak opgenomen.
Tekst van het GCU
‘custody’over de wagon heeft aansprakelijk is jegens de
‘keeper’voor verlies of schade aan de wagon:
‘custody’bevat het GCU niet. Artikel 1.4 van het GCU zegt uitsluitend dat
‘use’en
‘custody’beginnen bij acceptatie van de wagon door de spoorwegonderneming en eindigen bij het weer overhandigen van de wagon aan de houder of een andere daarvoor bevoegde partij:
‘custody’ook een juridische constructie kan zijn. In feite heeft GATX het eerste bepleit en DB Cargo het tweede (mede wegens het ontbreken van een vormvoorschrift voor
‘acceptance’of
‘handover’in artikel 1.4 GCU). GATX heeft gesteld dat (de rechtsvoorgangster van) DB Cargo de opdracht had gekregen tot vervoer van de wagons, dat zij de wagons in ontvangst heeft genomen, dat de wagons feitelijk werden voortgetrokken door een locomotief van DB Cargo en dat ook de machinist in dienst was van DB Cargo. Zij heeft in dat kader ook gewezen op het begrip
‘Railway Undertaking’dat in Appendix 2 bij het GCU onder
‘DEFINITIONS’is opgenomen. In deze definitie wordt het begrip spoorwegonderneming gekoppeld aan het voorzien in diensten voor het transport van goederen en/of passagiers per spoor, waarbij vereist is dat de onderneming moet zorgen voor tractie:
custody’. Omdat de tractie werd uitgevoerd door DB Cargo, is DB Cargo aansprakelijk, aldus GATX. DB Cargo heeft dit bestreden. Zij heeft erop gewezen dat Appendix 2 het woord
‘ensure’gebruikt en dat dit ziet op het ‘verzorgen’ van tractie, wat niet betekent het zelf uitvoeren van de tractie en dus ruimer moet worden gezien.
custody’geen uitsluitsel. Niet aangenomen kan worden dat ‘
custody’hetzelfde is als tractie. Als tractie doorslaggevend was geweest, is aannemelijk dat dit begrip was gebruikt bij de vaststelling van de aansprakelijkheid in artikel 22.1 GCU. Kennelijk kan het begrip
‘custody’dan ook meer omvatten dan alleen het feitelijk uitvoeren van de tractie. Dit lijkt ook te volgen uit artikel 1.3 van het GCU waarin gebruik van de wagon als vervoer met en zonder lading wordt onderscheiden van ‘
custody’van een deelnemende spoorwegonderneming:
Context binnen het GCU
‘Ascertainment and handling of damage to wagons in thecustodyof an RU’ (onderstreping rechtbank
).De omstandigheid dat Lineas de taak uit artikel 18.1 GCU op zich heeft genomen is dus een aanwijzing dat zij (van mening was dat zij) de
‘custody’had. Dat die verantwoordelijkheid voor het oplossen van de gevolgen van het ongeval ook op Lineas zou kunnen rusten op grond van Belgische wetgeving, zoals GATX heeft aangevoerd, doet daaraan niet, althans onvoldoende, af. Niet alleen is deze wetgeving niet nader geconcretiseerd, ook is er nog een verschil tussen het zorg dragen voor de ter plaatse ontstane schade en het informeren van de wagoneigenaren over de schade, hetgeen Lineas per e-mail van 4 mei 2013 heeft gedaan.
Context buiten het GCU
custody’ in artikel 22.1 GCU gewicht worden toegekend aan externe, voor alle betrokken partijen kenbare, omstandigheden die daarover duidelijkheid kunnen geven. In dat kader wijst de rechtbank op de informatie die partijen hebben verstrekt over de juridische en feitelijke verhoudingen op het spoor.
‘Liability in case of loss of or damage to a vehicle’:
‘custody’, afwijkt van de formulering van artikel 4 lid 1 COTIF-CUV, waarin aansprakelijkheid is gekoppeld aan
‘the rail transport undertaking to which the vehicle has been provided for use’.
‘custody’bij Lineas lag. GATX heeft aangevoerd dat de Dienst Regulering heeft beoordeeld of artikel 29 van de Spoorcodex was overtreden, namelijk of de rechtsvoorgangster van Lineas (NMBS Logistics) daadwerkelijk het rijpad benutte dat ze had aangevraagd of dat er sprake was een overdracht of handel in infrastructuurcapaciteit, en dat deze beoordeling een andere is dan een privaatrechtelijke en/of in het kader van het GCU. Door het samenwerkingsverband COBRA kon de trein in België doorrijden onder verantwoordelijkheid van Lineas, maar dat was in het kader van de Belgische Spoorcodex en niet in het kader van het GCU. Er heeft geen overdracht van het beheer in de zin van artikel 1.4 GCU plaatsgevonden, althans niet met instemming van GATX, aldus GATX.
‘custody’in de zin van het GCU, bijvoorbeeld als het gaat om de vraag wie het beheer had over de trein/wagons. Dit geldt te meer nu de tekst van het GCU daarover geen uitsluitsel geeft. Uit de beslissing van de Dienst Regulering (onder 27 van de beslissing en p. 30 van het rapport) is namelijk ook af te leiden dat het verbod op overdacht van spoorweginfrastructuurcapaciteit impliceert dat de spoorwegonderneming die het rijpad toegewezen kreeg op elk ogenblik de controle over het transport moet hebben.
‘de jure’en
‘de facto’onderzocht. Daarbij heeft hij in het kader van de controle over de werking van de trein - zakelijk weergegeven - geoordeeld dat:
de jureen
de factode regels die de treinbestuurder dient te kennen bepaalde;
de jureen
de factode transportorganisator (COBRA) controleerde;
de jureen
de factoaudits en controles uitoefende op het rijpad op de treinen die binnen het samenwerkingsverband met DB Schenker Rail Nederland opereerden;
de jureen
de factogeïdentificeerd kon worden als bestuurder die voor NMBS Logistics of binnen een samenwerkingsverband tussen NMBS Logistics en DB Schenker Rail Nederland functioneerde.
“De bewuste bestuurder zou geen dienstfiche van NMBS Logistics hebben indien DB Schenker Rail Nederland als unieke spoorwegonderneming optrad in dit transport. Het is een aanduiding dat de bestuurder binnen het kader van een samenwerkingsovereenkomst functioneerde.”
‘custody’lag (Lineas).
“Dit indiceert dat NMBS-Logistics duidelijk identificeerbaar optrad als spoorwegonderneming in dit transport. Indien het transport in België uitsluitend werd uitgevoerd door DB Schenker Rail Nederland was er geen motief om NMBS Logistics op de wagonbrief te vermelden.”
‘custody’in het GCU. Immers, aannemelijk is dat partijen die beide zijn aangesloten bij het GCU hun onderlinge relatie ook tegen de achtergrond van dat GCU hebben vormgegeven. Dat zij daarvan nadrukkelijk hebben willen afwijken is in ieder geval niet gebleken.
‘custody’heeft) over het hoofd dat de tractie op het Belgische traject plaatsvond onder toezicht van Lineas in het kader van de COBRA-overeenkomst en dat deze constructie op zichzelf niet onverenigbaar is met de bewoordingen van het GCU.
Deutsche Institution für Schiedsgerichtsbarkeit(DIS) van
‘hold harmless’) tegen alle claims van derden die door dat ongeval zijn veroorzaakt (Ruling onder 1, p. 102 van het arbitraal vonnis).
‘each RU would therefore accept liability for a train and a driver of another RU, which runs in the first RUs train path. Accordingly, COBRA had never dealt with any of the several accidents that have occurred, as in each case the RU on whose train path the accident happened would have accepted liability for damages’(nr. 217 onder ‘Second Respondent’s Submissions’).
‘custody’in de zin van artikel 22.1 GCU niet bij DB Cargo lag en dat zij niet op die grond aansprakelijk kan worden geacht jegens GATX.
‘custody’over de wagons had, op grond van artikel 28 GCU (zie hiervoor onder 2.3) aansprakelijk is voor de schade, nu het treingeval het gevolg is van een fout van de machinist die bij haar in dienst was. Verder stelt zij dat, ook als zou worden aangenomen dat niet DB Cargo maar Lineas de
‘custody’in de zin van artikel 22.1 GCU (zie hiervoor onder 2.3) had, DB Cargo uiteindelijk toch aansprakelijk zou zijn als
‘previous user’op grond van artikel 24 GCU (zie hiervoor onder 2.3). Niet ter discussie staat namelijk dat het treinongeval het gevolg is geweest van het rijgedrag van de machinist van DB Cargo en gelet op deze
‘fault of a third party’zou Lineas zich op grond van artikel 22.2 GCU (zie hiervoor onder 2.3) van de aansprakelijkheid kunnen disculperen.
railway undertaking’de ‘
custody’over de wagon(s) had waaraan schade is ontstaan. Als niet DB Cargo maar een andere ‘
railway undertaking’de ‘
custody’over de wagons had, zal die andere ‘
railway undertaking’aansprakelijk zijn voor de schade. DB Cargo kan dan niet in het kader van het GCU alsnog aansprakelijk zijn op grond van de omstandigheid dat de machinist, die een fout gemaakt heeft, bij haar in dienst was. Omdat een ‘
railway undertaking’door de bank genomen bij het gebruik van wagon(s) eigen of andermans personeel of een andere hulppersoon zal gebruiken kan artikel 28 GCU naar het oordeel van de rechtbank niet zo uit te leggen zijn, dat daarin een alternatieve aansprakelijkheidsgrond opgenomen is. Het gebruik van de term
‘contracting parties’- een ruimer begrip dan
‘railway undertakings’- in artikel 28 GCU duidt daar op. Artikel 28 GCU is ook opgenomen in een ander hoofdstuk van het GCU dan het hoofdstuk ‘
Liability in the event of loss of or damage to a wagon’, waarin artikel 22 opgenomen is.
railway undertaking’gedurende de tijd dat deze de
‘custody’over wagon(s) heeft, niet betekent dat de werkgever, als deze ook een
‘railway undertaking’in de zin van het GCU is, voor ontstane schade aansprakelijk is, wanneer dat personeelslid een fout gemaakt heeft. Daarbij komt dat naar het oordeel van de rechtbank het in artikel 22.2 van het GCU vermelde begrip ‘
third party’niet ziet op - in dit geval - de machinist van DB Cargo die de trein op het traject Kijfhoek - Gent Zeehaven bestuurde. Uit de hiervoor onder 2.3 weergegeven artikelen 16 (
‘Handover of a wagon to third parties’) en 17 (
‘Acceptance of wagons from third party keepers’) van het GCU valt immers af te leiden dat met een
‘third party’een
‘railway undertaking’of een
‘keeper’die niet aangesloten is bij het GCU bedoeld is.
7.473,00(3,0 punt × tarief € 2.491,00)