In deze zaak heeft eiseres op 13 februari 2020 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor de bouw van een gezinshuis in de wijk [wijk] in [woonplaats 2]. De gemeente Almere, vertegenwoordigd door de heffingsambtenaar, heeft leges opgelegd ter hoogte van € 29.000,- op basis van de 'Verordening op de heffing en invordering van leges 2020'. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze legesaanslag, omdat zij van mening is dat de leges te hoog zijn vastgesteld en dat het bouwwerk niet als een 'vrijstaande woning' moet worden aangemerkt, maar als een woning met een zorgfunctie. De rechtbank heeft op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in deze zaak. Tijdens de zitting op 31 maart 2021 heeft verweerder aangegeven dat hij bereid is om de inhoud van het bouwwerk te herzien, maar blijft bij de stelling dat het bouwwerk niet als zorgfunctie kan worden gekwalificeerd. De rechtbank oordeelt dat verweerder de leges ten onrechte heeft vastgesteld op basis van de categorie 'vrijstaande woning'. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen over de hoogte van de leges, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en moet het betaalde griffierecht worden vergoed.