ECLI:NL:RBMNE:2021:247
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die sinds 1 oktober 2015 bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, en de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (verweerder). Verweerder heeft bij besluit van 30 juni 2020 het recht op bijstand van eiseres herzien over de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 januari 2020 en heeft een bedrag van €5762,83 bruto en €500,- netto teruggevorderd. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar verweerder heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 20 januari 2021, die via Skype plaatsvond, heeft eiseres haar standpunt toegelicht, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat eiseres de inlichtingenplicht heeft geschonden door bijschrijvingen op haar rekening niet te melden bij de RSD. De rechtbank concludeerde dat de bijschrijvingen als inkomen moeten worden aangemerkt, waardoor eiseres teveel bijstand heeft ontvangen.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijschrijvingen geen inkomen vormden. Eiseres had moeten begrijpen dat deze bijschrijvingen invloed konden hebben op haar recht op bijstand. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de beleidsregels van de RSD niet op eiseres van toepassing waren, en dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. Eiseres krijgt haar proceskosten niet vergoed.