ECLI:NL:RBMNE:2021:2440
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdige indiening van bezwaar tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting en onbevoegdheid rechtbank over ambtshalve beslissing
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, die het bezwaar van eiser tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens termijnoverschrijding. De naheffingsaanslag dateert van 5 november 2019, en het bezwaar is pas op 15 januari 2020 ingediend, wat buiten de wettelijke termijn van zes weken valt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het bezwaar is begonnen op 20 november 2019, en dat eiser niet tijdig heeft gereageerd. De rechtbank oordeelt dat de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar terecht is, aangezien eiser niet heeft aangetoond dat de termijnoverschrijding niet aan hem is toe te rekenen.
Daarnaast heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om te oordelen over de beslissing van de heffingsambtenaar om de naheffingsaanslag niet ambtshalve te verminderen. Dit omdat tegen deze beslissing geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C. Karman en is op 23 april 2021 bekendgemaakt. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.