ECLI:NL:RBMNE:2021:2318
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontoereikende machtiging in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft eiseres, veronderstellenderwijs handelend namens [onderneming 1], beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Het beroep is ingediend op 30 december 2020 tegen een besluit dat op 18 december 2020 is genomen. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen. Dit betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat bij het beroepschrift geen toereikende machtiging is meegestuurd. Volgens artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een beroep niet-ontvankelijk worden verklaard als het niet voldoet aan de wettelijke vereisten. Eiseres is in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen, maar de overlegde machtiging blijkt nog steeds ontoereikend te zijn. De rechtbank heeft eiseres meerdere keren verzocht om aanvullende documenten, waaronder een uittreksel uit het handelsregister en de statuten van de onderneming, maar deze documenten hebben niet aangetoond dat de volmacht voldoende is.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegekend en heeft de uitspraak op 10 mei 2021 gedaan. De beslissing is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.