ECLI:NL:RBMNE:2021:1960
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WIA-uitkering wegens schending van de inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiser ontvangt sinds 19 juni 2007 een uitkering op grond van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet WIA). Het UWV heeft op 4 september 2019 besloten dat de WIA-uitkering van eiser herzien moet worden wegens schending van de inlichtingenplicht over de periode van 1 december 2018 tot en met 31 mei 2019. Eiser moet een onverschuldigd betaald bedrag van € 4.493,30 terugbetalen en krijgt een boete van € 1.921,19 opgelegd. Eiser heeft tegen deze besluiten beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 15 maart 2021, die via een Skype-verbinding plaatsvond, heeft de rechtbank de beroepen gevoegd behandeld. Eiser heeft verklaard dat hij zijn zoon op vrijwillige basis hielp met werkzaamheden in diens bedrijf, maar het UWV heeft vastgesteld dat eiser de inlichtingenplicht heeft geschonden door deze werkzaamheden niet te melden. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht de WIA-uitkering heeft herzien en het teruggevorderde bedrag heeft vastgesteld op basis van het wettelijk minimumloon. De rechtbank heeft de boete van € 1.921,19 evenredig geacht en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Eiser is gewezen op de mogelijkheid van hoger beroep tegen deze uitspraak.