ECLI:NL:RBMNE:2021:195
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen inzake jaaropgaves en toerekening van inkomsten
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiser, die een uitkering ontvangt op grond van de Werkloosheidswet (WW), was het niet eens met de toerekening van zijn inkomsten van week 45 tot en met week 52 aan de maand december 2019. De eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 6 maart 2020, waarin zijn bezwaar ongegrond werd verklaard. Tijdens de zitting op 22 december 2020, die via Skype plaatsvond, heeft de eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aangaf dat zijn beroep niet alleen betrekking had op het bestreden besluit, maar ook op de jaaropgaves van 2018 en 2019.
De rechtbank heeft overwogen dat de jaaropgaves geen besluiten zijn waartegen bezwaar of beroep kan worden ingesteld. Dit is in lijn met eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de jaaropgaves feitelijke informatie bevatten en niet gericht zijn op rechtsgevolg. Aangezien de eiser geen gronden heeft aangevoerd tegen het bestreden besluit van 6 maart 2020, heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.