Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[onderneming 1] B.V.,
1.De procedure
- de beschikking van 19 maart 2021,
- het verzoek van de Herstructureringsdeskundige van 1 april 2021.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 6 april 2021, is een afkoelingsperiode van vier maanden toegewezen op verzoek van de herstructureringsdeskundige, mr. F.A.M. Nowee, in de akkoordprocedure van [onderneming 1] B.V. De herstructureringsdeskundige heeft de noodzaak van deze periode onderbouwd met de huidige financiële situatie van [onderneming 1], die een totale schuldenlast van ongeveer € 1,4 miljoen heeft, waarvan een deel betwist wordt. Tevens is er een probleem ontstaan door een recente brand op het bedrijfsterrein van [onderneming 1], waardoor de veiling van de bedrijfsinventaris is uitgesteld en de onderneming tijd nodig heeft om de schuldenlast en activa vast te stellen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat een akkoord een beter resultaat kan bieden dan een faillissement. De afkoelingsperiode is noodzakelijk om de onderneming voort te zetten en om te voorkomen dat individuele schuldeisers ten koste van de gezamenlijke schuldeisers verhaal nemen op het actief van [onderneming 1]. De rechtbank heeft geoordeeld dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers gediend zijn met de afkoelingsperiode en dat derden niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad.
De beschikking houdt in dat de bevoegdheid van derden tot verhaal op goederen van [onderneming 1] niet kan worden uitgeoefend zonder machtiging van de rechtbank, en dat de behandeling van faillissementsverzoeken tegen [onderneming 1] wordt geschorst. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door de rechters P.J. Neijt, R. Cats en E. Boerwinkel.