ECLI:NL:RBMNE:2021:1856
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan machtiging
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 29 april 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep dat door eiseres is ingediend op 2 november 2020. Het beroep was gericht tegen een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Laren, die op 20 oktober 2020 was gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldeed aan de wettelijke eisen, waardoor zij de zaak niet inhoudelijk kon behandelen. De indiener, mr. D.A.N. Bartels MRE, had veronderstellenderwijs beroep ingesteld namens eiseres, maar had geen toereikende machtiging meegestuurd.
De rechtbank heeft Bartels bij aangetekende brief van 22 januari 2021 de gelegenheid gegeven om binnen vier weken een machtiging in te dienen. Aangezien Bartels niet heeft gereageerd op deze brief en geen reden heeft gegeven voor het ontbreken van de machtiging, heeft de rechtbank besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Dit is in lijn met eerdere uitspraken van de rechtbank, waarin is bepaald dat het ontbreken van een machtiging een reden kan zijn om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.