ECLI:NL:RBMNE:2021:1715
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing omgevingsvergunning en toepassing van artikel 4:6 Awb na buitenbehandelingstelling
In deze zaak heeft eiseres, een onderneming gevestigd in [vestigingsplaats], een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een schoorsteen en het maken van een stookruimte aan de [adres] te [plaats]. De aanvraag is door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht afgewezen op basis van artikel 4:6, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de aanvraag identiek was aan een eerdere aanvraag die buiten behandeling was gesteld. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt en beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar bezwaarschrift. Het bestreden besluit van 14 december 2020 verklaarde het bezwaar ongegrond.
De rechtbank heeft op 20 april 2021 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de eerdere aanvraag niet met toepassing van artikel 4:6, tweede lid van de Awb had mogen worden afgewezen, omdat deze aanvraag eerder buiten behandeling was gesteld op basis van artikel 4:5, eerste lid van de Awb. De rechtbank stelde vast dat er geen inhoudelijke afwijzing aan de eerdere aanvraag was voorafgegaan, waardoor verweerder eiseres in de gelegenheid had moeten stellen om haar aanvraag aan te vullen. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit gegrond en vernietigde dit besluit, met de opdracht aan verweerder om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat eiseres recht heeft op een vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 1.068,- en dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 354,- door verweerder moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.