Over het strafontslag
9. Aan het strafontslag heeft verweerder de volgende gedragingen ten grondslag gelegd:
- ongeoorloofde afwezigheid in de periode van 1 januari 2018 tot en met 18 februari 2019 van ongeveer 495,75 uur en het niet verrichten van werkzaamheden voor de [naam] tijdens deze afwezigheid;
- onjuist registreren van ongeveer 495,75 uur in het SAP-tijdregistratiesysteem (hierna: het SAP-systeem);
- leugenachtig verklaren op 7, 10, 17, 21, 24, 27, 28 december 2018 en op 11 maart 2019 tegen eisers leidinggevende .
10. Voor de constatering van plichtsverzuim dat tot het opleggen van een disciplinaire maatregel aanleiding kan geven is volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB)noodzakelijk dat op basis van de beschikbare, deugdelijk vastgestelde gegevens de overtuiging is verkregen dat de betrokken ambtenaar de hem verweten gedragingen heeft begaan. Op deze feitenvaststelling zijn niet de zeer strikte bewijsregels van toepassing die in het strafrecht gelden. Verder moet het plichtsverzuim de ambtenaar zijn toe te rekenen en mag de opgelegde straf niet onevenredig zijn aan de ernst van het gepleegde plichtsverzuim.
11. De rechtbank zal het bestreden besluit beoordelen aan de hand van de volgende vragen:
- was het onderzoek van verweerder zorgvuldig?
- heeft eiser zich schuldig gemaakt aan de gedragingen die hem worden verweten?
- zijn de gedragingen aan te merken als plichtsverzuim?
- zijn de gedragingen aan eiser toe te rekenen?
- is het opleggen van onvoorwaardelijk strafontslag evenredig aan het plichtsverzuim?
Was het onderzoek van verweerder zorgvuldig?
12. Eiser betwist dat hij gedurende 495,75 uur afwezig is geweest en stelt dat het niet waar kan zijn dat hij een kwart van de werktijd ongeoorloofd afwezig was. Verweerder heeft miskend dat er wel degelijk een bewijs moet worden geleverd voor de betrouwbaarheid van registratiesystemen. En heeft ten onrechte niet geprobeerd te achterhalen waarom het resultaat zo ongerijmd is. Ook wijst eiser op de kwetsbaarheid van het SAP-systeem in die zin dat sommige registraties niet worden opgeslagen en later niet meer zijn terug te vinden. De geregistreerde tijden worden namelijk achteraf goedgekeurd en daarna pas opgeslagen. Eiser heeft ook verzocht om de Aangifte Douane Software (AGS) te raadplegen om te zien hoeveel werk hij heeft verricht. Door dit te negeren is het onderzoek onvolledig geweest, aldus eiser.
Daarnaast heeft eiser de suggestie gedaan om de toegangspoortjes van het parkeerterrein te controleren omdat hij ervan overtuigd is dat die controle zou hebben laten zien dat hij op diverse dagen die niet in het SAP-systeem zijn geregistreerd, toch aanwezig was.
13. De rechtbank stelt vast dat verweerder in het onder 6. vermelde onderzoek een aantal gegevens met elkaar heeft vergeleken. Dit betreft eisers invoer in het SAP-systeem, de tourniquetgegevens (gegevens van de Rijkspas) van de kantoren [kantoren] op [locatie] , de inloggegevens op de […] -werkplek en de e-mailberichten van eiser aan zijn leidinggevende met overzichten van zijn werkzaamheden. Uit dit onderzoek is gebleken dat eiser een groot aantal dagen de gehele dag te kort aanwezig of ingelogd is geweest en meerdere dagen een groot aantal uur te kort aanwezig is geweest op kantoor of ingelogd. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat dit objectieve en betrouwbare gegevens zijn.
14. Verweerder heeft gesteld – en door eiser is niet betwist - dat eiser voor het verrichten van zijn werkzaamheden (minimaal) moest zijn ingelogd op de […] -werkplek. Zowel van […] als van het SAP-systeem heeft verweerder voldoende aannemelijk gemaakt dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van deze gegevens. Verweerder heeft toegelicht dat van iedere medewerker van de [naam] wordt verwacht dat zij dagelijks de gewerkte uren registeren in het SAP-systeem. Zoals hierboven onder 1 tot en met 5 is weergegeven, is dit ook meerdere malen besproken met eiser en zijn er met hem afspraken gemaakt. Eisers stelling ter zitting dat hij door verweerder ten onrechte niet periodiek is bijgestuurd, volgt de rechtbank dan ook niet. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat indien eiser op eigen initiatief is afgeweken van deze afspraak, het op zijn weg had gelegen om zijn gewerkte uren zorgvuldig bij te houden. Bijvoorbeeld door het bijhouden van een agenda zodat hij bij het registreren van de uren geen fouten kon maken. Verweerder heeft voorts toegelicht dat, nadat de medewerker zijn gewerkte uren heeft geregistreerd, deze worden goedgekeurd door de leidinggevende. Aangezien wordt uitgegaan van vertrouwen in en van de medewerkers, worden de geregistreerde uren in beginsel goedgekeurd. Indien de leidinggevende geregistreerde uren niet goedkeurt, wordt hierover het gesprek aangegaan met de betreffende medewerker. Geregistreerde uren kunnen dan ook niet – zoals eiser stelt - zomaar verdwijnen. De rechtbank volgt eiser dan ook niet in zijn stelling dat het SAP-systeem kwetsbaar is..
15. Anders dan eiser heeft gesteld is er, op zijn verzoek, door verweerder wel aanvullend onderzoek gedaan naar de gegevens in het systeem AGS. Uit dit systeem blijkt dat in de periode van juli tot en met december 2018 de userid van eiser op 10 en 11 juli 2018 voorkomt. Op andere data komt de userid van eiser niet voor. Verweerder heeft hieruit kunnen concluderen dat deze gegevens de eerdere uitkomsten van het onderzoek bevestigen. Eiser heeft hier geen concrete argumenten tegen in gebracht. Gelet hierop heeft verweerder terecht geen aanleiding gezien om nog meer aanvullend onderzoek te doen naar de gegevens van de toegangspoortjes van het parkeerterrein.
16. De rechtbank concludeert dan ook dat het onderzoek van verweerder zorgvuldig is geweest.
Heeft eiser zich schuldig gemaakt aan de gedragingen die hem worden verweten?
17. Eiser betwist dat hij gedurende 495,75 uur afwezig is geweest en dat hij leugenachtig heeft verklaard..
18. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat verweerder zorgvuldig onderzoek heeft verricht. De rechtbank concludeert voorts dat verweerder met het onderzoek de gedragingen die aan het strafontslag ten grondslag zijn gelegd, heeft onderbouwd. Reeds gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat eiser zich schuldig heeft gemaakt aan de verweten gedragingen. Het had op de weg van eiser gelegen om zijn stellingen te onderbouwen. De enkele betwisting dat eiser de verweten gedragingen heeft begaan is dan ook onvoldoende.
Zijn de gedragingen aan te merken als plichtsverzuim en zijn de gedragingen aan eiser toe te rekenen?
19. De rechtbank stelt vast dat eiser niet heeft betwist dat de gedragingen zijn aan te merken als plichtsverzuim en evenmin dat de gedragingen hem kunnen worden toegerekend. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat de gedragingen zijn aan te merken als plichtsverzuim en dat verweerder de verweten gedragingen terecht aan eiser heeft toegerekend. Verweerder was dan ook bevoegd om eiser disciplinair te straffen.
Is het opleggen van onvoorwaardelijk strafontslag evenredig aan het plichtsverzuim?
20. Eiser stelt dat hij de aansporingen in het verleden heeft aangegrepen en jaren lang goed heeft gefunctioneerd. Verweerder moet dan ook in 2019 niet teruggrijpen naar waarschuwingen van negen en vijf jaar geleden. Na enige tijd moet toch iets van een nieuwe kans bestaan. Als de perikelen rondom de registratie van werktijden op zichzelf worden beoordeeld, dan is een onvoorwaardelijk strafontslag onevenredig, aldus eiser.
21. De rechtbank oordeelt dat de aan eiser opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag niet onevenredig is. Daarbij is in aanmerking genomen dat aan de integriteit van de [naam] hoge eisen worden gesteld. Van iedere medewerker van de [naam] wordt daarom een professionele instelling en een grote persoonlijke integriteit verwacht.Een onderdeel van de professionaliteit en hoge eisen aan integriteit is in ieder geval dat het management erop kan vertrouwen dat de medewerker zijn arbeidsduur volledig vervult en verantwoordelijkheid neemt voor een juiste urenregistratie in het SAP-systeem. Eiser heeft een groot aantal uren gedurende een periode van ongeveer een jaar op onjuiste wijze verantwoord. Anders dan eiser heeft gesteld, heeft verweerder in de belangenafweging niet alleen de waarschuwingen van 10 oktober 2011 en 18 augustus 2015 betrokken, maar ook het feit dat eiser ongeveer ieder jaar over de periode van 2011 tot en met 2018 is aangesproken op zijn houding en gedrag. Deze waarschuwingen heeft verweerder ten nadele van verweerder kunnen meewegen. De beroepsgrond slaagt niet.