Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Procesverloop
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [A] namens de burgemeester van de gemeente [naam gemeente] ;
- de heer [B] , psychiater, namens [naam instelling] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 16 april 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een crisismaatregel die door de burgemeester van de gemeente [naam gemeente] was opgelegd aan betrokkene. Betrokkene, geboren in 1994 en verblijvende in een instelling, heeft beroep ingesteld omdat hij niet gehoord was bij de oplegging van de maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester de crisismaatregel heeft verleend op basis van een medische verklaring van een psychiater, die concludeerde dat betrokkene niet gehoord kon worden vanwege zijn psychische toestand en de omstandigheden waarin hij zich bevond. De rechtbank heeft de hoorplicht uit artikel 7:1 lid 3 onder b van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) beoordeeld en geconcludeerd dat de burgemeester niet in strijd heeft gehandeld met deze hoorplicht. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen grond was voor schadevergoeding. De beslissing is openbaar uitgesproken en cassatie staat open tegen deze uitspraak.