Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 maart 2021 in de zaak tussen
Prorail B.V., te Utrecht, eiseres
Inleiding
Procesbelang
Inhoudelijke beoordeling
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland geoordeeld over een last onder dwangsom die was opgelegd aan Prorail B.V. door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De last was gericht op het voorkomen van herhaling van een overtreding van de Wet natuurbescherming (Wnb) na het verwijderen van de smalle raai, een beschermde vaatplant, tijdens onderhoudswerkzaamheden aan het spoor. De rechtbank constateerde dat de opgelegde last te ver strekte, aangezien deze niet alleen betrekking had op de specifieke overtreding, maar op alle groeiplaatsen van beschermde plantensoorten in Nederland. Dit was niet in overeenstemming met de doelstelling van de last, die enkel gericht zou moeten zijn op het voorkomen van herhaling van de specifieke overtreding in de Waalhaven Oost in Rotterdam. De rechtbank oordeelde dat de minister niet in de gelegenheid kon worden gesteld om het gebrek te herstellen, omdat de last inmiddels was verlopen. De rechtbank heeft het beroep van Prorail gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van Prorail en moet hij het betaalde griffierecht vergoeden.