ECLI:NL:RBMNE:2021:1035

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 maart 2021
Publicatiedatum
16 maart 2021
Zaaknummer
20/3951
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag dubbele kinderbijslag op basis van zorgbehoefte en CIZ-adviezen

In deze zaak heeft eiseres een aanvraag voor dubbele kinderbijslag ingediend voor haar dochter, die lijdt aan diabetes type 1 en ADD. De aanvraag werd afgewezen door de Sociale Verzekeringsbank, die zich baseerde op adviezen van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ concludeerde dat er geen sprake was van een zware zorgbehoefte op minimaal drie van de tien relevante functies, wat noodzakelijk is voor toekenning van de dubbele kinderbijslag. Eiseres heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat de zorgbehoefte van haar dochter verkeerd was ingeschat en dat andere ouders in vergelijkbare situaties wel dubbele kinderbijslag ontvangen.

Tijdens de zitting, die via een skypeverbinding plaatsvond, heeft eiseres haar situatie toegelicht. Ze benadrukte de intensieve zorg die haar dochter nodig heeft, zoals het helpen met insuline spuiten en het monitoren van haar bloedsuikerspiegel. De rechtbank oordeelde echter dat de beoordeling van het CIZ terecht was, aangezien de zorgbehoefte van de dochter niet voldeed aan de criteria voor dubbele kinderbijslag. De rechtbank stelde vast dat de argumenten van eiseres niet voldoende waren om de conclusie van het CIZ te weerleggen.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak werd gedaan op 8 maart 2021 door rechter J.G. Nicholson, in aanwezigheid van griffier S. van den Broek. Eiseres werd geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/3951
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 maart 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, verweerder

(gemachtigde: mr. S.M.C. Rooijers).

Procesverloop

Met het besluit van 5 augustus 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder beslist dat eiseres vanaf het vierde kwartaal van 2019 geen dubbele kinderbijslag kan krijgen voor haar dochter [dochter] .
Met het besluit van 8 oktober 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden, door middel van een skypeverbinding, op 8 maart 2021. Eiseres heeft telefonisch aan de zitting deelgenomen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

De aanleiding voor deze procedure
1. Eiseres heeft dubbele kinderbijslag aangevraagd voor haar dochter [dochter] (geboren: [2007] ), vanwege intensieve zorg. Bij [dochter] is sprake van diabetes type 1 en add.
2. Verweerder heeft advies gevraagd aan het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).
3. Het CIZ heeft een negatief advies gegeven aan verweerder over de dubbele kinderbijslag. De beoordeling van de zorgbehoefte is gebaseerd op twee onderdelen: verzorging en oppassing, die ieder vijf functies bevatten. Op basis van de ontvangen medische gegevens, het door eiseres ingevulde vragenformulier en de door eiseres gegeven mondelinge toelichting is uitgegaan van de noodzaak van (in ernstige mate) meer zorg op één functie, namelijk ‘alleen thuis zijn’. Dit is volgens CIZ een te lage score.
4. Verweerder heeft het advies van het CIZ overgenomen en met het primaire besluit de aanvraag voor dubbele kinderbijslag voor [dochter] afgewezen. Er moet volgens verweerder namelijk sprake zijn van een ernstige zorgbehoefte op minimaal drie functies.
5. Naar aanleiding van het bezwaar van eiseres heeft het CIZ de zorgbehoefte van [dochter] op de tien bepalende functies opnieuw beoordeeld. Het CIZ blijft bij het eerdere advies, namelijk dat geen sprake is van een intensieve zorgbehoefte vanwege een te lage score. Verweerder heeft op basis hiervan het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Het standpunt van eiseres
6. Eiseres vindt dat de zorgbehoefte van [dochter] verkeerd is ingeschat. Het is volgens haar bijvoorbeeld onjuist dat voor het onderdeel ‘medische verzorging’ een score 0 is toegekend. Verweerder werkt met scores, maar deze zijn niet altijd even representatief als het gaat over hoeveel tijd de verzorging van een kind in deze situatie inneemt. Eiseres heeft dit als volgt toegelicht.
7. Eiseres moet iedere dag naar school of een andere plaats om [dochter] te helpen met insuline spuiten. Dit komt doordat [dochter] aanvankelijk maar op één plek op haar lichaam zelf durfde te spuiten en hierdoor spuitplekken zijn ontstaan. Inmiddels heeft zij begeleiding van een psycholoog, maar ze heeft hier nog steeds moeite mee. Ook het meten en berekenen van bloedglucose, in combinatie met het rekening houden met het eten van koolhydraten, is erg zwaar. Daarbij komt dat [dochter] een hypo niet voelt, waardoor extra controle en (telefonisch) contact nodig is. Al met al is de zorg dusdanig intensief dat eiseres al een jaar niet meer heeft kunnen werken.
8. Tijdens de zitting heeft eiseres hieraan toegevoegd dat andere ouders met een kind met diabetes type 1 wel dubbele kinderbijslag krijgen en dat dit oneerlijk is.
Het standpunt van verweerder
9. Verweerder stelt dat vanwege de leeftijd van [dochter] voor het recht op dubbele kinderbijslag voor de tien functies die getoetst worden, op minimaal drie functies sprake moet zijn van de noodzaak om in ernstige mate meer zorg te bieden. Het CIZ heeft zich gebaseerd op de aanwezige medische gegevens, een vragenlijst en een gerichte uitvraag bij eiseres. Op basis hiervan is CIZ slechts op één onderdeel tot de conclusie gekomen dat sprake is van de noodzaak van in ernstige mate meer zorg voor [dochter] . Om deze reden wordt niet voldaan aan de criteria en bestaat geen recht op dubbele kinderbijslag.

Beoordeling door de rechtbank

10. De rechtbank oordeelt dat verweerder in deze procedure terecht geen dubbele kinderbijslag heeft toegekend.
11. Om in aanmerking te komen voor dubbele kinderbijslag moet sprake zijn van intensieve zorg. Dit is voor een kind van tussen de tien en zeventien jaar het geval als op minimaal drie onderdelen een zware zorgbehoefte wordt aangenomen (drie punten). [1] Voor [dochter] is alleen een zware zorgbehoefte aangenomen voor ‘alleen thuis zijn’. Verweerder heeft zich hierbij mogen baseren op de adviezen van het CIZ van 30 juli 2020 en 2 oktober 2020. Het gaat namelijk om deskundigenadviezen waar vanuit gegaan mag worden, tenzij er reden is te twijfelen aan de zorgvuldigheid, juistheid of volledigheid van die adviezen. [2]
12. De argumenten die eiseres heeft aangevoerd, zoals het moeten helpen met douchen en aankleden zijn meegewogen door het CIZ. Hier zijn vanwege het strikte toetsingskader alleen geen punten voor toegekend. [3] Het gaat er voor het onderdeel ‘lichaamshygiëne’ namelijk onder andere om dat volledige hulp nodig is en meewerken of meehelpen door het kind niet of slechts in geringe mate mogelijk is. Dat is bij [dochter] niet het geval. Ook voor ‘medische verzorging’ is terecht geen punt toegekend. Het controleren en spuiten van insuline wordt namelijk niet als specifiek verpleegkundige handeling aangemerkt. [4] Over het onderdeel ‘begeleiding buitenshuis’ heeft eiseres aangevoerd dat [dochter] alleen kan buitenspelen op het pleintje voor de woning, zolang eiseres maar af en toe kijkt hoe het gaat. Volgens het toetsingskader kan in zo’n geval geen punt worden toegekend.
13. Het argument van eiseres dat kennissen ook een kind met diabetes type 1 hebben en wel dubbele kinderbijslag krijgen, slaagt niet. Om als gelijke gevallen te worden aangemerkt moet de situatie overeenkomen. Met de enkele mededeling hierover tijdens de zitting is niet duidelijk geworden of de zorgbehoefte van dat kind, de leeftijd en andere relevante omstandigheden volledig gelijk zijn aan die van [dochter] .
14. Een ander punt is dat de intensiteit van de zorg voor [dochter] lijkt samen te hangen met de vastgestelde add. In deze procedure heeft verweerder hier geen rekening mee kunnen houden, omdat hierover geen stukken van de behandelend sector (zoals een psycholoog) aanwezig zijn. Verweerder heeft op de zitting gezegd dat eiseres deze stukken voor een nadere beoordeling, die buiten deze procedure valt, alsnog kan toesturen.
14. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat eiseres geen gelijk krijgt.
15. Voor een proceskostenveroordeling of een vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8 maart 2021 door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van mr. S. van den Broek, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop het proces-verbaal van deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.artikel 3, eerste tot en met het derde lid, van de Regeling uitvoering dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg.
2.uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) van 25 september 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BX8145 (te vinden via www.rechtspraak.nl).
3.
4.uitspraak van de Raad van 11 november 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:2795 (te vinden via www.rechtspraak.nl).