12.BESLISSING
- verklaart het onder parketnummer 16-079018-19 onder de feiten 1, 2, 3, 5, 7 en 8 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder parketnummer 16-024547-19 als primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder parketnummer 16-079018-19 onder feiten 4, 6 en 9 en het onder parketnummer 16-024547-19 subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat de tijd door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht op de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- legt op aan verdachte de
o de maatregel van Toezicht en Begeleiding, uit te voeren door Samen Veilig Midden-Nederland, waarin is besloten de Intensieve Traject Begeleiding Harde Kern voor de duur van maximaal 12 maanden;
o behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling;
o meewerken aan een dagbesteding in de vorm van school of werk.
- draagt Samen Veilig Midden-Nederland op de tenuitvoerlegging van de maatregel te ondersteunen en de identiteit van veroordeelde vast te stellen als bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;
- beveelt dat
Dadelijke uitvoerbaarheid
- beveelt dat het programma waaruit de maatregel bestaat op grond van artikel 77w, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht dadelijk uitvoerbaar is;
- gelast de teruggave aan veroordeelde van de volgende voorwerpen:
o een telefoon, merk Nokia (A.01.02.001);
o een lege iPhone doos (A.01.02.001);
o zilveren ring met roze bloem (A.01.02.005);
o twee gouden kettingen met steentjes (A.01.02.006);
o twee gouden kettingen met steentjes (A.01.02.007);
o BQ telefoon (A.01.02.008);
o een iPhone (A.01.02.013);
o een sleutelbos (A.01.03.001);
o een televisie, merk Philips (A.01.04.001);
o een oorhanger (A.03.01.002);
o schoenen, merk Nike (A.04.01.001).
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
o een iPhone (A.01.01.001);
o een papiertje met telefoonnummers (A.01.02.010);
o verpakkingsmateriaal (A.01.02.012);
o twee weegschalen (A.01.02.004);
o papieren envelopjes (A.01.02.003);
o een breekijzer (A.02.01.001);
o een schroevendraaier (A.03.02.001).
Benadeelde partij [benadeelde 1]
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat zij haar vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en veroordeelde, in die zin dat ieder haar/zijn eigen kosten draagt.
Benadeelde partij [benadeelde 3]
- wijst de vordering ten aanzien van de materiële schadevergoeding
- verklaart de benadeelde partij ten aanzien van de gevorderde immateriële schadevergoeding niet ontvankelijk en bepaalt dat hij zijn vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en veroordeelde, in die zin dat ieder zijn eigen kosten draagt.
Benadeelde partij [benadeelde 5]
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat hij zijn vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en veroordeelde, in die zin dat ieder haar/zijn eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.P. van Tricht, voorzitter, mrs. E.J. van Rijssen en J.W.B. Snijders Blok, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. F. Verkuijlen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 maart 2020.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat:
1. hij in of omstreeks de periode van 9 januari 2019 tot en met 12 januari 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (in/uit een woning gelegen aan de [adres] ), goederen, te weten een of meerdere siera(a)d(en), althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] , althans aan een ander dan aan [verdachte] , waarbij [verdachte] de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
2. hij op of omstreeks 24 december 2018 te [woonplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (in/uit een woning gelegen aan de [adres] ), goederen, te weten
- geld (in totaal ongeveer 1175 euro) en/of
- een of meerdere waardebon(nen) (met een waarde van 70 euro) en/of
- een of meerdere munt(en) en/of
- een laptop en/of
- een computer (Apple Imac 27) en/of
- een Apple Time Capsule en/of
- computersoftware en/of
- een USB stick (Apple USB super drive en/of
- een televisie (Philips) en/of
- een fotocamera (Kodak) en/of
- een afstandsbediening (Logitech) en/of
- een (auto)sleutel (Volkswagen) en/of
- een of meerdere siera(a)d(en),
althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] (en/of zijn familieleden), althans aan een ander dan aan [verdachte] en/of zijn mededader(s), waarbij [verdachte] en/of zijn mededader(s) de weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 2 april 2019 te Amersfoort, althans in Nederland, een goed, te weten een televisie (Philips) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht )
3. hij op of omstreeks 26 februari 2019 te Amersfoort, althans in Nederland, een goed, te weten een of meerdere siera(a)d(en) en/of een telefoon (Iphone 4s) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht )
4. hij op of omstreeks 2 maart 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (in/uit een woning gelegen aan de [adres] ), goederen, te weten geld (ongeveer 40 euro) en/of een of meerdere horloge(s) en/of een spelcomputer (Xbox) en/of een of meerdere computerspel(len), althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] (en/of zijn familie), althans aan een ander dan aan [verdachte] en/of zijn mededader(s), waarbij [verdachte] en/of zijn mededader(s) de weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
5. hij op of omstreeks 4 maart 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (in/uit een woning gelegen aan de [adres] ), goederen, te weten een (zak)lamp en/of een of meerdere siera(a)d(en), althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] , althans aan een ander dan aan [verdachte] en/of zijn mededader(s), waarbij [verdachte] en/of zijn mededader(s) de weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 2 april 2019 te Amersfoort, althans in Nederland, een goed, te weten een sieraad (een dasspeld) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed/ deze goederen wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht )
6. hij op of omstreeks 20 maart 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door [verdachte] voorgenomen misdrijf om, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, goederen naar zijn/hun gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan [verdachte] en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever] , weg te nemen (in/uit een woning gelegen aan de [adres] ) en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, de terrasdeuren van voornoemde woning heeft opengebroken/geopend, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
7. hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2019 tot en met 28 maart 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, tussen 23:38 uur (27 maart 2019) en 02:01 uur (28 maart 2019), in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in/uit/bij een woning, gelegen aan de [adres] , alwaar [verdachte] zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een personenauto (Porsche 911 met kenteken 6KZH92) en/of
- een of meerdere fotocamera(‘s) (Hasselblad en/of Canon) en/of
- een laptop (Apple Macbook Pro)
- een tablet (Ipad) en/of
- een of meerdere waardepapier(en) en/of
- een of meerdere zonnebril(len) en/of
- geld (ongeveer 30 euro) en/of
- een autosleutel (BMW en/of
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan [verdachte] en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 5] ;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 2 Wetboek van Strafrecht )
8. hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 2 april 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het plegen van diefstallen (uit woningen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming);
( art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
9. hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 2 april 2019 te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd een of meer (gebruikers)hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne en/of van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne, (telkens) een middel voorkomende op lijst I van de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
16-024547-19
hij op of omstreeks 28 januari 2019 te [woonplaats] , gemeente Gooise Meren tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan [verdachte] en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 6]
, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl [verdachte] en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking inklimming en/of een valse sleutel;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 januari 2019 te [woonplaats] , gemeente Gooise Meren tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door [verdachte] en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan [verdachte] en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 6]
, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van
- het verbreken van een ruit aan de achterzijde van de woning, en/of
- het forceren van het raamkozijn aan de achterzijde van de woning, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )