ECLI:NL:RBMNE:2020:875
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- R.C. Moed
- M.C. Stoové
- G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor uitbreiding melkgeitenhouderij op basis van voorzorgsbeginsel
In deze zaak heeft eiseres, een B.V. gevestigd in [vestigingsplaats], een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning om haar melkgeitenhouderij uit te breiden naar 2.100 melkgeiten. De aanvraag werd op 4 juni 2019 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen geweigerd, waarbij het college zich baseerde op het voorzorgsbeginsel. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 18 februari 2020 inhoudelijk werd behandeld. De rechtbank heeft de zaak onmiddellijk na de zitting behandeld en uitspraak gedaan.
De rechtbank overweegt dat het college een zekere beoordelingsruimte heeft bij het weigeren van een vergunning. In dit geval heeft het college zijn beslissing onderbouwd met een rapport van het RIVM, waarin een verband wordt gelegd tussen de aanwezigheid van melkgeitenhouderijen en een verhoogd risico op longontsteking. De rechtbank oordeelt dat het college op basis van dit rapport en het voorzorgsbeginsel de weigering van de vergunning voldoende heeft toegelicht en dat deze niet onredelijk is.
Eiseres heeft betoogd dat het rapport van het RIVM onvoldoende basis biedt voor de weigering, maar de rechtbank stelt vast dat voor een weigering op grond van het voorzorgsbeginsel niet vereist is dat er een causaal verband is aangetoond. De rechtbank concludeert dat de weigering van de omgevingsvergunning terecht is en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De partijen zijn gewezen op de mogelijkheid van hoger beroep.