ECLI:NL:RBMNE:2020:749
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake toekenning ZW- en WIA-uitkering zonder duurzaamheidsclaim
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de besluiten van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) met betrekking tot de toekenning van een Ziektewet (ZW) en een Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) uitkering. Eiser, die zich op 1 juli 2011 ziekmeldde vanuit de Werkeloosheidswet, kreeg na een wachttijd van 104 weken te horen dat hij niet in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Na een nieuwe ziekmelding per 24 juli 2017, ontving hij een ZW-uitkering van zijn werkgever. Eiser verzocht om herbeoordeling van zijn WIA-aanvraag, maar het UWV weigerde dit en beëindigde zijn ZW-uitkering per 24 augustus 2018. Na herbeoordeling werd eiser volledig arbeidsongeschikt geacht, maar hij stelde beroep in tegen de eerdere besluiten van het UWV.
De rechtbank heeft op 20 februari 2020 uitspraak gedaan en de beroepen van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat eiser met de bestreden besluiten had gekregen wat hij wilde, namelijk de herleving van zijn ZW-uitkering en een WIA-uitkering. Eiser had geen procesbelang bij een correcte weergave van zijn beperkingen in de functionele mogelijkhedenlijst (FML), omdat hij volledig arbeidsongeschikt werd geacht en er geen verwachting was dat hij zou re-integreren. De rechtbank concludeerde dat eiser geen procesbelang had bij de procedure en dat de beroepen daarom niet-ontvankelijk waren. Eiser kreeg geen vergoeding van zijn proceskosten.