Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Inleiding
- de brief van 4 september 2020 van de vrouw;
- de brief van 17 augustus 2020 van de vrouw;
- de brief van 28 september 2020 van de man;
- de brief van 16 november 2020 van de vrouw met bijlagen;
- de brief van 18 november 2020 van de man met bijlagen.
2.De verdere beoordeling
het depot bij de notaris van € 75.000,-, de nog onverdeelde verkoopopbrengst van de voormalige echtelijke woning. Als gezegd, zal hieruit eerst het vergoedingsrecht van de man uit moeten worden voldaan. Wat overblijft, moeten partijen bij helfte verdelen. Partijen moeten de notaris binnen vier weken na betekening van deze beschikking opdracht geven tot uitkering, bij gebreke waarvan deze beschikking in de plaats treedt van die opdracht.
Het aandelendepot bij Allianzhoeft niet meer te worden verdeeld, omdat partijen het eens zijn geworden dat deze is gebruikt voor de aflossing van de hypothecaire geldlening verbonden aan woning.
de saldi van de verschillende bankrekeningenop de peildatum bij helfte moeten worden verdeeld. De rechtbank zal zo beslissen. Het verzoek deze beschikking zo nodig in de plaats te stellen van de medewerking van één van partijen zal worden afgewezen, omdat de aard van de rechtshandeling zich daartegen verzet.
de lijfrentepolis bij Aegon op naam van de man, de beleggingsverzekering bij Interpolisals
de aandelenportefeuille bij Robecozullen worden gesplitst. De rechtbank zal zo beslissen. Indien één van partijen niet binnen vier weken na betekening van deze beschikking alle benodigde medewerking verleend aan de splitsing, zal deze beschikking in de plaats treden van die medewerking.
De lijfrentepolis bij Aegon op naam van de vrouwzal geheel (zonder nadere verrekening) aan de vrouw worden toebedeeld, omdat zij tijdens het huwelijk haar aanspraak op verevening van het ouderdoms- en nabestaandenpensioen van de man heeft prijsgegeven en dus niet over een oudedagsvoorziening beschikt. De man heeft daarmee ingestemd. Ook hier geldt dat de beslissing van de rechtbank in de plaats treedt van de vereiste medewerking van partijen als deze niet binnen vier weken na betekening van de beschikking is verleend.
inboedelvan partijen met gesloten beurzen is verdeeld, inclusief de roerende zaken uit de erfenis van de moeder van de man. De vrouw heeft namelijk ter zitting verklaard dat de man het muziekorgel aan een museum in [woonplaats] heeft geschonken en het zilver aan de kinderen van partijen, en dat de man vlak voor de levering van de woning, heeft aangegeven dat hij de kast en het servies niet meer wilde hebben. De man heeft dat niet weersproken. Toedeling aan de man is dus niet meer aan de orde.