ECLI:NL:RBMNE:2020:5904

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 december 2020
Publicatiedatum
9 februari 2021
Zaaknummer
20/1373-V
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens te late indiening zonder verschoonbare reden

In deze zaak heeft de opposant verzet aangetekend tegen de uitspraak van de rechtbank van 15 september 2020, waarin zijn beroep tegen een besluit van Zilveren Kruis Zorgkantoor niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het te laat was ingediend. De opposant stelde dat er sprake was van een verschoonbare reden voor de termijnoverschrijding, verwijzend naar zijn medische situatie en de omstandigheden rondom de dood van de vader van zijn helper. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de medische situatie van de opposant en de persoonlijke omstandigheden van zijn helper geen verschoonbare redenen vormen voor het te laat indienen van het beroep. De rechtbank heeft de uitspraak van 15 september 2020 in stand gelaten, omdat de opposant niet tijdig op de beslissing op bezwaar heeft gereageerd en de argumenten voor verschoonbaarheid niet overtuigend waren. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is genomen door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk, en is op 14 december 2020 openbaar gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/1373-V

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 december 2020 op het verzet

[opposant] , te [woonplaats] , opposant,

(gemachtigde: mr. S. Gadella).

Procesverloop

Opposant heeft beroep ingesteld tegen het besluit op bezwaar van 21 februari 2020 van Zilveren Kruis Zorgkantoor.
In de uitspraak van 15 september 2020 heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroep te laat is ingediend.
Opposant heeft tegen deze uitspraak een verzetschrift ingediend.
Opposant heeft niet gevraagd om op een zitting te worden gehoord. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien om opposant op een zitting te horen.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft de uitspraak van 15 september 2020 gedaan zonder dat zij een zitting heeft gehouden. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als over de uitkomst van de procedure in redelijkheid geen twijfel mogelijk is.
2. In deze verzetprocedure is de beoordeling van de rechtbank beperkt tot de vraag of terecht uitspraak van de rechtbank van 15 september 2020 in stand kan blijven. Zo ja, dan is het verzet ongegrond en blijft de eerdere uitspraak in stand. Zo nee, dan is het verzet gegrond en vervalt de eerdere uitspraak.
3. Volgens opposant is de uitspraak van de rechtbank van 15 september 2020 niet juist omdat er sprake is van een verschoonbare reden voor het te laat indienen van het beroep. Opposant benadrukt zijn medische situatie en verwijst naar een uitspraak van Rechtbank Haarlem van 7 oktober 2008 (ECLI:NL:RBHAA:2008:BF8067) waarin de termijnoverschrijding vanwege de medische situatie bij eiser verschoonbaar is geacht.
Daarnaast benadrukt opposant de situatie van de helper van opposant (mevrouw [helper 1] ). Haar vader is in februari 2020 in Tunesië overleden. Toen zij terug kwam uit Tunesië is zij door de vorige helper van opposant – de heer [helper 2] , die namens hem bezwaar had ingesteld – op de hoogte gebracht van de beslissing. Op 3 april 2020 heeft zij van hem vernomen dat de termijn die dag afliep. Zij wist ook niet goed hoe en of zij een advocaat in kon schakelen door de hele situatie rondom Covid-19. Uiteindelijk is op 6 april 2020 door gemachtigde beroep ingesteld.
4. De rechtbank volgt de vergelijking met de uitspraak van rechtbank Haarlem van
7 oktober 2008 niet. Ook volgt de rechtbank opposant niet in zijn stelling dat de medische situatie van opposant zorgt voor een verschoonbare termijnoverschrijding. De uitspraak van de rechtbank Haarlem heeft betrekking op een persoon die zelf een brief had ontvangen waar hij /zij op tijd op had moeten reageren. Omdat de beslissing op bezwaar is gestuurd naar de heer [helper 2] gaat deze vergelijking niet op. Ook om die reden is de medische situatie van opposant geen reden om het te laat indienen van het beroepschrift verschoonbaar te achten.
De persoonlijke situatie van mevrouw [helper 1] ziet de rechtbank ook niet als een verschoonbare reden. In dit geval had het wellicht op de weg van de heer [helper 2] gelegen om een pro-forma beroepschrift in te dienen naar aanleiding van de beslissing op bezwaar. In elk geval had mevrouw [helper 1] dit kunnen doen nadat zij op de hoogte was gesteld van het besluit. Zoals uit het WhatsApp gesprek volgt wat door opposant is overlegd, was zij vóór 3 april 2020 op de hoogte van het besluit.
5. Dit betekent dat het verzet ongegrond is en dat de uitspraak van de rechtbank van
21 september 2020 in stand blijft.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is uitgesproken op 14 december 2020 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak kunt u niet in hoger beroep.