Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat het over?
3.De beoordeling
FNV/Pontmeyer).
600,00(2,5 punten x tarief € 240,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, [eiser], en zijn werkgever, [gedaagde] B.V. De kern van de zaak betreft de vraag of de leaseauto die aan [eiser] ter beschikking was gesteld, kan worden gekwalificeerd als een arbeidsvoorwaarde en of de werkgever het recht had om deze eenzijdig in te trekken. [eiser] was sinds 2008 in dienst bij [gedaagde] en had bij zijn indiensttreding een leaseauto gekregen, die hij ook privé mocht gebruiken. In 2018 heeft [gedaagde] een nieuw mobiliteitsbeleid geïntroduceerd, waarbij het recht op een leaseauto werd beperkt tot medewerkers met een ambulante functie. [gedaagde] stelde dat [eiser] geen recht meer had op de leaseauto, omdat zijn functie niet meer als ambulant werd aangemerkt. [eiser] maakte bezwaar tegen deze beslissing en vorderde in deze procedure een verklaring voor recht dat de leaseauto een arbeidsvoorwaarde was en dat de wijziging van deze arbeidsvoorwaarde niet rechtsgeldig was. De kantonrechter oordeelde dat de leaseauto inderdaad een arbeidsvoorwaarde was en dat [gedaagde] deze niet eenzijdig mocht wijzigen. De rechter wees de vordering van [eiser] toe en veroordeelde [gedaagde] om hem een leaseauto ter beschikking te stellen van dezelfde prijs en categorie als zijn laatste leaseauto. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten.