ECLI:NL:RBMNE:2020:5119
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Waarde WOZ van een supermarkt en de marktconformiteit van huurprijzen
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 30 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de WOZ-waarde van een supermarkt. De heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort had de waarde van het onroerend goed vastgesteld op € 2.781.000,- per 1 januari 2018. Eiseres, de gebruiker van het object, heeft tegen deze vaststelling beroep ingesteld, waarbij zij een lagere waarde van € 1.470.000,- bepleit. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een zitting op 24 september 2020, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
De rechtbank overweegt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn om de door eiseres opgevoerde huurprijs van € 150.000,- als marktconform te beschouwen. De heffingsambtenaar heeft een taxatierapport overgelegd dat de huurwaarde van het object op € 283.644,- per jaar vaststelt, wat aanzienlijk hoger is dan de door eiseres voorgestelde huurprijs. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de huurwaarde niet te hoog heeft vastgesteld en dat de waarde van het object niet hoger is vastgesteld dan de waarde in het economisch verkeer.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding om de heffingsambtenaar in de proceskosten van eiseres te veroordelen. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.