ECLI:NL:RBMNE:2020:5040
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ouderlijke bijdrage aanvullende beurs en toetsingsinkomen
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, de vader van een studerende, en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dienst Uitvoering Onderwijs. Eiser was het niet eens met de vaststelling van de ouderbijdrage voor de aanvullende beurs van zijn dochter, die 32 jaar oud is en een zoon van 9 jaar heeft. Eiser, die gepensioneerd is, stelde dat zijn inkomen niet van invloed zou moeten zijn op de hoogte van de aanvullende beurs, omdat hij geen ouderbijdrage kan betalen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de ouderbijdrage op de juiste manier is vastgesteld door verweerder, waarbij het toetsingsinkomen van de ouders bepalend is voor de berekening van de aanvullende beurs. De rechtbank heeft de argumenten van eiser verworpen, omdat deze geen aanleiding gaven om zijn inkomen buiten beschouwing te laten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.