ECLI:NL:RBMNE:2020:5019

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 november 2020
Publicatiedatum
17 november 2020
Zaaknummer
7933217 UC EXPL 19-7805
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging deelnemersovereenkomst tussen notariskantoren en Netwerk Notarissen

In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over de beëindiging van een deelnemersovereenkomst tussen [eiseres sub 1] en Netwerk Notarissen. De deelnemersovereenkomst, die in 2000 was aangegaan, werd door Netwerk Notarissen opgezegd in maart 2019, met als argument dat [eiseres sub 1] niet loyaal zou zijn geweest en niet voldeed aan de verplichtingen uit de overeenkomst. Eisers, bestaande uit [eiseres sub 1] en de notarissen [eiser sub 4] en [eiser sub 5], stelden dat de overeenkomst niet rechtsgeldig was beëindigd en vorderden nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de opzegging niet correct was uitgevoerd, omdat Netwerk Notarissen de contractuele procedures niet had gevolgd. De rechter concludeerde dat de overeenkomst niet van rechtswege was geëindigd en dat Netwerk Notarissen verplicht was om een nieuwe overeenkomst aan te bieden. De kantonrechter heeft de vorderingen van eisers toegewezen, inclusief de betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 7933217 UC EXPL 19-7805 aw/1370
Vonnis van 11 november 2020
inzake
1. de maatschap
[eiseres sub 1],
gevestigd te [vesigingsplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 2] B.V.,
gevestigd te [vesigingsplaats] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 3] B.V.,
gevestigd te [vesigingsplaats] ,
4.
[eiser sub 4],
wonende te [woonplaats 1] ,
5.
[eiser sub 5],
wonende te [woonplaats 2] ,
eisers,
eiser sub 1 verder ook te noemen: [eiseres sub 1] ,
eiser sub 4 verder te noemen: [eiser sub 4] ,
eiser sub 5 verder te noemen: [eiser sub 5] ,
gemachtigde: mr. V.J.N. van Oijen,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Netwerk Notarissen B.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen: Netwerk Notarissen,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.R. Ruygvoorn.

1.De procedure

Hoe de procedure is verlopen, blijkt uit het volgende:
  • de dagvaarding met 24 producties is op 22 juli 2019 bij Netwerk Notarissen bezorgd,
  • Netwerk Notarissen heeft schriftelijk op de dagvaarding gereageerd. Zij heeft daarbij 12 producties gevoegd,
  • daarna hebben partijen ieder achtereenvolgens nog eens schriftelijk op elkaars stukken gereageerd. Eisers hebben daarbij hun eis gewijzigd en de aanvullende producties 25 tot en met 32 toegestuurd. Netwerk Notarissen heeft bij haar schriftelijke reactie de aanvullende producties 13 en 14 gevoegd,
  • eisers hebben daarna schriftelijk op de producties 13 en 14 van Netwerk Notarissen gereageerd,
  • eisers hebben ten behoeve van de mondelinge behandeling van de zaak de aanvullende producties 33 tot en met 36 toegezonden,
  • de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 september 2020. Van wat er is besproken heeft de griffier aantekening gemaakt. Aan het slot van de zitting heeft de kantonrechter aan partijen meegedeeld dat vonnis zal worden gewezen.

2.De feiten

2.1.
[eiseres sub 2] B.V. is de praktijkvennootschap van notaris [eiser sub 5] . [eiseres sub 3] B.V. is de praktijkvennootschap van notaris [eiser sub 4] . Deze twee vennootschappen zijn maten van [eiseres sub 1] .
2.2.
Netwerk Notarissen B.V. is een landelijk samenwerkingsverband van circa 150 notariskantoren. De doelstelling van de samenwerking is onder andere het verhogen van de kwaliteit van de notarieel-juridische dienstverlening, de kantooromzet en naamsbekendheid van de aangesloten kantoren, alsmede het verbeteren van de efficiëncy binnen de kantoren. Netwerk Notarissen ontwikkelt als centrale (service-)organisatie onder meer modellen, cursussen, een kwaliteitssysteem en marketinginstrumenten.
2.3.
Tussen Netwerk Notarissen en [eiseres sub 1] bestaat sinds 2000 een samenwerking, op grond van een zogenoemde deelnemersovereenkomst. In de deelnemersovereenkomst is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen (volgens de versie die begin 2014 door of namens partijen is ondertekend, is ingegaan per 1 januari 2014 en na verloop van de overeengekomen contractsduur van drie jaar stilzwijgend is voortgezet, productie 1 bij dagvaarding):
( [eiseres sub 1] wordt in de deelnemersovereenkomst aangeduid als: Deelnemer, Netwerk Notarissen ook als: NNCO, dat staat voor: Netwerk Notarissen Centrale Organisatie)
12. Procedures Deelnemer
Deelnemer zal, indien hij in een geschil verwikkeld raakt dat mogelijk tot een gerechtelijke of tuchtrechtelijke procedure leidt die gevolgen kan hebben voor zijn ambtsuitoefening, NNCO daarvan onmiddellijk op de hoogte stellen.
(…)

15.Looptijd overeenkomst

15.1
Bestaand kantoor: De onderhavige overeenkomst tussen partijen is aangegaan voor een periode van drie (3) jaren, te rekenen vanaf de ingangsdatum tot de einddatum zoals opgenomen in bijlage A.
(…)
15.3
Indien Deelnemer deze overeenkomst wenst te beëindigen na het verstrijken van de duur van deze overeenkomst, geldt een opzegtermijn van drie (3) maanden. Opzegging geschiedt bij aangetekend schrijven of deurwaardersexploit.
15.4
Indien deze overeenkomst niet tijdig door Deelnemer is opgezegd, stelt NNCO een nieuwe deelnemersovereenkomst op (naar de dan geldende vorm en inhoud) en biedt deze ter ondertekening door Deelnemer aan hem aan, zodanig dat de nieuwe deelnemersovereenkomst tijdig (d.i. vóór het verstrijken van de duur van de onderhavige overeenkomst) kan worden ondertekend door Deelnemer en NNCO. NNCO is bevoegd geen nieuwe deelnemersovereenkomst op te stellen en ter ondertekening aan te bieden indien Deelnemer in gebreke is op grond van deze overeenkomst.
15.5
Indien Deelnemer niet tijdig de nieuwe deelnemersovereenkomst heeft ondertekend, heeft NNCO het recht de onderhavige overeenkomst op te zeggen op de wijze als in artikel 15.3, tweede zin is bepaald, met inachtneming van een opzegtermijn van drie (3) maanden.

16.Beëindiging

16.1
NNCO heeft het recht deze overeenkomst met onmiddellijke ingang per aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploit op te zeggen, nadat NCCO tenminste een maand tevoren Deelnemer schriftelijk ervan op de hoogte heeft gesteld, dat het kantoor door Deelnemer niet conform de formule wordt geëxploiteerd en Deelnemer ook na schriftelijke terechtwijzing volhardt in een bedrijfsvoering welke op wezenlijke onderdelen afwijkt van de instructies en richtlijnen, zoals die zijn opgenomen in het Netwerk Notarissen Kwaliteitssysteem. NNCO is verplicht in bedoelde schriftelijke aanzegging de bezwaren met redenen te omkleden en Deelnemer erop te wijzen, dat binnen een maand aan de bezwaren dient te zijn tegemoet gekomen.
16.2
NNCO kan pas van het in artikel 16.1 gemelde recht gebruik maken nadat de Raad van Commissarissen van Netwerk Notarissen daaraan goedkeuring heeft verleend, waarvan blijkt uit (een uittreksel uit) de notulen van de vergadering van de Raad.

17.Beëindigingscriteria

17.1
De Raad van Commissarissen van Netwerk Notarissen zal moeten beoordelen of NNCO in redelijkheid kon komen tot haar voornemen tot het besluit de deelnemersovereenkomst op te zeggen. Daarbij kunnen – onder meer, maar niet uitsluitend – de navolgende criteria aan de orde komen:
1. de wijze waarop de verplichtingen uit de deelnemersovereenkomst zijn nagekomen;
2. de kwaliteit van de door Deelnemer in het kader van de uitvoering van de deelnemersovereenkomst geleverde prestaties;
3. het aanrichten van schade aan de belangen van NNCO, het schenden van de intellectuele eigendomsrechten van NNCO, dan wel van de overeengekomen bepalingen terzake van geheimhouding en non-concurrentie;
4. de loyaliteit van Deelnemer ten opzichte van NNCO en zijn collega-Deelnemer(s).
17.2
In afwijking van het bepaalde in het lid 17.1 van dit artikel zijn zowel NNCO als Deelnemer, onverminderd hun eventuele rechten op schadevergoeding en overige rechten uit deze overeenkomst, gerechtigd de onderhavige overeenkomst met onmiddellijke ingang, zonder tussenkomst van de rechter of de mogelijkheid bindend te laten adviseren, te beëindigen indien de andere partij:
- surseance van betaling heeft aangevraagd;
- in staat van faillissement is verklaard;
- een regeling in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen van toepassing wordt verklaard;
- onder curatele is gesteld, of anderszins niet meer bevoegd is zelfstandig over zijn vermogen te beschikken.
17.3
In afwijking van het bepaalde in het lid 17.2 van dit artikel geldt voorts, dat NCCO gerechtigd is onverminderd zijn eventuele rechten op schadevergoeding en zijn overige rechten uit deze overeenkomst, de onderhavige overeenkomst met onmiddellijke ingang, zonder tussenkomst van de rechter of de mogelijkheid van bindend advies, te beëindigen indien:
1. Deelnemer het ambt van notaris niet langer uitoefent / defungeert;
2. Deelnemer zijn bedrijfsuitoefening staakt;
3. Deelnemer wordt geschorst als notaris;
4. Deelnemer nalatig blijft om, binnen dertig (30) dagen na een van NNCO ontvangen kennisgeving inhoudend dat Deelnemer zich schuldig heeft gemaakt of schuldig maakt aan een in die kennisgeving nader omschreven ernstige inbreuk op de voorwaarden en bepalingen van deze overeenkomst, deze inbreuk te corrigeren, tenzij van een niet herstelbare respectievelijk niet binnen dertig (30) dagen herstelbare inbreuk sprake is, in welk laatste geval NNCO de zo-even bedoelde kennisgeving achterwege kan laten en onverwijld tot beëindiging van de onderhavige overeenkomst kan overgaan;
5. ten laste van Deelnemer een executoriaal beslag (niet zijnde derdenbeslag) wordt gelegd, dat niet binnen een termijn van een maand is opgeheven;
6. Deelnemer overlijdt;
7. Deelnemer door arbeidsongeschiktheid of anderszins niet meer in staat is de overeenkomst naar behoren na te komen. Of de hier bedoelde situatie zich voordoet zal, indien Deelnemer dat wenst, door een ter zake deskundige worden bepaald.”
2.4.
Op 26 februari 2019 heeft op uitnodiging van Netwerk Notarissen een gesprek plaatsgevonden op het kantoor van Netwerk Notarissen in Utrecht tussen mevrouw [A] , [functie] van Netwerk Notarissen (hierna: [A] ), en [B] namens Netwerk Notarissen enerzijds en [eiser sub 4] en [eiser sub 5] namens [eiseres sub 1] anderzijds. Netwerk Notarissen heeft [eiseres sub 1] in dat gesprek aangesproken op de (volgens Netwerk Notarissen) diverse schendingen door [eiseres sub 1] van de deelnemersovereenkomst en zij heeft [eiser sub 4] en [eiser sub 5] om een reactie gevraagd.
2.5.
Op 11 maart 2019 schrijft [A] aan [eiser sub 4] en [eiser sub 5] als volgt:
“Met deze brief bevestig ik de opzegging van de overeenkomst tussen uw kantoor en Netwerk Notarissen.
Zoals op maandag 18 februari 2019 schriftelijk aan u gemeld heeft de commissie toe- en uittreding het advies gegeven om de overeenkomst met u te beëindigen. Daarop hebben we op dinsdag 26 februari 2019 een gesprek met u beiden gehad om de elementen waarop het advies is gebaseerd met u te bespreken en uw kant van het verhaal te vernemen.
Volgens de commissie toe- en uittreding laat uw kantoor op een aantal punten onvoldoende loyaliteit jegens Netwerk Notarissen zien. Dit betreft de volgende punten.
Door de publicatie in NRC van 15/16 februari jl. is er schade aan de naam van Netwerk Notarissen ontstaan. Daarnaast zijn er andere tuchtrechtelijke zaken geweest die niet bijdragen aan de goede reputatie die we van een Netwerkkantoor mogen verwachten: er is op naam van [eiser sub 4] een waarschuwing gepubliceerd en op naam van uw kandidaat-notaris [C] een schorsing.
Er is vanuit uw kantoor onvoldoende deelname aan de best practices. Hierover is het kantoor meerdere keren geïnformeerd: van iedere notaris en kandidaat-notaris wordt verwacht dat deze twee keer per jaar aan de best practices deelneemt. Daarnaast is het kwaliteitshandboek eerst na meerdere rappels ingeleverd en daarmee te laat. Tegen de afspraken in neemt uw kantoor deel aan andere labels zoals doe-het-zelf-notaris en erfrechtplan.
We hebben in het kader van hoor en wederhoor en zorgvuldigheid in de procedure uw komst naar Utrecht vanzelfsprekend op prijs gesteld. Het interne overleg daarna heeft er echter niet toe geleid dat we het advies van de commissie toe- en uittreding niet volgen. Naast het advies van de commissie is er het verschil van inzicht over zaken zoals participatie binnen Netwerk Notarissen en deelname aan andere labels. Helaas zien we niet voldoende mogelijkheden om dit in de toekomst te verbeteren.
(…)
We nemen binnenkort contact met u op om afspraken te maken over de beëindiging van uw deelname aan Netwerk Notarissen.”
2.6.
[eiseres sub 1] heeft tegen de opzegging door Netwerk Notarissen geprotesteerd. Daarop heeft (de gemachtigde van) Netwerk Notarissen op 22 maart 2019 aan [eiseres sub 1] bericht dat zij bereid is de overeenkomst uit te dienen tot het einde van de lopende contractsperiode, dat is 31 december 2019, maar dat zij niet voornemens is de overeenkomst te verlengen en dat deze dus in elk geval per die datum eindigt. Na aanhoudende protesten van [eiseres sub 1] heeft (de gemachtigde van) Netwerk Notarissen bij brief van 5 april 2019 de deelnemersovereenkomst, voor zover vereist, ontbonden tegen 31 december 2019.

3.De vorderingen

3.1.
[eiseres sub 1] vordert, na wijziging van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
3.1.1.
voor recht te verklaren dat de deelnemersovereenkomst niet van rechtswege, noch door opzegging of ontbinding door Netwerk Notarissen is geëindigd,
en:
3.1.2.
Netwerk Notarissen te veroordelen om aan [eiseres sub 1] schriftelijk te bevestigen dat zij haar verplichtingen uit de deelnemersovereenkomst zal nakomen op straffe van verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 250.000,00 te vermeerderen met € 10.000,00 per dag, en met veroordeling van Netwerk Notarissen in de buitengerechtelijke kosten van € 7.770,05 en de proces- en nakosten,
althans:
3.1.3.
Netwerk Notarissen te veroordelen om aan [eiseres sub 1] schriftelijk te bevestigen dat zij a) haar verplichtingen uit de deelnemersovereenkomst zal nakomen en dat zij b) een nieuwe deelnemersovereenkomst zal opstellen en deze ter ondertekening aan [eiseres sub 1] zal voorleggen zoals bepaald in artikel 15.4 van de deelnemersovereenkomst, althans c) dat zij een nieuwe deelnemersovereenkomst ter ondertekening zal aanbieden, op straffe van verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 250.000,00 te vermeerderen met € 10.000,00 per dag, met een maximum van € 500.000,00 in totaal en met veroordeling van Netwerk Notarissen in de buitengerechtelijke kosten van € 7.770,05 en de proces- en nakosten,
althans:
3.1.4.
Netwerk Notarissen te veroordelen haar verplichtingen uit de deelnemersovereenkomst jegens [eiseres sub 1] na te komen, op straffe van verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 250.000,00, te vermeerderen met € 10.000,00 per dag, met een maximum van € 500.000,00 in totaal en met veroordeling van Netwerk Notarissen in de buitengerechtelijke kosten van € 7.770,05 en de proces- en nakosten,
althans:
3.1.5.
Netwerk Notarissen te veroordelen haar verplichtingen uit de deelnemersovereenkomst jegens [eiseres sub 1] na te komen, op straffe van een in goede justitie te bepalen dwangsom, met veroordeling van Netwerk Notarissen in de buitengerechtelijke kosten van € 7.770,05 en de proces- en nakosten;
Subsidiair
3.2.
[eiseres sub 1] , [eiser sub 4] en [eiser sub 5] vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
3.2.1.
voor recht te verklaren dat Netwerken Notarissen jegens [eiseres sub 1] toerekenbaar tekort is geschoten en/of onrechtmatig heeft gehandeld door de deelnemersovereenkomst op te zeggen en/of te ontbinden en/of te weigeren deze voort te zetten na 31 december 2019, althans door deze niet na te komen, althans door te weigeren een nieuwe deelnemersovereenkomst aan te bieden, en Netwerk Notarissen te veroordelen om aan haar een schadevergoeding te betalen van € 250.000,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, en ter zake van reputatieschade te betalen een bedrag van € 50.000,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, met veroordeling van Netwerk Notarissen in de buitengerechtelijke kosten van € 7.770,05 en de proces- en nakosten,
en:
3.2.2.
voor recht te verklaren dat Netwerk Notarissen jegens [eiser sub 4] en [eiser sub 5] onrechtmatig heeft gehandeld en Netwerk Notarissen te veroordelen om aan hen een schadevergoeding te betalen van ieder € 50.000,00 wegens reputatieschade, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, met veroordeling van Netwerk Notarissen in de proceskosten,
althans:
3.2.3.
voor recht te verklaren dat Netwerk Notarissen jegens [eiseres sub 1] toerekenbaar tekort is geschoten en/of onrechtmatig heeft gehandeld door de deelnemersovereenkomst op te zeggen en/of te ontbinden en/of te weigeren deze voort te zetten na 31 december 2019, althans door deze niet na te komen, althans door te weigeren een nieuwe deelnemersovereenkomst aan te bieden, en Netwerk Notarissen te veroordelen om de door [eiseres sub 1] als gevolg daarvan geleden schade te vergoeden, welke schade nader opgemaakt dient te worden bij staat en vereffend volgens de wet, met veroordeling van Netwerk Notarissen in de buitengerechtelijke kosten van € 7.770,05 en de proces- en nakosten.

4.De standpunten van partijen

4.1.
Eisers stellen zich – kort samengevat – op het standpunt dat de deelnemersovereenkomst per 1 januari 2017 stilzwijgend is verlengd voor onbepaalde tijd. De opzegging van de deelnemersovereenkomst bij brief van 11 maart 2019 is niet rechtsgeldig omdat Netwerk Notarissen niet de contractuele procedure voor opzegging heeft gevolgd en de aan [eiseres sub 1] gemaakte verwijten die ten grondslag liggen aan de opzegging bovendien onjuist zijn, of in elk geval onvoldoende ernstig om de 19-jarige samenwerking tegen de wil van [eiseres sub 1] te beëindigen. Hetzelfde geldt voor de tweede opzegging (aankondiging van niet-verlenging) die is gedaan bij brief van 22 maart 2019. De overeenkomst duurt volgens eisers daarom voort en zij vorderen primair nakoming daarvan door Netwerk Notarissen. Voor het geval de kantonrechter van oordeel mocht zijn dat per 1 januari 2017 een stilzwijgende verlenging voor
bepaaldetijd (3 jaar) heeft plaatsgevonden, waardoor deze afloopt op 31 december 2019, vorderen eisers dat Netwerk Notarissen aan [eiseres sub 1] een nieuwe deelnemersovereenkomst ter ondertekening zal aanbieden, conform artikel 15.4 van de deelnemersovereenkomst. Eisers benadrukken dat zij als gevolg van de onterechte opzegging schade lijden, waaronder reputatieschade. Subsidiair vorderen zij vergoeding van die schade.
4.2.
Netwerk Notarissen stellen – kort samengevat - dat [eiseres sub 1] zich van meet af aan niet als loyaal netwerkkantoor heeft opgesteld en dat die houding in de loop der jaren is verslechterd tot een en ander in 2018, en met name in 2019, is geëscaleerd. Netwerk Notarissen vat de gemaakte verwijten als volgt samen:
  • geen actieve deelname binnen het netwerk;
  • schending van de deelnameverplichting aan de zogenoemde ‘best practices’;
  • onvoldoende inzet kwaliteitsbehoud;
  • verzuim van meldingen tuchtrechtelijke veroordelingen;
  • onvoldoende collegiale opstelling (in de regio);
  • deelname aan concurrerende labels;
  • handelen in strijd met de wet/wezenlijk verschil van inzicht omtrent beroeps- en ambtsuitoefening;
  • ontoereikende/niet passende wijze van communiceren.
Netwerk Notarissen verwijst in dit verband naar de gedragsregels, die weliswaar nog niet met zoveel woorden in de deelnemersovereenkomst met [eiseres sub 1] zijn vermeld maar die tussen de deelnemende kantoren wel in confesso is omdat in de jaarvergadering in 2016 is besloten dat de nieuwe tekst voor de deelnemersovereenkomst direct voor iedereen geldt, ook zonder dat daarvoor een nieuwe overeenkomst wordt ondertekend. Men wilde namelijk eerst een bestuurlijke verandering doorvoeren. Netwerk Notarissen stelt dat zij na de tussentijdse opzegging bij brief van 11 maart 2019 in reactie op de protesten van [eiseres sub 1] heeft toegezegd de lopende contractsperiode te zullen uitdienen, zodat de legitimiteit van die opzegging in deze procedure geen rol meer speelt. De deelnemersovereenkomst is van rechtswege geëindigd op 31 december 2019 en Netwerk Notarissen is van mening dat zij op grond van de overeenkomst niet verplicht is om aan [eiseres sub 1] na afloop van die contractsperiode een nieuwe deelnemersovereenkomst aan te bieden. Subsidiair beroept zij zich op de redelijkheid en billijkheid.

5.De beoordeling

Processuele kwesties

5.1.
Partijen zijn na het uitbrengen van de dagvaarding overeengekomen dat zij hun geschil gezamenlijk zullen voorleggen aan de kantonrechter in Utrecht op grond van artikel 96 Rv, waarbij beide partijen zich het recht op hoger beroep hebben voorbehouden (akte van compromis van 18 oktober 2019). De kantonrechter acht zich daarom bevoegd van de vorderingen kennis te nemen.
5.2.
Eisers hebben ter zitting op vragen van de kantonrechter toegelicht dat de primaire en subsidiaire vorderingen zijn ingesteld door [eiseres sub 1] en dat de beide maten, de praktijkvennootschappen van [eiser sub 4] en [eiser sub 5] , geen zelfstandige rol in de procedure hebben. De subsidiaire vordering is mede door [eiser sub 4] en [eiser sub 5] ingesteld. Hierna worden daarom alleen [eiseres sub 1] , [eiser sub 4] en [eiser sub 5] als eisers aangemerkt.
De looptijd van de deelnemersovereenkomst
5.3.
Partijen zijn het erover eens dat tussen hen de versie van de deelnemersovereenkomst geldt die als productie 1 bij dagvaarding is overlegd. Die overeenkomst is ingegaan op 1 januari 2014 en is gesloten voor de duur van 3 jaar, eindigend op 31 december 2016. Partijen zijn het er ook over eens dat de overeenkomst daarna stilzwijgend is verlengd, maar zij verschillen van mening over de duur van die verlenging.
5.4.
Het standpunt van eisers dat de overeenkomst voor onbepaalde tijd is verlengd, volgt de kantonrechter niet. Blijkens de tekst van de overeenkomst is het de bedoeling dat Netwerk Notarissen kort voor de afloop van de overeengekomen contractsperiode aan de deelnemer een nieuwe overeenkomst, naar de dan geldende vorm en inhoud, ter ondertekening aanbiedt. Vast staat dat Netwerk Notarissen dit niet heeft gedaan. Ter zitting heeft Netwerk Notarissen toegelicht dat de deelnemers om praktische redenen alleen werd gevraagd een nieuwe overeenkomst te tekenen als de inhoud daarvan was gewijzigd en dat in het geval er geen wijzigingen waren, de overeenkomst stilzwijgend werd verlengd. Eisers hebben die feitelijke gang van zaken niet weersproken. Uit de tekst van de overeenkomst blijkt duidelijk dat een contractsperiode voor een bestaand kantoor (zoals [eiseres sub 1] ) 3 jaar is en voor een nieuw kantoor 5 jaar. Een stilzwijgende verlenging impliceert dat er geen wijzigingen zijn afgesproken en dat de overeenkomst onder dezelfde voorwaarden - waaronder dus ook valt de contractsperiode - wordt voortgezet. Het feit dat de verlenging stilzwijgend heeft plaatsgevonden kan daarom niet tot de conclusie leiden dat de overeenkomst voor de bepaalde tijd van 3 jaar is gewijzigd in een overeenkomst voor onbepaalde tijd. In rechte moet ervan uit worden gegaan dat de overeenkomst per 1 januari 2017 aansluitend is verlengd met een nieuwe periode van 3 jaar, die eindigt op 31 december 2019.
Beëindiging door Netwerk Notarissen
5.5.
Vervolgens moet de vraag worden beantwoord of, door de opzegging dan wel ontbinding door Netwerk Notarissen, de samenwerking met [eiseres sub 1] per 31 december 2019 is geëindigd. Welke mogelijkheden Netwerk Notarissen op grond van de deelnemersovereenkomst heeft om de samenwerking met [eiseres sub 1] te beëindigen, is een kwestie van uitleg. De tekst van de deelnemersovereenkomst is niet op alle punten duidelijk en de betreffende bepalingen worden door ieder van partijen anders uitgelegd. In dat geval geldt de volgende maatstaf:
“De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht”(de Haviltex-maatstaf; Hoge Raad 13 maart 1981; ECLI:NL:HR:1981:AG4158).
5.6.
In artikel 15.4 van de deelnemersovereenkomst is opgenomen dat Netwerk Notarissen tegen het einde van een contractsperiode (in beginsel) aan de deelnemer een nieuwe overeenkomst ter ondertekening aanbiedt. Die gang van zaken duidt erop dat het de bedoeling van partijen is geweest om een langdurige samenwerking aan te gaan. Die bedoeling blijkt overigens nu expliciet uit de tekst van de nieuwe deelnemersovereenkomst, die Netwerk Notarissen als productie 1 heeft overgelegd en waarnaar zij veelvuldig verwijst. Verder is van belang dat het (onvrijwillige) einde van de samenwerking voor het betreffende notariskantoor grote gevolgen heeft, zowel praktisch omdat zij niet langer gebruik kan maken van de modellen en cursussen die Netwerk Notarissen ter beschikking stelt aan de deelnemers, maar ook als het gaat om de reputatie van haar kantoor en de wijze waarop zij zich presenteert. Netwerk Notarissen is immers ook een kwaliteitskeurmerk en als [eiseres sub 1] wordt uitgesloten van deelname aan Netwerk Notarissen mag zij dat keurmerk, dat nu deel uitmaakt van haar naam, niet langer voeren. Daarbij komt nog dat de overeenkomst in de praktijk door partijen in 2016 stilzwijgend werd verlengd. Met dit alles strookt niet dat de overeenkomst na ommekomst van een contractsperiode van rechtswege zou eindigen, zoals Netwerk Notarissen primair stelt. De bepalingen 15 t/m 17 van de overeenkomst in onderlinge samenhang bezien duiden er veeleer op dat het de bedoeling van partijen is geweest dat de samenwerking telkens na verloop van een contractsperiode zou worden voortgezet, behoudens tijdige opzegging op de in de overeenkomst genoemde gronden door één van partijen.
5.7.
Netwerk Notarissen heeft de overeenkomst bij brief van 11 maart 2019 tussentijds opgezegd. Volgens Netwerk Notarissen kan de vraag of die tussentijdse opzegging rechtsgeldig is buiten beschouwing blijven, omdat zij daarop is teruggekomen en zij de contractsperiode heeft uitgediend tot 31 december 2019. Zij stelt dat zij op grond van artikel 15.4 van de overeenkomst niet verplicht is om daarna aan [eiseres sub 1] een vervolgovereenkomst aan te bieden, omdat [eiseres sub 1] ‘in gebreke is’, als bedoeld in datzelfde artikel 15.4. Gelet op dat standpunt van Netwerk Notarissen, dat eisers gemotiveerd hebben betwist, zal de kantonrechter eerst beoordelen hoe artikel 15.4 van de deelnemersovereenkomst moet worden uitgelegd, indachtig de hiervoor beschreven Haviltex-maatstaf.
5.8.
Artikel 15.4 spreekt van een ‘in gebreke’ zijn van de Deelnemer. Wat dit inhoudt, kan naar het oordeel van de kantonrechter alleen worden uitgelegd in het licht van hetgeen in de artikelen 16 en 17 is bepaald, omdat met de daarin opgenomen procedurele voorwaarden voor beëindiging kennelijk is bedoeld de Deelnemer te beschermen. De artikelen 15 t/m 17 van de overeenkomst beschrijven wanneer en op welke wijze de overeenkomst door elk van partijen kan worden opgezegd of beëindigd. Aan Netwerk Notarissen worden op dit punt aanzienlijk meer eisen gesteld dan aan de deelnemer: de opzegging kan – kort gezegd – alleen plaatsvinden als sprake is van een substantiële tekortkoming aan de zijde van de deelnemer. Netwerk Notarissen moet daarvoor een zorgvuldige, transparante en uitvoerig omschreven procedure volgen die – samengevat – inhoudt dat zij de deelnemer schriftelijk op de hoogte moet brengen van haar bezwaren en dat zij die bezwaren met redenen moet omkleden. Als de deelnemer ook na schriftelijke terechtwijzing, waarin hem een termijn van een maand wordt gegeven om alsnog correct na te komen, volhardt in een bedrijfsvoering “welke op wezenlijke onderdelen afwijkt van de instructies en richtlijnen, zoals die zijn opgenomen in het Netwerk Notarissen Kwaliteitssysteem”, mag Netwerk Notarissen de overeenkomst per aangetekend schrijven of deurwaardersexploit opzeggen,
mitszij daarvoor de goedkeuring van de Raad van Commissarissen van Netwerk Notarissen heeft gekregen, welke goedkeuring moet blijken uit de notulen van de vergadering van de Raad (artikel 16.1 en 16.2 van de overeenkomst).
Daarnaast heeft Netwerk Notarissen onder bepaalde omstandigheden het recht de overeenkomst met de deelnemer met onmiddellijke ingang te beëindigen, zoals bij faillissement of bedrijfsbeëindiging, schorsing van de deelnemer als notaris of een ernstige inbreuk door de deelnemer op de voorwaarden en bepalingen van de overeenkomst die – indien herstel mogelijk is – niet binnen 30 dagen na kennisgeving is hersteld (artikelen 17.2 en 17.3). De aldus beschreven beëindigingsmogelijkheden die Netwerk Notarissen heeft vertonen veel gelijkenissen met de wettelijke regelingen omtrent ingebrekestelling, verzuim en ontbinding wegens wanprestatie. Partijen zijn juridisch geschoold, zodat mag worden aangenomen dat zij met die bepalingen inderdaad bedoeld hebben bij die wettelijke regelingen aan te sluiten, ondanks het feit dat de door hen gekozen bewoordingen van die regelingen afwijken. Zo wordt in de overeenkomst gesproken over “opzeggen” en “onmiddellijk beëindigen” wegens een tekortkoming, in plaats van de wettelijke term “ontbinden”.
5.9.
In dat licht moet dus ook artikel 15.4 van de overeenkomst worden uitgelegd, waarin is opgenomen dat Netwerk Notarissen bevoegd is geen nieuwe overeenkomst aan te bieden als de deelnemer ‘in gebreke is op grond van deze overeenkomst’. Wat moet worden verstaan onder ‘in gebreke zijn’ wordt in dat artikel verder niet uitgelegd. Gezien de zorgvuldig omschreven procedures die volgens de artikelen 16 en 17 moeten worden gevolgd om een deelnemer van deelname uit te sluiten (een regeling die nauw aansluit bij de wettelijke regeling van verzuim, wanprestatie en ontbinding), de bedoeling van partijen om een langdurige samenwerking aan te gaan en de ingrijpende gevolgen voor de deelnemer als die samenwerking tegen zijn wil plotseling wordt beëindigd, kan niet als juist worden aanvaard dat artikel 15.4 aan Netwerk Notarissen een beëindigingsmogelijkheid zou bieden die geheel voorbij gaat aan de in de artikelen 16 en 17 beschreven procedures. Dit betekent dat artikel 15.4 niet anders kan worden begrepen dan dat Netwerk Notarissen verplicht is aan de deelnemers telkens bij het einde van een contractsperiode een nieuwe overeenkomst ter ondertekening aan te bieden,
behalveals zij de overeenkomst van de betreffende deelnemer volgens de procedures van de artikelen 16 en/of 17 heeft beëindigd. Artikel 15.4 kan niet de bedoeling hebben om aan Netwerk Notarissen de mogelijkheid te geven zonder het volgen van de genoemde zorgvuldige procedures te besluiten de overeenkomst niet te verlengen. Alleen als de deelnemer de nieuw aangeboden deelnemersovereenkomst niet tijdig ondertekent – en daarmee te kennen geeft de samenwerking zelf niet te willen voortzetten – dan heeft Netwerk Notarissen wel het recht de lopende deelnemersovereenkomst op eenvoudige wijze op te zeggen, zonder de procedure van artikel 16 of 17 te volgen (artikel 15.5 in samenhang met artikel 15.3).
5.10.
Uit het vorenstaande volgt dat de tussentijdse opzegging door Netwerk Notarissen van 11 maart 2019 en de tweede opzegging (aanzegging van niet-verlenging) van 22 maart 2019, voor de beoordeling wel degelijk van belang zijn. Netwerk Notarissen stelt weliswaar dat zij op de tussentijdse opzegging van 11 maart 2019 is teruggekomen, maar opzegging is een eenzijdige rechtshandeling en voor intrekking is daarom instemming van de wederpartij nodig. Eisers stellen dat zij niet hebben ingestemd met de voorwaarden waaronder de opzegging door Netwerk Notarissen is ingetrokken en Netwerk Notarissen heeft dit laatste ook niet betwist. Dat de overeenkomst tot eind 2019 in stand is gebleven, maakt dat niet anders.
5.11.
Bij beide opzeggingen heeft Netwerk Notarissen de procedure van de artikelen 16 of 17 naar het oordeel van de kantonrechter niet, of niet correct gevolgd. Zij heeft aan [eiseres sub 1] niet de in artikel 17.3 onder 4 genoemde termijn van een maand geboden om alsnog correct na te komen. Aan het vereiste dat de bezwaren schriftelijk en met redenen omkleed moeten worden meegedeeld is ook niet in alle gevallen voldaan. Terecht hebben eisers voorts opgemerkt dat nergens uit blijkt dat de kwestie op de agenda van de Raad van Commissarissen heeft gestaan, zoals is bepaald in artikel 16, en dat van het door Netwerk Notarissen gestelde, genomen besluit verslag is gedaan in de notulen van de vergadering. De door Netwerk Notarissen als productie 14 overgelegde e-mailcorrespondentie van [A] met leden van de Raad van Commissarissen kan niet als zodanig worden aangemerkt. De door Netwerk Notarissen genoemde commissie van toe- en uittreding, die zij om advies heeft gevraagd, komt niet voor in de deelnemersovereenkomst zoals deze tussen partijen geldt. In aanmerking wordt genomen dat alle bij de deelnemersovereenkomst betrokken partijen notarissen zijn. Het belang om afgesproken procedures te volgen en gemaakte afspraken schriftelijk vast te leggen mag bij partijen bekend worden verondersteld. Dat de “oude” deelnemersovereenkomst tussen partijen geldt, maar tegelijkertijd ook onderdelen uit de nieuwe deelnemersovereenkomst (waarin de commissie van toe- en uittreding wel is opgenomen), omdat iedereen het over die tekst eens was, is door Netwerk Notarissen, in het licht van de betwisting door [eiseres sub 1] , onvoldoende onderbouwd. Volgens Netwerk Notarissen zou de nieuwe deelnemersovereenkomst pas ter ondertekening worden aangeboden aan de deelnemers als de lopende contractsperiode zou zijn verstreken. De nieuw aangesloten kantoren zouden wel direct de nieuwe versie voorgelegd krijgen. Nu echter vast staat dat aan [eiseres sub 1] die nieuwe deelnemersovereenkomst niet ter ondertekening is aangeboden en zij deze dus ook niet voor akkoord heeft ondertekend, kan Netwerk Notarissen zich ten opzichte van eisers niet beroepen op de gewijzigde bepalingen in die nieuwe deelnemersovereenkomst.
5.12.
Verder overweegt de kantonrechter dat uit de overeenkomst voldoende blijkt dat Netwerk Notarissen de samenwerking met een deelnemer alleen kan opzeggen als de verweten tekortkomingen voldoende zwaarwegend zijn. Dat dit het geval is, is naar het oordeel van de kantonrechter niet komen vast te staan. Netwerk Notarissen beroept zich op een aantal incidenten uit het (verre) verleden, zoals een kwaliteitshandboek dat [eiseres sub 1] weliswaar al sinds jaar en dag hanteerde en dat qua inhoud aan de eisen voldeed, maar dat zij in 2010 en in 2017 niet op tijd naar het juiste format zou hebben aangepast. Eisers zijn daarnaast in 2009 schriftelijk door Netwerk Notarissen aangesproken op een oncollegiale houding. Als die gemaakte verwijten uit het verleden inderdaad zo ernstig waren, dan mag worden aangenomen dat Netwerk Notarissen daar destijds ook naar zou hebben gehandeld. Zij kan dit in redelijkheid niet nu pas, jaren later, ten grondslag leggen aan een opzegging. Eisers wordt verder verweten dat zij een onvoldoende actieve houding hebben binnen het netwerk en dat zij te weinig deelnemen aan de ‘best practices’. De schriftelijke verklaringen van notarissen in de regio, ter onderbouwing van dit verwijt, leggen in dit kader overigens onvoldoende gewicht in de schaal. Dit zijn immers directe concurrenten van [eiseres sub 1] en de betreffende verklaringen zijn – zoals Netwerk Notarissen ter zitting heeft erkend – op verzoek van Netwerk Notarissen ten behoeve van deze rechtszaak opgesteld. Opvallend is dat de tekst van de verschillende verklaringen nagenoeg gelijkluidend is. Dat [eiseres sub 1] hier in zo ernstige mate in gebreke blijven als Netwerk Notarissen stelt is niet gebleken. Daar komt bij dat, hoewel de kantonrechter wil wel aannemen dat Netwerk Notarissen, met name haar [functie] [A] , en/of de betreffende notarissen eisers eerder mondeling hebben aangesproken, ook hier van belang is dat Netwerk Notarissen eventuele bezwaren tegen een deelnemer schriftelijk moet meedelen en dat een termijn moet worden gegeven om alsnog correct na komen, waarbij zij duidelijk moet maken wat er op het spel staat. Dit geldt ook voor het verwijt dat [eiseres sub 1] in strijd met de overeenkomst deelneemt aan andere labels. Voldoende aannemelijk is geworden dat [eiseres sub 1] zich de afgelopen jaren weinig coöperatief heeft opgesteld ten opzichte van Netwerk Notarissen. Dit ontslaat Netwerk Notarissen er echter niet van om als zij de relatie met [eiseres sub 1] wil beëindigen, dit te doen volgens de afgesproken, zorgvuldige en transparante procedures, die in de deelnemersovereenkomst zijn opgenomen met name om de belangen van de deelnemer te beschermen.
5.13.
Ter zitting heeft Netwerk Notarissen verklaard dat het artikel in het NRC van 16/17 februari 2019 de ‘druppel’ is geweest die heeft geleid tot directe opzegging van de overeenkomst. Eisers hebben gesteld dat dit de belangrijkste en eigenlijk enige reden is geweest voor de opzegging. Dat artikel is geschreven naar aanleiding van de tuchtrechtzaak die een ontevreden cliënt had aangespannen tegen [eiser sub 5] wegens – kort gezegd – zijn manier van declareren. De kop van het artikel is: “Struikroverij in notarisland”. De naam van [eiseres sub 1] wordt in het artikel niet genoemd, maar wel de naam van Netwerk Notarissen. De tuchtrechter heeft in zijn uitspraak van 28 november 2018 aan [eiser sub 5] geen maatregel opgelegd, omdat “binnen het notariaat de wijze van declareren waarover de klachtonderdelen in essentie gaan in het notariaat tot voor kort geenszins ongebruikelijk was en breed werd toegepast. Pas recent is binnen de KNB en het notariaat hier discussie over ontstaan. Omdat de notaris zijn declaratiegedrag heeft aangepast en deze wijze van declareren kennelijk usance was in het notariaat ziet de Kamer een aanleiding om geen maatregel op te leggen.” (beslissing van de Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag van 28 november 2018, klacht nummer 18-54).
5.14.
Netwerk Notarissen begint bij de opsomming van de gemaakte verwijten in de opzeggingsbrief van 11 maart 2019 met een verwijzing naar dit artikel in NRC , waardoor volgens haar schade aan Netwerk Notarissen is ontstaan. Zij noemt in die brief niet dat zij niet op de hoogte was van de tuchtrechtzaak tegen [eiser sub 5] . Terecht hebben eisers opgemerkt dat niet zij, maar de betreffende journalist voor dit artikel verantwoordelijk is. Het is ook de journalist die ervoor heeft gekozen om de naam van [eiseres sub 1] of van [eiser sub 5] niet te noemen maar wel de naam van Netwerk Notarissen, alsook om Netwerk Notarissen niet te benaderen in het kader van wederhoor. Dat Netwerk Notarissen over die gang van zaken ontstemd is is zeker niet onbegrijpelijk, maar zij kan dit niet aan eisers verwijten. Partijen zijn het er daarnaast niet over eens of [eiser sub 5] de tuchtrechtzaak bij Netwerk Notarissen heeft gemeld – dat zou [eiser sub 5] naar eigen zeggen persoonlijk, mondeling bij [A] hebben gemeld – maar dit doet onvoldoende ter zake. Uit de opzeggingsbrief van 11 maart 2019 en de uitlatingen van Netwerk Notarissen ter zitting blijkt namelijk voldoende dat het er Netwerk Notarissen vooral om ging en gaat dat zij er niet van op de hoogte is gebracht dat [eiser sub 5] vragen van een journalist heeft beantwoord over de tuchtrechtzaak. Dat [eiser sub 5] er op dat moment niet aan heeft gedacht dit bij Netwerk Notarissen te melden, is echter geen voldoende zwaarwegend verwijt om tot opzegging over te gaan. Hetzelfde geldt voor de betrokkenheid van [eiser sub 5] bij de tuchtrechtelijke procedure op zich, waarbij uiteindelijk geen maatregel is opgelegd. De reactie van Netwerk Notarissen op die tuchtrechtelijke procedure is naar het oordeel van de kantonrechter disproportioneel. Als een notaris in een tuchtrechtelijke procedure wordt betrokken heeft hij kennelijk een ontevreden cliënt, maar daaruit kan niet zonder meer de gevolgtrekking worden gemaakt dat de betreffende notaris zijn ambt niet naar behoren uitoefent. De kantonrechter ziet geen enkele aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de overweging in de uitspraak van de tuchtrechter als het gaat om de gebruikelijkheid van de gewraakte wijze van declareren in de branche. Netwerk Notarissen stelt zelf dat zij niet kan uitsluiten dat ook andere bij haar aangesloten notarissen op die wijze hebben gedeclareerd. Niet onbegrijpelijk is dat Netwerk Notarissen beducht is voor haar goede naam en dat zij het tot haar taak rekent deze te bewaken, maar dit doet er niet aan af dat van haar tegelijkertijd mag worden verwacht dat zij deelnemers die in een tuchtrechtelijke procedure worden betrokken op een redelijke wijze blijft bejegenen.
5.15.
Netwerk Notarissen stelt in haar opzeggingsbrief van 11 maart 2019 dat [eiseres sub 1] ook twee andere tuchtzaken waarbij haar medewerkers betrokken zijn niet heeft gemeld en dat haar daarvan een verwijt treft, maar eisers hebben dit voldoende weerlegd.
5.16.
Al hetgeen hiervoor is overwogen, leidt er toe dat Netwerk Notarissen evenmin gerechtigd was de overeenkomst te ontbinden. In de brief van 5 april 2019, waarin zij de overeenkomst ontbindt voor zover de opzegging dan wel het niet verlengen van de overeenkomst geen stand houdt, verwijst naar dezelfde grondslagen en geeft [eiseres sub 1] evenmin enige termijn voor nakoming. De stelling van Netwerk Notarissen dat nakoming al onmogelijk was omdat het niet tijdig melden van de tuchtprocedure onherstelbaar is, is op zich juist maar gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat dit niet is komen vast te staan en bovendien ook niet gezegd kan worden dat dit ontbinding rechtvaardigt.
Conclusie
5.17.
Netwerk Notarissen heeft bij de opzegging dan wel ontbinding van de overeenkomst met [eiseres sub 1] niet de contractuele procedure gevolgd. Ook wordt niet voldaan aan de wettelijke eisen voor ontbinding. Ook is niet gebleken dat de bezwaren die Netwerk Notarissen tegen [eiseres sub 1] heeft voldoende zwaarwegend zijn om de overeenkomst op te zeggen of onmiddellijk te beëindigen, volgens de beëindigingsmogelijkheden die Netwerk Notarissen op grond van de deelnemersovereenkomst heeft (artikelen 15 t/m 17). Netwerk Notarissen heeft de overeenkomst niet op de door haar gehanteerde wijzen en gronden mogen opzeggen en de opzeggingen hebben daarom niet geleid tot het einde van de overeenkomst. De redelijkheid en billijkheid kunnen niet tot een ander oordeel leiden. Netwerk Notarissen had om dezelfde redenen als hiervoor besproken ten aanzien van de opzeggingen, niet het recht om de overeenkomst op 5 april 2019 te ontbinden wegens wanprestatie.
5.18.
De primair gevorderde verklaring voor recht dat de deelnemersovereenkomst niet van rechtswege, noch door opzegging of ontbinding door Netwerk Notarissen is geëindigd, zal worden toegewezen.
5.19.
Nu de deelnemersovereenkomst niet per 31 december 2019 is geëindigd, is Netwerk Notarissen op grond van artikel 15.4 van de deelnemersovereenkomst verplicht aan [eiseres sub 1] een nieuwe deelnemersovereenkomst ter ondertekening aan te bieden.
5.20.
Netwerk Notarissen zal daarom op vordering van eisers worden veroordeeld om binnen één week na betekening van dit vonnis aan [eiseres sub 1] conform artikel 15.4 van de deelnemersovereenkomst een nieuwe deelnemersovereenkomst, naar de dan geldende vorm en inhoud, op te stellen en aan te bieden ter ondertekening. De dwangsom zal worden bepaald op € 1.500,00 per dag, met een maximum van € 100.000,00. Bij de eveneens gevorderde veroordeling van Netwerk Notarissen om de oude deelnemersovereenkomst na te blijven komen hebben eisers gelet op dit tijdsverloop onvoldoende belang, reden waarom dit deel van de vordering zal worden afgewezen. Aan de subsidiaire vorderingen komt de kantonrechter niet toe.
5.21.
Eisers vorderen betaling van buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 7.770,50. Netwerk Notarissen heeft tegen dit deel van de vordering geen verweer gevoerd, reden waarom dit deel van de vordering zal worden toegewezen.
Proceskosten
5.22.
Netwerk Notarissen is in het ongelijk gesteld. Zij wordt daarom veroordeeld in de proceskosten van eisers, tot vandaag begroot op in totaal € 3.984,01, te weten:
  • € 972,00 griffierecht;
  • € 99,01 explootkosten;
  • € 2.913,00 aan salaris gemachtigde (3 punten x het tarief van € 961,00).
De nakosten zullen worden toegewezen als hierna in de beslissing te melden.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart voor recht dat de deelnemersovereenkomst, zoals die laatstelijk tussen partijen is gesloten en/of verlengd niet van rechtswege, noch door opzegging of ontbinding door Netwerk Notarissen is geëindigd per 31 december 2019;
6.2.
veroordeelt Netwerk Notarissen om binnen één week na de betekening van dit vonnis een nieuwe deelnemersovereenkomst op te stellen (naar de op dat moment geldende vorm en inhoud) en aan [eiseres sub 1] ter ondertekening aan te bieden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.500,00 per dag voor elke dag dat zij nalaat aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 100.000,00;
6.3.
veroordeelt Netwerk Notarissen om aan [eiseres sub 1] tegen bewijs van kwijting te betalen € 7.770,05 aan buitengerechtelijke incassokosten;
6.4.
veroordeelt Netwerk Notarissen tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiseres sub 1] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 3.984,01;
6.5.
veroordeelt Netwerk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 120,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.H. Charbon, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 11 november 2020.