Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak d.d. 30 oktober 2020
[eiser] te [woonplaats] , eiser,
Procesverloop
Feiten
Geschil en standpunten van partijen
23 september 2020 behandelde zaken is ingediend, heeft gemachtigde vragen gesteld, inlichtingen en bescheiden gevorderd, standpunten ingenomen en omstandigheden genoemd. Ter zitting heeft gemachtigde verklaard dat hij deze brief in deze zaak alsnog intrekt.
Beoordeling van het geschil
€ 281.000 niet te hoog is, een overzicht overgelegd waarin de onder 2.2 vermelde gegevens zijn opgenomen. Naar volgt uit deze gegevens is de waarde van de woning bepaald met behulp van een methode van systematische vergelijking met woningen waarvan marktgegevens beschikbaar zijn. De in het overzicht genoemde vergelijkingsobjecten zijn vergelijkbaar met de woning. Voor zover zich tussen de vergelijkingsobjecten en de woning verschillen wat betreft de woonoppervlakte, de kaveloppervlakte, de samenstelling van de met elkaar vergeleken woningen, uitstraling/type en de staat van onderhoud voordoen, heeft verweerder met het door hem overgelegde overzicht en hetgeen hij ter toelichting daarop ter zitting heeft verklaard aannemelijk gemaakt dat hij met die verschillen in voldoende mate rekening heeft gehouden. Verweerder heeft met de in het overzicht opgenomen gegevens en zijn toelichting daarop ter zitting voorts aannemelijk gemaakt dat er wat betreft locatie, ligging en bouwkundige kwaliteit geen noemenswaardige verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten zijn. Het bestaan van andere dan de hiervoor genoemde verschillen tussen de vergelijkingsobjecten en de woning is niet gesteld; evenmin is daarvan op andere wijze gebleken.
€ 3.171 en € 2.585, volgt de rechtbank verweerder in diens standpunt dat in voldoende mate rekening is gehouden met de aspecten waarop de woning minder scoort dan (enkele van) de vergelijkingsobjecten, met name de staat van onderhoud.