ECLI:NL:RBMNE:2020:4858

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 november 2020
Publicatiedatum
10 november 2020
Zaaknummer
16-139987-19 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van verkrachting door meerdere verdachten met gebruik van dwang en feitelijkheden

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 november 2020 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van verkrachting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen drie verkrachtingen heeft gepleegd, waarbij de slachtoffers onder druk en in een afhankelijkheidsrelatie werden gedwongen tot seksuele handelingen. De feiten vonden plaats in de periode van 17 tot en met 22 september 2018, waarbij de slachtoffers in een kwetsbare positie verkeerden. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers als betrouwbaar beoordeeld, ondanks de tegenstrijdigheden die in hun verklaringen voorkwamen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van € 2.000,-. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte en zijn mededaders op lafhartige wijze misbruik hebben gemaakt van de kwetsbaarheid van de slachtoffers, wat heeft geleid tot een aanzienlijke inbreuk op hun lichamelijke en geestelijke integriteit.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-139987-19 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 10 november 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] (Suriname),
wonende te ( [postcode] ) [woonplaats] , [adres] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen (hierna: zitting(en)) van 3 september 2019, 11 november 2019, 28 januari 2020, 29 september 2020, 30 september 2020 en 27 oktober 2020. De inhoudelijke behandeling van de strafzaak heeft plaatsgevonden op 29 en 30 september 2020 en het onderzoek is op de zitting van 27 oktober 2020 gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. B.S. Schnier en van hetgeen verdachte en mr. I.E. Leenhouwers, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen mr. J. Pieters, advocaat te Utrecht, namens de benadeelde partij [slachtoffer] naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is – telkens op vordering van de officier van justitie – op de zitting van 11 november 2019 aangepast en op de zitting van 29 september 2020 gewijzigd. De uiteindelijke tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
in de periode van 17 en 18 september 2018 te Nieuwegein samen met (een) ander(en) [slachtoffer] meermalen heeft verkracht;
feit 2:
in de periode van 21 en 22 september 2018 te Amsterdam (Zuidoost) samen met (een) andere(en) [slachtoffer] heeft verkracht.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. Hierbij is volgens de officier van justitie ten aanzien van feit 1 sprake van medeplegen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsraadsvrouw heeft zich op het standpunt gestel dat verdachte van het onder 1 en 2 ten laste gelegde integraal vrijgesproken dient te worden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn als bijlage II aan dit vonnis gehecht en worden geacht hier te zijn ingevoegd.
4.3.2
De overwegingen
Van de zijde van de verdediging is – kort gezegd – aangevoerd dat verdachte weliswaar meermalen seks heeft gehad met [slachtoffer] (tweemaal op 17 september en éénmaal op 21 september 2018), waaronder telkens het seksueel binnendringen van haar lichaam, maar dat daarbij geenszins sprake is geweest van geweld, andere feitelijkheden of bedreiging met geweld. Zowel van de zijde van verdachte als van [slachtoffer] zijn de seksuele handelingen volledig vrijwillig tot stand gekomen, aldus de verdediging.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
A De betrouwbaarheid van aangeefster [slachtoffer]
De rechtbank zal zich ambtshalve allereerst uitlaten over de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster [slachtoffer] . Van de zijde van de verdediging is immers aangevoerd dat de seks, anders dan [slachtoffer] heeft verklaard, met wederzijds goedvinden heeft plaatsvonden.
[slachtoffer] heeft op 18 september 2018 tijdens een intakegesprek mensenhandel voor het eerst een verklaring afgelegd. Haar laatste verklaring, afgelegd onder verantwoordelijkheid van de rechter-commissaris, dateert van 31 oktober 2019. In de tussenliggende periode is zij meermalen en in meerdere gevallen langdurig door de politie verhoord. Ook de verdediging heeft de gelegenheid gehad haar te ondervragen.
Hoewel de verklaringen van [slachtoffer] slechts voor een gedeelte betrekking hebben op deze verdachte, is het voor de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer] in deze zaak van belang na te gaan of de verklaringen van [slachtoffer] in zijn algemeenheid betrouwbaar zijn te achten. De rechtbank heeft de verklaringen van [slachtoffer] in de zaken tegen de vier verdachten onder de loep genomen. Zij heeft wat betreft de kern van haar verwijten aan de verdachten consistent en gedetailleerd verklaard. Voor zover er in de verklaringen van [slachtoffer] inconsequenties voorkomen, betreffen deze niet de kern van de verklaringen van [slachtoffer] . Indien de verschillende verklaringen van [slachtoffer] in hun onderling verband worden bekeken is geenszins sprake van zodanige tegenstrijdigheden dat deze de betrouwbaarheid van de (kern van de) verklaringen aantasten. Daarbij betrekt de rechtbank dat haar verklaring – ook in de zaak van deze verdachte - op essentiële onderdelen steun vindt in tal van andere bewijsmiddelen, zoals (whatsapp-)berichten en diverse getuigenverklaringen.
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer] betrouwbaar en zal de rechtbank deze gebruiken voor het bewijs.
B Bewijsminimum
Met betrekking tot de tenlastegelegde verkrachting van 21 september 2018 overweegt de rechtbank het volgende. Volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige, in casus de aangeefster, naar voren gebrachte feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. De vraag of er sprake is van voldoende steunbewijs is, indien de bewezenverklaring zwaar leunt op de verklaring van één getuige, zoals vaak het geval is bij zedenzaken, afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval. Wel zijn daarvoor in de jurisprudentie enige regels geformuleerd. Zo moet het steunbewijs “voldoende steun” geven aan de verklaring van die getuige, dat wil zeggen dat het steunbewijs op relevante wijze in verband dient te staan met de inhoud van de verklaring van die getuige. Steunbewijs mag in beginsel niet enkel afkomstig zijn van dezelfde bron in die zin dat als steunbewijs zou kunnen worden gebruikt de verklaring van een ander aan wie de getuige heeft verteld wat haar of hem is overkomen. Enkel een de auditu verklaring levert op zichzelf niet voldoende steunbewijs op. Wel kunnen bepaalde waarnemingen of vaststellingen die niet van de getuige afkomstig zijn voldoende steunbewijs opleveren. Zoals hierna zal blijken heeft de rechtbank voor het tenlastegelegde feit van 21 september 2018 met inachtneming van dit juridisch kader de zaak beschouwd.
C Juridische kader verkrachting
Voor een bewezenverklaring van verkrachting vereist de wet dat sprake moet zijn van een afgedwongen seksueel contact, waarbij de dwang zich heeft geopenbaard in het (dreigen met) gebruik van fysiek geweld, dan wel een andere feitelijkheid.
Ingevolge Hoge Raad 27 augustus 2013, ECLI:NL:HR:2013:494 kan van door een feitelijkheid dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer als bedoeld in artikel 242 Wetboek van Strafrecht slechts sprake zijn indien de verdachte door die feitelijkheid opzettelijk heeft veroorzaakt dat het slachtoffer die handelingen tegen haar wil heeft ondergaan. Van door een feitelijkheid dwingen kan, volgens ditzelfde arrest, sprake zijn indien de verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend of het slachtoffer in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten, of dat de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanige door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie dat het slachtoffer zich naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken. Of zulk een dwang zich heeft voorgedaan, laat zich niet in het algemeen beantwoorden, maar hangt af van de concrete omstandigheden van het geval, aldus de Hoge Raad.
D Overwegingen met betrekking tot feit 1
Voorop staat dat op grond van hetgeen onder A is overwogen, de rechtbank de verklaring van [slachtoffer] betrouwbaar acht.
Onweersproken is dat [slachtoffer] samen met haar vriendin [A] in de avond van 17 september 2018 is opgehaald door [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 3] . Nadat haar vriendin [A] was vertrokken hebben [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 3] alle drie seks met [slachtoffer] gehad. Deze seks vond plaats op de achterbank van een auto, die geparkeerd stond op een [locatie 2] in Nieuwegein. Aangeefster hier hierover verklaard dat de seks met [medeverdachte 1] weliswaar vrijwillig is geweest, maar dat de seks met [medeverdachte 3] en [verdachte] tegen haar wil heeft plaatsgevonden. Zowel [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] als [verdachte] hebben verklaard dat [slachtoffer] geheel vrijwillig seks met hen heeft gehad.
De rechtbank acht op grond van de gebezigde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen [slachtoffer] met feitelijkheden heeft gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen, waaronder ook het meermalen seksueel binnendringen van haar lichaam en overweegt hiertoe als volgt.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [slachtoffer] hevig verliefd was op [medeverdachte 1] en zij niets liever wilde dan zijn vriendin worden. In de dagen voorafgaand aan 17 september 2018 hebben [medeverdachte 1] en [slachtoffer] veelvuldig contact gehad. Uit deze contacten volgt dat [medeverdachte 1] wel met haar wilde afspreken en zij wel zijn vriendin kon worden onder de voorwaarde dat zij seks zou hebben met zijn vrienden. Bovendien zou één van die vrienden niet gratis rijden en de ander zou de benzine betalen. Als de vrienden tevreden zouden zijn over de seks zou [slachtoffer] de vriendin van [medeverdachte 1] kunnen worden. [slachtoffer] wordt ook nog gevraagd foto’s te sturen en gevraagd een vriendin mee te nemen.
Op 17 september 2018 volgde genoemde afspraak, waarbij [slachtoffer] en haar vriendin [A] door de genoemde mannen werden opgehaald. Al snel vonden er tussen de mannen en de vrouwen gesprekken plaats over seks. [A] gaf daarbij aan geen enkele interesse te hebben om seks te hebben met één van de mannen. [A] omschrijft [medeverdachte 3] als agressief en degene die tegen haar gezegd heeft dat zij seks moest hebben met de donkere jongen. Laatstgenoemde betreft [verdachte] . Omdat [A] geen seks wilde hebben ontstond er een ruzieachtige en een angstige sfeer in de auto. [A] wilde hierop naar huis gebracht worden, hetgeen door de mannen werd geweigerd. In de auto werd [slachtoffer] gedwongen om Red Bull te drinken en een pil, volgens [medeverdachte 1] Viagra, in te nemen. [A] verliet de groep en moest van de mannen maar zien hoe zij thuis zou komen.
Op een donker [locatie 2] in Nieuwegein zijn de jongens uit de auto gestapt, terwijl [slachtoffer] alleen op de achterbank in de auto bleef zitten. Buiten de auto zijn de jongens met elkaar in overleg gegaan, waarna [medeverdachte 3] in de auto is gestapt en naast [slachtoffer] op de achterbank plaatsnam. [medeverdachte 3] sloeg gelijk zijn arm om [slachtoffer] heen, waarna zij met haar rug naar hem toe is gaan zitten en zij daarbij op haar telefoon keek, hetgeen ook door [medeverdachte 3] is bevestigd. Uit de door de rechtbank betrouwbaar geachte verklaring van [slachtoffer] volgt dat [medeverdachte 3] hierop zei: “Je wilt [bijnaam van medeverdachte 1] toch niet kwijt .” [medeverdachte 3] ging vervolgens aan [slachtoffer] zitten, eerst over haar kleding en daarna onder haar kleding. Ook trok hij haar shirt omhoog. Hierna bleef hij vervolgens aan [slachtoffer] zitten, terwijl zij tot tweemaal toe tegen hem heeft gezegd dat zij dit niet wilde. [medeverdachte 3] zei dat als zij het snel zouden doen zij [bijnaam van medeverdachte 1] niet kwijt zou raken en hierna hadden [medeverdachte 3] en [slachtoffer] seks met elkaar, terwijl [medeverdachte 1] en [verdachte] naast de auto stonden.
Na de seks verliet [medeverdachte 3] de auto en stapte [verdachte] in de auto. Ook hij nam op de achterbank van de auto plaats naast [slachtoffer] . [verdachte] deed hetzelfde als [medeverdachte 3] en ging ook gelijk aan de borsten en billen van [slachtoffer] zitten. Vervolgens heeft ook [verdachte] seks met haar.
Nadat [verdachte] de auto weer had verlaten kwam [medeverdachte 1] , na overleg met de andere twee mannen, weer in de auto. Hij vertelde tegen [slachtoffer] : “dat zijn vrienden het niet goed genoeg vonden” en dat zijn vrienden nog niet goed hadden gezien of zij wel goed genoeg voor hem was. Ook vertelde hij haar dat als zij niet voor de tweede keer seks zou hebben hij doodgeschoten zou worden. Hierop liet [slachtoffer] , zij was erg moe en wazig op dat moment, de tweede seksronde over zich heen komen, waarbij zij eerst op de achterbank van de auto weer seks had met [medeverdachte 3] en daarna met [verdachte] . Toen het klaar was, kwam iedereen weer in de auto zitten en [medeverdachte 1] vertelde dat [slachtoffer] was goedgekeurd door de jongens en dat zij nu zijn vriendin was. De jongens gaven hierop hun instemming door te zeggen dat zij een goede vriendin was voor [bijnaam van medeverdachte 1] .
Bij thuiskomst heeft [slachtoffer] gelijk aan de nachtwaker verteld wat haar is overkomen. De nachtwaker zag daarbij veel emotie. Zo zag hij dat zij huilde en dat zij verward was. Ook kwam zij radeloos op hem over. Uit berichten van 18 september 2018 tussen [slachtoffer] en [medeverdachte 1] is gebleken dat [slachtoffer] , nu zij seks had gehad met zijn vrienden, zijn vriendin mocht zijn. Uit berichten die [slachtoffer] heeft gestuurd volgt ook expliciet dat [slachtoffer] de seks met [medeverdachte 3] en [verdachte] niet wilde.
Uit voornoemde feiten en omstandigheden, waarbij de verklaring van [slachtoffer] wordt ondersteund door de verklaring van [A] , de nachtwaker en de whatsapp berichten, blijkt geenszins van enige vrijwilligheid vanuit de zijde van [slachtoffer] . [slachtoffer] stond duidelijk in een afhankelijkheidsrelatie tot [medeverdachte 1] . Dat [medeverdachte 3] en [verdachte] hiervan geen weet hebben gehad acht de rechtbank gelet op de bewijsmiddelen en de omstandigheden waaronder de seks plaatsvond ongeloofwaardig. Van deze afhankelijkheidsrelatie hebben de verdachten, die getalsmatig en fysiek overwicht hadden en waarbij ze zich bevonden op een donker [locatie 2] , misbruik gemaakt door haar met feitelijkheden te dwingen tot seks. Dat [slachtoffer] niet expliciet tegen [verdachte] heeft gezegd dat zij geen seks met hem wilde doet hier niet aan af. Uit de omstandigheden die door [A] en [slachtoffer] zijn geschetst, de verklaring van [A] over de gemoedstoestand van [slachtoffer] , welke gemoedstoestand door de nachtwaker wordt bevestigd, moet het overduidelijk voor [verdachte] zijn geweest dat [slachtoffer] de seks met hem niet wilde. Desondanks heeft [verdachte] het ingezette plan doorgezet.
De rechtbank acht bewezen dat sprake is van medeplegen nu er tussen [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 1] sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van de verkrachtingen van [slachtoffer] . Verdachte en zijn mededaders hebben namelijk gezamenlijk en opzettelijk op [slachtoffer] een zodanige psychische druk uitgeoefend en haar in een zodanige (bedreigende) situatie gebracht dat zij zich naar redelijke verwachting niet heeft kunnen onttrekken aan de seksuele handelingen van de verdachten. De verdachten zijn daarbij van meet af aan gezamenlijk opgetreden en uit de bewijsmiddelen en de uiterlijke verschijningsvorm kan worden afgeleid dat zij gezamenlijk dit plan hadden en hebben uitgevoerd.
Door de hiervoor geschetste dwang met feitelijkheden hebben verdachten opzettelijk veroorzaakt dat [slachtoffer] de seksuele handelingen tegen haar wil, hetgeen voor verdachte kenbaar moet zijn geweest, heeft ondergaan. Bewezen kan dan ook worden dat verdachte samen met anderen [slachtoffer] heeft verkracht.
E Overwegingen ten aanzien van feit 2
In dit geval is onweersproken dat [slachtoffer] op 21 september 2018 naar het [naam hotel] in Amsterdam is gebracht. In een hotelkamer van dat hotel heeft zij seks gehad met onder meer [verdachte] . Deze seks was volgens [slachtoffer] tegen haar wil in en volgens [verdachte] met wederzijds goedvinden.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich ook bij deze gelegenheid schuldig heeft gemaakt aan het verkrachten van [slachtoffer] . Hierbij heeft zij in haar oordeel ook betrokken hetgeen op 17 september 2018 heeft plaatsgevonden. De rechtbank is hiermee rekening houdend van oordeel dat verdachte op z’n minst de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [slachtoffer] de seksuele handelingen tegen haar wil heeft ondergaan. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [verdachte] samen met [B] op uitnodiging van [medeverdachte 1] op 21 september 2018 naar het [naam hotel] in Amsterdam is gegaan. In dat hotel had [medeverdachte 1] een hotelkamer geregeld waar hij samen met [slachtoffer] verbleef. [medeverdachte 1] heeft buiten de hotelkamer met [verdachte] en [B] besproken dat zij in de hotelkamer seks konden hebben met [slachtoffer] . [slachtoffer] was daar niet bij en verbleef op dat moment in de hotelkamer. Voor de seks met [slachtoffer] is ook conform de afspraak met [medeverdachte 1] door [verdachte] betaald.
[verdachte] wist, door wat er was gebeurd op 17 september 2018, dat [slachtoffer] in een afhankelijkheidspositie stond ten opzichte van [medeverdachte 1] . Zij was hevig verliefd op [medeverdachte 1] en wilde niets liever dan zijn vriendin worden c.q. blijven. Ook moet het voor hem na de gebeurtenissen op 17 september en alle omstandigheden van die avond volstrekt helder zijn geweest dat zij een paar dagen later niet ineens wel vrijwillig seks met hem wilde hebben. Veel aannemelijker is het dat [slachtoffer] , zoals zij ook zelf stelt, is gezwicht voor de op haar uitgeoefende druk. De verdachte heeft misbruik gemaakt van die omstandigheid, en van het feit dat [slachtoffer] zich als enige vrouw alleen in een hotelkamer bevond, terwijl meerdere mannen in de rij stonden om met haar seks te hebben.
In die voornoemde omstandigheden heeft [verdachte] de aanmerkelijke kans aanvaard dat [slachtoffer] de seksuele handelingen tegen haar wil onderging. Dat [slachtoffer] zich niet heeft verzet maakt niet dat er geen sprake is geweest van dwang. Zoals hiervoor reeds is weergegeven wist [verdachte] immers in welke afhankelijkheidspositie zij zich bevond en moet hij zich hebben gerealiseerd dat, aangezien zij de eerste keer op 17 september geen seks met hem wilde, zij zeer waarschijnlijk ook een tweede keer in de genoemde omstandigheden geen seks met hem wilde. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 1] en dus van medeplegen. Dat [medeverdachte 1] geen (seksuele) uitvoeringshandelingen heeft verricht staat immers niet in de weg aan een bewezenverklaring van medeplegen.
[medeverdachte 1] is samen met [slachtoffer] naar het [naam hotel] gegaan en hij heeft daar [verdachte] en [B] uitgenodigd met het plan om hen seks te laten hebben met [slachtoffer] . Bij aankomst hebben [medeverdachte 1] en [verdachte] besproken dat [verdachte] tegen betaling seks zou hebben met [slachtoffer] . Van deze [slachtoffer] wisten [verdachte] en [medeverdachte 1] beiden dat zij in een afhankelijkheidsrelatie verkeerde van [medeverdachte 1] . [verdachte] is vervolgens de hotelkamer binnengegaan, waarbij [medeverdachte 1] nog te kennen gaf hoe lang [verdachte] de tijd had. Tijdens de seksuele handelingen van [verdachte] met [slachtoffer] bleef [medeverdachte 1] op de gang wachten. Na de seksuele handelingen heeft [verdachte] [medeverdachte 1] betaald voor de seks met [slachtoffer] . Gelet op deze omstandigheden hebben zij gezamenlijk misbruik gemaakt van de afhankelijkheidspositie van [slachtoffer] en haar ertoe gedwongen de seksuele handelingen met [verdachte] te ondergaan.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
op tijdstippen in de periode 17 tot en met 18 september 2018 te Nieuwegein, tezamen en in vereniging met anderen,
door feitelijkheid bedreiging met een andere feitelijkheid,
immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders
- met [slachtoffer] en een vriendin van die [slachtoffer] afgesproken en opgehaald en
- nadat zij met die [slachtoffer] en dier vriendin naar de [locatie 3] waren gereden, in de avonduren terwijl het donker was, naar een afgelegen parkeerterrein/ [locatie 2] waaraan slechts kantoren en industriegebouwen waren gevestigd, gereden en gestopt en
- tegen die [slachtoffer] en haar vriendin gezegd dat zij seks met hen moesten hebben en dat als zij dan niet wilden zij maar naar huis moesten gaan lopen en aldus een dreigende situatie gecreëerd op het afgelegen donkere [locatie 2] en/of
- een blauw/paarse pil aan [slachtoffer] gegeven en die [slachtoffer] gezegd om een blauw/paarse pil te slikken en
- aan die [slachtoffer] een blikje Red Bull (energiedrink) gegeven en die [slachtoffer] gezegd om een blikje Red Bull (energiedrink) op te drinken en
- met elkaar buiten de auto overlegd/gepraat, terwijl die [slachtoffer] in de auto op de achterbank zat en
- vervolgens bij die [slachtoffer] op de achterbank gaan zitten en daarbij haar borsten, billen en benen aangeraakt terwijl die [slachtoffer] twee keer zei dat zij dat niet wilde en
- vervolgens tegen die [slachtoffer] gezegd: "Je houdt van [bijnaam van medeverdachte 1] toch?" en "Je wilt [bijnaam van medeverdachte 1] toch niet kwijt ." en "Als we het snel doen, dan raak je [bijnaam van medeverdachte 1] ook niet kwijt ." en
- vervolgens de broek van die [slachtoffer] naar beneden getrokken en
- vervolgens gezegd: "Kom snel op mij zitten." en
- vervolgens seks met die [slachtoffer] gehad en
- vervolgens, nadat die [slachtoffer] had gezegd dat zij het niet leuk vond dat zij met die vriend seks moest hebben, gezegd dat als zij geen seks met [bijnaam van medeverdachte 1] had zou worden doodgeschoten, en
- vervolgens buiten de auto met elkaar hebben overlegd/gepraat, terwijl die [slachtoffer] in de auto op de achterbank zat en
- vervolgens tegen die [slachtoffer] gezegd: "Mijn vrienden vinden het niet goed genoeg." en "Zij hebben nog niet genoeg gezien of jij wel goed genoeg bent voor [bijnaam van medeverdachte 1] ." en
- vervolgens weer bij die [slachtoffer] op de achterbank gaan zitten en vervolgens seks gehad en
- vervolgens, terwijl zij daarna allemaal weer in de auto zaten, tegen die [slachtoffer] gezegd: "Jij bent nu goedgekeurd door de jongens." en "Je bent nu weer de vriendin van [bijnaam van medeverdachte 1] .",
die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het duwen en/of bewegen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer].
2.
in de periode van 21 september 2018 tot en met 22 september 2018 te Amsterdam (Zuidoost), tezamen en in vereniging met een ander,
door bedreiging met een andere feitelijkheid, immers is/zijn en/of heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader
- naar een hotel in Amsterdam gegaan waar die [slachtoffer] met [medeverdachte 1] verbleef en vervolgens;
- heeft hij, verdachte, tegen betaling aan die [medeverdachte 1] seksuele handelingen met die [slachtoffer] verricht en/of haar laten verrichten;
- gezegd dat hij had afgesproken met zijn vrienden dat als [slachtoffer] een maand seks zou hebben met hen, zij een huis konden kopen, hij geld zou vragen voor seks, zij naar een hotel zouden kunnen en een toekomst zouden hebben met geld." en
- vervolgens toen [slachtoffer] had gezegd dat zij dat niet zou doen, haar gezegd dat zij dan niet bij elkaar konden blijven en
- naar een hotel zijn gereden en een kamer hebben geboekt, terwijl [slachtoffer] niet wist waar zij was en
- gezegd dat zij seks moest hebben met zijn vrienden om het hotel te betalen en
- die [slachtoffer] in de kamer achtergelaten dat zij seks kon hebben, terwijl zij had gezegd dat zij dat niet wilde en wilde slapen en
- vervolgens seks met die [slachtoffer] gehad en
- daarbij gezegd: "Je hebt een half uur.",
die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het duwen en/of bewegen van zijn penis in de vagina en in de mond van die [slachtoffer].
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het
onder 1 bewezen verklaardelevert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
medeplegen van verkrachting, meermalen gepleegd.
Het
onder 2 bewezen verklaardelevert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
medeplegen van verkrachting.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, in geval van bewezenverklaring, verzocht om aan verdachte een straf op te leggen waarbij het onvoorwaardelijk gedeelte gelijk is aan de duur van het reeds ondergane voorarrest.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft tot driemaal toe seks gehad met [slachtoffer] , terwijl zij dat niet wilde. Verdachte en zijn mededader(s) hebben op lafhartige wijze misbruik gemaakt van haar verliefde gevoelens voor een mededader en haar wens om de vriendin van die mededader te mogen zijn. Wetende van onder meer die afhankelijkheidspositie is het slachtoffer telkens in situaties en omstandigheden gebracht waarin zij niet onder de dwang uit kon om seks met verdachte te hebben. Door die seks zou zij, na goedkeuring hiervan door onder meer verdachte, de vriendin van de mededader (weer) kunnen worden. Voor verdachte moet het telkens echter volstrekt helder zijn geweest dat het slachtoffer geenszins van zijn seksuele toenadering gediend was.
Verdachte heeft met zijn handelswijze, waarbij dus sprake is van een drietal verkrachtingen, op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van [slachtoffer] . De gedragingen van verdachte hebben op haar een enorme impact gehad en gevoelens van angst en onveiligheid bij haar veroorzaakt. Verdachte heeft bij dit alles telkens kennelijk niet stilgestaan en steeds weer zijn eigen behoeften en verlangens volledig boven de gevoelens van [slachtoffer] geplaatst. Dat de verkrachtingen onder meer plaatsvonden op de achterbank van een auto en op een afgelegen plaats, dan wel op een hotelkamer, waar in alle gevallen andere mannen ‘klaar stonden’ om ook seks met haar te hebben, moet voor het slachtoffer zeer vernederend en bedreigend zijn geweest.
Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van verkrachtingen nog lang te kampen hebben met de nare gevolgen van zulke traumatische ervaringen. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie (strafblad) van 24 augustus 2020. Hieruit volgt dat verdachte niet eerder met justitie voor soortgelijke feiten in aanraking is gekomen. Het strafblad van verdachte zal dan ook niet in strafverzwarende of strafmatigende zin meewerken.
Verdachte heeft niet meegewerkt aan een onderzoek naar zijn persoon en evenmin aan een onderzoek van de reclassering. Wel is uit informatie van de reclassering gebleken dat hij zich aan alle schorsingsvoorwaarden heeft gehouden, waaronder ook een meldplicht bij de reclassering. Verdachte heeft ondertussen een baan en een eigen woning.
Strafkader
Om er aan bij te dragen dat in dezelfde soort zaken een zelfde straf wordt opgelegd (rechtseenheid genoemd), heeft het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) voor verschillende strafbare feiten landelijke uitgangspunten (oriëntatiepunten genoemd) uitgewerkt. Het LOVS-oriëntatiepunt voor verkrachting is een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden. Naast deze oriëntatiepunten houdt de rechtbank ook rekening met de straffen die voor dit soort feiten in soortgelijke situaties worden opgelegd.
In strafverzwarende zin houdt de rechtbank er rekening mee dat er sprake is van drie verkrachtingen die steeds plaatvonden in samenwerking met (een) ander(en).
In strafmatigende zin houdt de rechtbank rekening met het tijdsverloop in onderhavige zaak. De zaak was ongeveer één jaar geleden nagenoeg gereed voor een inhoudelijke behandeling, maar onder meer vanwege de observatie van een medeverdachte is vandaag pas vonnis gewezen. Verder zal de rechtbank er in het voordeel van verdachte rekening mee houden dat verdachte zich gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis, die is ingegaan op 30 januari 2020, aan alle schorsingsvoorwaarden heeft gehouden en niet meer met politie en justitie in aanraking is gekomen.
De rechtbank zal bij het vaststellen van de strafmaat rekening houden met de omstandigheid dat er geen sprake is geweest van brute verkrachtingen, waarbij geweld niet wordt geschuwd, maar dat in dit geval sprake is geweest van het misbruiken van een afhankelijkheidssituatie en op die wijze het slachtoffer is gedwongen de seksuele handelingen te ondergaan.
Conclusie
Gelet op al hetgeen hiervoor is overgewogen kan in dit geval niet worden volstaan met een andere straf dan oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor langere duur. De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur van 28 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden.
In hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht met betrekking tot de strafmaat ziet de rechtbank geen aanleiding tot een andersluidend oordeel te komen.
Voorlopige hechtenis
Voornoemde straf is langer dan de duur van het reeds ondergane voorarrest. De voorlopige hechtenis van verdachte is geschorst tot de uitspraak van heden. Gelet op de ernst van het bewezenverklaarde en de opgelegde straf, is de rechtbank van oordeel dat het maatschappelijk belang dat wordt gediend door voorlopige hechtenis op dit moment zwaarder weegt dan het persoonlijk belang van verdachte om in vrijheid te zijn. Aldus bestaat er geen aanleiding de schorsing van de voorlopige hechtenis te verlengen. Dit betekent dat de voorlopige hechtenis weer zal herleven.

9.BESLAG

De rechtbank zal de teruggave gelasten aan verdachte van het hierna te noemen inbeslaggenomen voorwerp. Dit voorwerp behoort toe aan verdachte en is in dit geval niet vatbaar voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer. Bovendien verzet ook het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave.
 1 smartphone, merk Huawei, type FIG-LX1.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 10.000,--. Dit bedrag bestaat geheel uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij heeft gevorderd verdachte en zijn medeverdachten hoofdelijk te veroordelen voor de gevorderde schade en de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij voldoende is onderbouwd en dat dit rechtstreekse schade betreft. In verband met de door haar bewezen geachte feiten heeft zij gevorderd om in de onderhavige zaak € 2.000,-- aan immateriële schade toe te wijzen, met oplegging van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel. Nu de bewezen verklaarde feiten anders zijn dan de bewezenverklaring in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] en de verkrachtingen door de (andere) medeverdachten deels op een ander moment plaatsvonden heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het in dit geval niet reëel is het gevorderde bedrag hoofdelijk toe te wijzen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich, gelet op het gevoerde pleidooi tot vrijspraak, op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. In het geval de rechtbank wel tot een inhoudelijke behandeling van de vordering toekomst heeft de raadsvrouw verzocht de immateriële schade naar redelijkheid te schatten.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Immateriële schade
De rechtbank is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat er immateriële schade is geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde. In het geval van verkrachting brengen de aard en de ernst van de normschending mee dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen.
De vordering leent zich – naar maatstaven van billijkheid – voor toewijzing tot een bedrag van € 2.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 september 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij kan haar vordering voor dat deel desgewenst aan de orde stellen in een procedure bij de burgerlijke rechter.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel immateriële schadevergoeding
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.000,--, te vermeerderen met voornoemde wettelijke rente. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 30 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Hoofdelijke oplegging
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de bewezen verklaarde feiten van verdachte verschillen met de bewezenverklaring in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] , de verkrachting door verdachte op een ander moment plaatsvond dan de verkrachting van medeverdachte [medeverdachte 2] en een van de verkrachtingen ook plaatsvond op een ander moment dan bij medeverdachte [medeverdachte 3] . Om die redenen acht de rechtbank het niet opportuun te beslissen tot hoofdelijke oplegging van het toegewezen bedrag.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 24c,36f, 47, 57 en 242 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 en 2 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
28 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
1 smartphone, merk Huawei, type FIG-LX1;
Benadeelde partij
- wijst de vordering van
[slachtoffer]toe tot een bedrag van
€ 2.000,--;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 september 2018 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 2.000,-- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 september 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 30 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.L.M. van Opstal, voorzitter, mrs. E.W.A. Vonk en H.F. Koenis, rechters, in tegenwoordigheid van J.J. Veldhuizen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 november 2020
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 17 tot en met 18 september 2018 te Nieuwegein, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
immers is/zijn en/of heeft/hebben hij verdachte en/of zijn mededader(s)
- terwijl hij verdachte wist dat [slachtoffer] in een zorginstelling verbleef
- met [slachtoffer] en een vriendin van die [slachtoffer] afgesproken en/of opgehaald van de instelling waar [slachtoffer] verbleef met twee mededader(s)/vrienden van hem.
- nadat zij met die [slachtoffer] en/of dier vriendin naar de [locatie 3] waren gereden, in de avonduren terwijl het donker was, naar een afgelegen parkeerterrein/ [locatie 2] waaraan slechts kantoren en industriegebouwen waren gevestigd, gereden en gestopt en/of
- vervolgens tegen die [slachtoffer] en haar vriendin gezegd dat zij seks met hen moesten hebben en/of dat als zij dan niet wilden zij maar naar huis moesten gaan lopen en/of aldus een dreigende situatie heeft gecreëerd op het afgelegen donkere [locatie 2] en/of
- een blauw/paarse pil aan [slachtoffer] gegeven en/of die [slachtoffer] gezegd om een blauw/paarse pil te slikken en/of
- aan die [slachtoffer] een blikje Red Bull(energiedrink) gegeven en/of die [slachtoffer] gezegd om een blikje Red Bull (energiedrink) leeg te drinken/op te drinken en/of
- met elkaar buiten de auto overlegd/gepraat, terwijl die [slachtoffer] in de auto op de achterbank zat en/of
- vervolgens bij die [slachtoffer] op de achterbank gaan zitten en daarbij haar borsten, billen en/of benen aangeraakt terwijl die [slachtoffer] twee keer zei dat zij dat niet wilde en/of
- vervolgens tegen die [slachtoffer] gezegd: "Je houdt van [bijnaam van medeverdachte 1] toch?" en/of "Je wilt [bijnaam van medeverdachte 1] toch niet kwijt ." en/of (terwijl hij een condoom pakte) "Als we het snel doen, dan raak je [bijnaam van medeverdachte 1] ook niet kwijt .", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- vervolgens de broek van die [slachtoffer] naar beneden getrokken en/of
- vervolgens gezegd: "Kom snel op mij zitten.", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- vervolgens seks met die [slachtoffer] gehad en/of
- vervolgens, nadat die [slachtoffer] had gezegd dat zij het niet leuk vond dat zij met die vriend seks moest hebben, gezegd dat als zij geen seks met [bijnaam van medeverdachte 1] had zou worden doodgeschoten, althans wooorden van gelijke aard of strekking en/of
- vervolgens buiten de auto met elkaar hebben overlegd/gepraat, terwijl die [slachtoffer] in de auto op de achterbank zat en/of
- vervolgens tegen die [slachtoffer] gezegd: "Mijn vrienden vinden het niet goed genoeg." en/of "Zij hebben nog niet genoeg gezien of jij wel goed genoeg bent voor [bijnaam van medeverdachte 1] .", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- vervolgens weer bij die [slachtoffer] op de achterbank gaan zitten en/of vervolgens seks gehad en/of
- vervolgens, terwijl zij daarna allemaal weer in de auto zaten, tegen die [slachtoffer] gezegd: "Jij bent nu goedgekeurd door de jongens." en/of "Je bent nu weer vriendin van [bijnaam van medeverdachte 1] .", althans woorden van gelijke aard of strekking
die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten het duwen en/of bewegen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] ;
(Artikel art 242 Wetboek van Strafrecht, art 248 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij in of omstreeks de periode van 21 september 2018 tot en met 22 september 2018 te Amsterdam (Zuidoost), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten
immers is/zijn en/of heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
- naar een hotel in Amsterdam gegaan waar die [slachtoffer] met [medeverdachte 1] verbleef en/of (vervolgens);
- heeft hij, verdachte, (tegen betaling aan die [medeverdachte 1] ) seksuele handelingen met die [slachtoffer] verricht en/of haar laten verrichten;
- die [slachtoffer] met de auto opgehaald en/of
- vervolgens tegen die [slachtoffer] gezegd: "Omdat wij ruzie hebben gehad, ben jij mijn vriendin niet meer. Jij moet nu eerst seks hebben met een vriend zodat die toestemming kan geven.", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- vervolgens (toen [slachtoffer] verdrietig werd) gezegd: "Je wilt mij toch niet kwijt .", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- vervolgens naar een voor [slachtoffer] onbekende plaats gereden en/of
- daar vervolgens seks gehad en/of
- vervolgens gezegd dat hij had afgesproken met zijn vrienden dat als [slachtoffer] een maand seks zou hebben met hen, zij een huis konden kopen, hij geld zou vragen voor seks, zij naar een hotel zouden kunnen en een toekomst zouden hebben met geld.", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- vervolgens toen [slachtoffer] had gezegd dat zij dat niet zou doen, haar gezegd dat zij dan niet bij elkaar konden blijven, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- vervolgens naar een hotel zijn gereden en een kamer hebben geboekt, terwijl [slachtoffer] niet wist waar zij was en/of
- vervolgens (toen [slachtoffer] al in pyjama was) gezegd dat zij seks moest hebben met zijn vrienden om het hotel te betalen en/of
- vervolgens die [slachtoffer] in de kamer achtergelaten dat zij seks kon hebben, terwijl zij had gezegd dat zij dat niet wilde en wilde slapen en/of
- daarbij gezegd: "Je hebt 30 minuten.", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- vervolgens seks met die [slachtoffer] gehad en/of
- vervolgens nogmaals seks met die [slachtoffer] gehad en/of
- daarbij gezegd: "Je hebt een half uur.", althans woorden van gelijke aard of strekking,
die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het duwen en/of bewegen van zijn penis in de vagina en/of in de mond van die [slachtoffer] ;
(Artikel art 242 Wetboek van Strafrecht, art 248 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Bijlage II: de bewijsmiddelen [1]
Ten aanzien van feit 1:
De verklaring van [slachtoffer] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Datum verhoor: 2 oktober 2018
O = opmerking verbalisant
V = vraag
A = antwoord
V: Tegen wie wil jij aangifte doen?
A: Tegen [bijnaam van medeverdachte 1] en tegen zijn vrienden.(…)
V: Waar is het gebeurd waarvan jij aangifte wilt doen?
A: Eerste twee keer in Houten in de auto en de laatste keer in het hotel in Amsterdam.
V: In de intake heb je ook verteld dat je in een hotel in [plaatsnaam] bent geweest.
A: (…) daarvoor had ik nog seks met een vriend van [bijnaam van medeverdachte 1] . Dat was in Houten. Dat was de eerste avond dat ik [bijnaam van medeverdachte 1] zag. (…) Ik denk ongeveer een maand geleden. (…) de laatste keer was twee weekenden geleden. Dat was in het hotel in Amsterdam.
O: Verbalisant zoekt de datum even op. Het was zaterdag 22 september 2018.
V: [slachtoffer] , ik heb begrepen dat jij woonachtig bent bij [naam stichting] (…)
A: (…) Ik mocht van mijn ouders niet meer thuis wonen. Ik ging een traject in waarbij ik moest leren om niet afhankelijk van iemand te zijn. (…) Ik bleef eerst nog een tijdje thuis wonen. Toen dat escaleerde ben ik naar [locatie 1] gegaan wat een onderdeel is van [naam stichting] . (…) Ik heb daar nu mijn eigen plek. Ik heb begeleiding. [2]
V: Hoe ben je met [bijnaam van medeverdachte 1] in contact gekomen?
A: Via Snapchat, toen gingen we via de chat met elkaar praten. (…) [bijnaam van medeverdachte 1] en mijn naam op Snapchat is [snapchatnaam 1] . Zijn nieuwe Snapchatnaam is [snapchatnaam 2] . (…) Overigens noemen zijn vrienden hem [medeverdachte 1] of [medeverdachte 1] . [3]
(…)
A: We spraken af voor 17 september 2018 om 21.00 uur. Ik zou met een vriendin van me, [A] genaamd, worden opgehaald bij [locatie 1] . [bijnaam van medeverdachte 1] had gezegd dat hij twee vrienden zou meenemen. (…) Ik ging samen met [A] achterin zitten. (…) We gingen eerst naar de [locatie 3] te Nieuwegein. (…) Daarna gingen we naar een [locatie 2] in Nieuwegein.
O: Dat [locatie 2] hebben we opgezocht tijdens de intake die we hebben gehad. Het was bij de [locatie 3] rechtdoor het [locatie 2] op. [4]
A: [bijnaam van medeverdachte 1] was boos geworden. Hij zei dat [A] de auto niet meer in kwam en dat ze maar naar huis moest lopen. (…) Uiteindelijk ging [A] met de bus naar huis. Ze zei tegen mij dat ik ook naar huis moest gaan, anders gaat dit niet goed aflopen. [A] was bang dat er iets ging gebeuren.
V: Waarom was [bijnaam van medeverdachte 1] boos?
A: [bijnaam van medeverdachte 1] werd geïrriteerd. [A] zei dat zij een vriend had. Zij zou dit soort dingen niet doen. Ik bedoel dan seks met anderen. [A] voelde al aan wat er ging gebeuren. (…) Hij was ook boos op mij omdat ik dan een andere vriendin mee had moeten nemen. (…) We reden verder het [locatie 2] op. [bijnaam van medeverdachte 1] bood mij een pil aan. Ik wilde die pil niet slikken. Ik moest Redbull drinken. Ik wilde dat ook niet. (…) [bijnaam van medeverdachte 1] drong telkens aan dat ik dat ging opdrinken. (…) Uiteindelijk dronk ik ook van dat blikje en nam ik ook die pil. [bijnaam van medeverdachte 1] drong aan dat ik die pil nam. Ik wilde dit eigenlijk niet. (…) Het was een blauw/paarse pil. (…) Ik was al moe maar toen was mijn hele lichaam ook out. Het was inmiddels 22.30 uur of zoiets. [bijnaam van medeverdachte 1] ging met de jongens praten buiten de auto. (…) Een van de jongens kwam naast me achter in de auto zitten. (…) Hij sloeg gelijk zijn arm om mij heen. Ik ging met mijn rug naar hem toe zitten en ging op mijn telefoon zitten kijken. Hij zei: “Je wilt [bijnaam van medeverdachte 1] toch niet kwijt .” (…) Hij ging overal aan me zitten, aan mijn borsten, billen en benen. Eerst boven op mijn kleding. Daarna onder mijn kleding. Hij trok mijn shirt omhoog. (…) Ik heb 2 keer gezegd dat ik dat niet wilde. Hij bleef aan mij zitten. Hij haalde een condoom uit zijn zak en zei dat als we het snel doen raak je [bijnaam van medeverdachte 1] niet kwijt . Ik heb toen seks met hem gehad. (…) Ik ben op hem gaan zitten. Hij haalde zijn lul uit zijn broek. Hij zei: “kom snel op mij zitten.”. (…) Hij had mijn broek naar beneden gedaan tot aan mijn knieën. (…) Hij stak zijn lul in mijn vagina via de achterzijde. (…) Later heb ik op die avond nog een keer seks met hem gehad. [5]
V: Is deze seks met je goedvinden gebeurd?
A: Nee, ik vond dit niet goed. [bijnaam van medeverdachte 1] en de jongens stonden buiten. Ik stond in het donker op een [locatie 2] . Ik had het idee dat als ik uit de auto stapte [bijnaam van medeverdachte 1] en de jongens mij tegen zouden houden. (…) Ik kon ook niet uit de auto komen. (…)
[bijnaam van medeverdachte 1] kwam naar mij toe en vroeg aan mij of het wel ging. (…) Toen ging [bijnaam van medeverdachte 1] weg, hij loopt van de auto weg en vriend nummer 2 kwam in de auto. (…) Hij ging naast mij op de achterbank zitten. (…) Hij deed hetzelfde als die eerste. Hij zat aan mijn borsten en billen. (…) Hij haalde een condoom uit zijn zak. (…) Ik was gewoon super moe. [6] (…) Hij voelde aan mijn borsten en mijn vagina. Hij had een condoom om zijn piemel en stak deze in mijn vagina. Toen het stopte, was hij klaargekomen. Hij stapte uit de auto. (…) Toen het klaar was kwam [bijnaam van medeverdachte 1] weer in de auto. [bijnaam van medeverdachte 1] zei dat zijn vrienden het niet goed genoeg vonden. Hij zei dat zijn vrienden nog niet goed genoeg hadden gezien of ik wel goed genoeg voor [bijnaam van medeverdachte 1] was.
V: Wat deed dat met jou?
A: Ik was heel boos. Ik werd wazig. (…) [bijnaam van medeverdachte 1] stapte uit de auto, die eerste jongen stapte weer in de auto. Ik had weer seks met deze jongen. Die eerste jongen stapte uit de auto en de tweede jongen stapte weer in en ik had ook weer seks met deze jongen. Dat was op dezelfde manier met condoom en ik had vaginale seks. (…) Ik heb jongen 1 ook nog gepijpt. (…) Toen was het klaar. Iedereen kwam in de auto zitten en [bijnaam van medeverdachte 1] zei dat ik was goedgekeurd door de jongens en dat ik nu zijn vriendin was. De jongens gaven hun instemming door te zeggen dat ik een goede vriendin was voor [bijnaam van medeverdachte 1] . (…) Ik zag thuis de nachtwaker en vertelde hem wat er gebeurd was. (…) Ik moest huilen. (…) [bijnaam van medeverdachte 1] zei wel tegen mij in de auto dat als dit niet gebeurde, ik bedoel dan de seks, hij zou worden doodgeschoten. Dit zei hij voordat ik de tweede keer seks had in de auto. [7]
V: Herken jij een van de jongens van de foto’s die die avond daar met jou was. We beginnen met foto 3 (opmerking rechtbank: dit betreft in het onderzoek [naam onderzoek] de foto van [medeverdachte 3] )
A: Ja, dat is de bestuurder.
V: Foto 06 (opmerking rechtbank: dit betreft in het onderzoek [naam onderzoek] de foto van [verdachte] )
A: Volgens mij is dat hem, die kale. (…) Ze noemden hem [.] (fon.) (…) Volgens mij was deze man of jongen ouder dan de rest, maar dat zegt mijn gevoel. [8]
De verklaring van [A] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
V: Ik wil even naar 17 september 2018. Wat kun je je van deze dag/afspraak herinneren?
A: (…) [slachtoffer] had buiten afgesproken met [bijnaam van medeverdachte 1] . In de loop van de avond bleek dat er telkens meer jongens mee zouden komen. (…) Een vriend van [bijnaam van medeverdachte 1] reed. [9]
Foto’s tonen:
(…)
Foto 03 (opmerking rechtbank: dit betreft in het onderzoek [naam onderzoek] de foto van [medeverdachte 3] ). Hij was er ook bij. (…) Zijn gedrag was agressief. (…) Hij zei je moet met die donkere jongen seks hebben anders moet je eruit. Ik had het gevoel dat hij mij ging aanvallen. (…) Ik moest een pilletje van ze nemen. Ik wilde dat niet. Hij en [bijnaam van medeverdachte 1] werden boos. Ik moest seks hebben met die jongens. Ik wilde dat niet. Ik moest dat pilletje nemen en seks hebben of anders moest ik weggaan.
Foto 06 (opmerking rechtbank: dit betreft in het onderzoek [naam onderzoek] de foto van [verdachte] ). Dit was een donkere jongen. (…)
We gingen eten bij de [locatie 3] . (…) het was de [.] van de [locatie 3] . (…) Ik was bang. Mijn gedachten waren dat ze mij en [slachtoffer] iets aan gingen doen. (…) In de auto werd [slachtoffer] gedwongen een pilletje te nemen. (…) We stonden nog op het parkeerterrein van de [locatie 3] . (…) Ik appte met [slachtoffer] en tekste dat ik bang was. [slachtoffer] appte terug dat ze ook bang was. Ik wilde weg maar [slachtoffer] was bang dat zij alleen zou blijven. [slachtoffer] was bang voor [bijnaam van medeverdachte 1] . (…) We reden vanaf de parkeerplaats van de [locatie 3] naar een [locatie 2] . (…) Die donkere jongen zei dat ik met hem moest slapen. Ik bedoel dan seks hebben. [bijnaam van medeverdachte 1] zei dat als ik dat niet deed ik naar huis moest lopen. [10]
V: Wat zei hij tegen [slachtoffer] ?
A: [slachtoffer] moest haar tablet nemen. Zij wilde dat niet. Hij zei tegen haar: “Je moet doen wat ik zeg.” Ik zei tegen [bijnaam van medeverdachte 1] waarom wil je dat [slachtoffer] dat doet. [bijnaam van medeverdachte 1] werd boos. Hij zei jij kanker Afrikaanse. Jij verpest alles. [bijnaam van medeverdachte 1] wilde dat ik ook seks had met die jongens uit de auto. Ik wilde dat niet. Hij wilde ook dat [slachtoffer] seks had met die jongens. [slachtoffer] vroeg aan mij, alsjeblieft doe dat voor mij. Ga slapen met die Afrikaanse jongen. Maar ik zei ik ga dat niet doen. [slachtoffer] vroeg een paar keer aan mij wil je dat alsjeblieft voor mij doen als vriendin. Ik zei dat ik dat ik dat niet ging doen. [slachtoffer] was aan het huilen. Zij was echt heel bang. (…) Ik huilde en rende weg. (…) Ik vond het verschrikkelijk voor [slachtoffer] . De bedreiging. Ik gun dat niemand. De jongens deden alsof ze geen gevoelens hadden. Ze doen het maar gewoon. Ze behandelden ons als dieren. Ze zeiden tegen ons stelletje hoeren. Kanker Afrikaanse jij hebt alles verpest. (…) ik denk dat het 04.00/05.00 uur was toen appte [slachtoffer] . Ze tekste mij: “O, lieve, mijn lichaam doet pijn. Ik heb seks moeten hebben met al deze jongens, ik ben verkracht door al die jongens. Mijn lichaam doet zo’n pijn ik kan niet meer slapen van de pijn.” [slachtoffer] vertelde dat ze alles had verteld aan een begeleider van haar (…). [11]
De verklaring van [D] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
V: [.] , wij gaan je horen over [slachtoffer] . (…) Ben jij de enige nachtwaker bij deze [locatie 1] ?
A: Nee, er zijn er meerdere.
V: Welk tijdstip was het op die dag dat ze binnenkwam?
A: Om 00.55 uur op 18 september 2018. (…) Ze was erg verdrietig. Ze was eerlijk, ze gooide alles eruit en vertelde was ze had meegemaakt. (…) Ik had de indruk dat ze zich niet voor kon stellen wat ze had meegemaakt. (…) Zij was overstuur, ze moest huilen en was verward. Ze gaf aan dat ze hoofdpijn had en zich erg moe voelde ook voelde zij zich vies. [12] Ik zag een beetje angst, onbegrip en wanhoop. (…) Ze gaf aan dat ze met haar vriendin [A] mee had moeten gaan. Maar [slachtoffer] gaf aan dat ze dat niet durfde. [13]
De bevindingen met betrekking tot de iPhone 4 van [slachtoffer] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
(…) Ik heb onderzoek verricht aan de veiliggestelde gegevens van de iPhone 4 van [slachtoffer] . [14]
Op 15 september 2018, om 15.00 uur, startte onderstaande conversatie.
(…)
[slachtoffer] : En dan wil je me neuken
[medeverdachte 1] : Matties ook
[slachtoffer] : Hoeveel
[medeverdachte 1] : 2
[medeverdachte 1] : Maar omstebeurt
[slachtoffer] : Dus dan moet k met jou en die 2.:
[medeverdachte 1] : Ja
(…)
[medeverdachte 1] : Want waggie is van hem
[medeverdachte 1] : Hij wilt sws neuken Snapje
(…) [15]
Op 16 september 2018 (…) om 10.41 uur startte onderstaande conversatie:
[slachtoffer] : Wat je gistet zij eh met k wauw je wife misschien meende je dat
[medeverdachte 1] : Als je al me matties pijpt ens wordt je per direct me wifey
(…)
[medeverdachte 1] : Moet je lief zijn en naar me luisteren ja
[slachtoffer] : Isgoed
(…)
[medeverdachte 1] : Ja miss met een paar neuken ofs maar is toch niet erg
[medeverdachte 1] : Want dan krijg ik respect van de straat kan ok je gwn wifen
[slachtoffer] : want je wiir me nog wel als je vriendin
[medeverdachte 1] : Ja alleen je hebt veel goed te maken nog
[slachtoffer] : Hoe bedoel je
[medeverdachte 1] : Gwn je was stout laatste tijd
[slachtoffer] : Oke
[slachtoffer] : Sorry [16]
(…)
[medeverdachte 1] : Je zou me foto sturen
(…)
[slachtoffer] : K heb gestuurd mt string lieve schat
[slachtoffer] : Dat is toch goed
[medeverdachte 1] : Nee je zei zonder
(…)
[medeverdachte 1] : Maar me matties zn ook nu teleurgesteld
(…)
[medeverdachte 1] : Moet ook goedmaken met hun vind ik
(…)
[slachtoffer] : Je wilt me als. Je vriendin toch
[medeverdachte 1] : Ja als je doet wat ik van je vraag [17]
Op 16 september 2018, om 15.35 uur, startte onderstaande conversatie:
[slachtoffer] : Schat kan je niet alleen komen
(…)
[medeverdachte 1] : Nee man heb geen auto
(…)
[medeverdachte 1] : Maar wat is er je wilt niet meer ofs
[slachtoffer] : jawel maar k wil niet zo beel
[slachtoffer] : veel
[medeverdachte 1] : Is maar 3 [18]
(…)
[slachtoffer] : Ik vind het moeilijk om seks te hwbben met je vrienden
[medeverdachte 1] : Nee je moet proberen anders gaan we niet komen
(…)
[medeverdachte 1] : die man met auto gaat sws niet gratis rijden naar daar
(…)
[medeverdachte 1] : en die andere betaald de tank
(…)
[slachtoffer] : K wil je zien maar k wil niet MEY je vrienden
[medeverdachte 1] : Heletijd zeur je [19]
Op 17 september 2018, om 13.31 uur, startte onderstaande conversatie:
[medeverdachte 1] : ben wel met 4 dan
[medeverdachte 1] : Maar 2 willen niks doen [20]
(…)
[slachtoffer] : Word k daarna eindelijk je vriendin
[medeverdachte 1] : Ja als me mattie zegt je bent waard
[medeverdachte 1] : Maar ligt aan de sec’s
[medeverdachte 1] : Sexs
(…)
Op 17 september 2018, om 19:09 uur, startte onderstaande conversatie: [21]
[slachtoffer] : Maar k ga alleen met jou toch
[medeverdachte 1] : Nee je moet ook met een mattie
[medeverdachte 1] : Anders kan ik je niet wifen
(…)
[medeverdachte 1] : Hij gaat kijken of je goed genoeg bent
[medeverdachte 1] : En alst wel zo is mag ik je wifen van hm.
(…)
[slachtoffer] : Haal cola voor [A]
(…)
[slachtoffer] : Met hoeveel ben je
[medeverdachte 1] : 1 lekkere mattie gwn
[medeverdachte 1] : En 1 mattie voor je vriendin [22]
Op 18 september, om 07:30 uur, startte onderstaande conversatie:
[slachtoffer] : Ik hoef niet meer dat te doen van gistet eh [23]
[medeverdachte 1] : Nee [.]
[medeverdachte 1] : Sws niet
(...)
[medeverdachte 1] : Ja de buurt gaat gwn weten je bent me wifey
[slachtoffer] : En dat van gister hoeft echt niet meer eh k vond het niet prettig
[medeverdachte 1] : Nee dat hoeft niet meer
[medeverdachte 1] : Je bent van mij
Op 18 september 2018, om 11:41 uur, startte onderstaande conversatie:
[medeverdachte 1] : Maar van gisteren vond je niet zo erg toch
[slachtoffer] : Jawel
(...)
[slachtoffer] : heb het echt helemaal voor jou gedaan
(...)
[medeverdachte 1] : Je kon ook gwn naar bushalte lopen met je vriendin he
[slachtoffer] : Jaa en was k jou kwijt
[medeverdachte 1] : Maar je wou me matties ook ballen
[slachtoffer] : Nee?
[slachtoffer] : Wauw k nier [24]
De verklaring van [medeverdachte 3] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
[medeverdachte 1] kende haar en hij vroeg of ik haar wilde ophalen. (…) We hebben eerst bij de [locatie 3] wat eten gehaald. (…) We zijn door de [locatie 3] gegaan. (…) [medeverdachte 1] en een vriendin van haar zaten ook in de auto (…) [25] . (…) Die vriendin wilde naar huis. (…)We hebben met elkaar besproken dat we op een rustige plek zouden gaan zitten. [26] (…) We zijn toen naar een [locatie 2] gegaan en daar heb ik seks gehad met [slachtoffer] . [27] (…) Daarna had [slachtoffer] nog seks met andere jongens. Ik stond toen buiten. [28] heeft verklaard dat u een arm om haar heen sloeg en met haar rug naar u toe ging zitten en zij op haar telefoon ging kijken. Dat klopt wel ja. [29]
De verklaring van [medeverdachte 1] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
[slachtoffer] stuurde een tijdstip en een adres. (…) [A] en [slachtoffer] stapten in en we zijn naar de [locatie 3] gereden. [30] [A] vroeg waar gaan we heen en zei ik jullie wouden toch neuken. [A] zei ik heb een vriend en ik dacht dat jullie mij naar huis zouden brengen. [31]
(…) we zijn naar een [locatie 2] gereden. Daar is [A] uitgestapt en weggegaan. (…)
V: [slachtoffer] verklaarde in haar aangifte dat jij buiten de auto met de twee jongens stond te praten en dat één van de jongens naast haar in de auto kwam zitten. Deze jongen begon haar lichaam te betasten en hij zei tegen haar dat zij [bijnaam van medeverdachte 1] toch niet kwijt wilde. De jongen haalde een condoom uit zijn zak en [slachtoffer] had tegen haar zin seks met die jongen. Jij en die andere jongen stonden volgens haar toe te kijken. Wat kan jij hierover verklaren?
A: (…) die jongen neukte eerst, daarna een andere jongen en daarna ik. (…) Eerst de bestuurder, daarna die donkere jongen en daarna ik. (…) Ik vroeg aan mijn vrienden of zij nog een keer konden neuken.
V: Voorts verklaarde [slachtoffer] dat toen alles voorbij was jij tegen haar zei dat zij was goedgekeurd door de jongens en dat zij een goede vriendin voor jou zou zijn. (…)
A: Zij was goedgekeurd, mijn vrienden zeiden wanneer ik deze slet als vriendin nam ik een goed seksleven zou hebben.
V: Met hoeveel waren jullie?
A: Ik, met twee vrienden, [slachtoffer] en [A] . (…) Ik zag dat [slachtoffer] er een beetje moe uitzag en gaf haar daarom Red-Bull. Een van mijn vrienden had haar een Viagra-pil gegeven zodat ze wilder kon neuken. [32] (…) Die vriend van mij neukte haar. Die vriend van mij had een ongeluk gehad hij had een half been. (…) Het is [medeverdachte 3] . (…) Hij wilde alleen maar seks. [33]
De verklaring van [verdachte] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Op 17 september 2018 ben ik samen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] naar Houten gegaan. Daar hebben wij [slachtoffer] en [A] opgehaald. We zijn toen naar de [locatie 3] gegaan. [A] is op een gegeven moment weggegaan. [medeverdachte 3] heeft eerst met [slachtoffer] in de auto seks gehad. Ik stond toen met [medeverdachte 1] buiten de auto. Nadat [medeverdachte 3] klaar was ben ik de auto ingestapt en ik heb toen ook seks gehad met [slachtoffer] . Hierna ben ik de auto uitgestapt en is [medeverdachte 1] de auto ingegaan. Hierna heb ik nogmaals in de auto seks gehad met [slachtoffer] . [34]
Feit 2
De verklaring van [slachtoffer] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
A: vrijdag de 21ste de rechtbank begrijpt: 21 september 2018) (…) was ik in Deventer. Ik had met [bijnaam van medeverdachte 1] afgesproken via de telefoon dat ik hem kon zien. Hij zei dat we samen konden overnachten in een huis van een vriend van hem. Ik dacht: “leuk.” Hij heeft mij toen opgehaald. Hij kwam helemaal uit Amsterdam met drie vrienden. De bestuurder kende ik, want ik had al eens seks met hem gehad, in de auto op het [locatie 2] (…). Ze kwamen met dezelfde auto als toen. (…) [bijnaam van medeverdachte 1] was meteen heel lief en ging naast mij zitten in de auto, knuffelen enzo en zei dat ik lief was en hij mij had gemist.
V: Jullie rijden dan naar?
A: Amsterdam- [.] (…) We gingen naar de [locatie 3] in de [.] . (…) Daarna ging 1 vriend van [bijnaam van medeverdachte 1] naar huis (…) en ging het eigenlijk gelijk fout. [bijnaam van medeverdachte 1] zei toen: ja, omdat wij ruzie hadden gehad en ik nu zijn vriendin niet meer was, ik eerst weer met 1 vriend seks moest hebben, zodat die hem toestemming kon geven. [35]
V: Wat zij hij dan precies?
A: Dat die vriend opnieuw goedkeuring moest geven en dat ging over vriend nummer 1, de bestuurder van de auto. (…) Ik was heel verdrietig en hij ging weer heel zielig doen: “Je wilt mij toch niet kwijt ?” Toen heb ik het uiteindelijk gedaan. Gewoon in de auto op een afgelegen plek. (…) Die jongen kwam weer achterin zitten. [bijnaam van medeverdachte 1] stapte uit. Ik had toen snel seks met die jongen. (…) Het was voor mij die avond nog moeilijker om nee te zeggen. Ik wilde niet dat mijn familie dit zou weten en ik wilde [bijnaam van medeverdachte 1] niet kwijt . Ik wist ook niet waar ik was in Amsterdam. (…) Gewoon snel seks net als de vorige keer, dat ik op hem ging zitten op de achterbank in de auto. [36] (…)
Toen we klaar waren stapten [bijnaam van medeverdachte 1] en die jongen weer in de auto. (…) [bijnaam van medeverdachte 1] zei me toen dat hij had afgesproken met zijn vrienden dat als ik een maand seks met hen zou hebben wij een huis konden kopen, hij geld zou vragen voor de seks, wij naar een hotel zouden kunnen en wij een toekomst zouden hebben met geld. Hij zei dat we samen dat geld konden gebruiken en opmaken. [37] (…) [bijnaam van medeverdachte 1] zei: “Als je seks hebt met 1 vriend is dat ongeveer € 50,00 per vriend, maar oudere mannen zouden wel € 300,00 betalen. Ik zei hem dat ik dat sowieso niet ging doen. [bijnaam van medeverdachte 1] zei dat we dan niet meer bij elkaar konden blijven. (…) Ik zei dat ik dat niet ging doen. (…) [bijnaam van medeverdachte 1] zei om langs zijn huis te rijden. (…) we zijn naar een hotel gegaan. (…) Bij het [naam hotel] zijn we afgezet. [bijnaam van medeverdachte 1] checkte in en betaalde meteen. (…) [bijnaam van medeverdachte 1] zei toen dat er twee vrienden zouden komen. (…) Hij zei dat ik seks met hen moest hebben zodat hij het hotel kon betalen. Dat was nummer 2 van de vorige keer. (…) Dit was één van dezelfde jongens waar ik eerder op [locatie 2] seks mee had. Ik wilde dit niet en zei dat tegen [bijnaam van medeverdachte 1] . Ik ging gewoon slapen. (…) [bijnaam van medeverdachte 1] ging met die andere jongens weg, van de kamer af. Volgens mij gingen ze voor de deur staan. Na 20 minuten klopte [bijnaam van medeverdachte 1] weer aan en zei: “ben je klaar?” [38]
V: Wat zegt jongen nummer 3 tegen jou?
A: [bijnaam van medeverdachte 1] zei tegen hem: “Je hebt 30 minuten.”
Ik werkte gewoon mee. Ik was moe en wilde gewoon gaan slapen. Het lukte gewoon niet met die jongen met de seks. Ik vroeg hem of hij wel betaald had. Hij zei dat hij [bijnaam van medeverdachte 1] zou betalen en hij zou zeggen dat wij wel seks hadden gehad. (…)
V: Hoe lang bleef die jongen nummer 3?
A: 20/25 minuten. [bijnaam van medeverdachte 1] klopte weer op de deur of hij klaar was. Toen kwam die andere jongen binnen, die ik nummer 2 noem, die ik al eerder had gezien en seks mee had gehad. (…) Jongen nummer 2 ging zich uitkleden, naast mij liggen. Ik heb hem toen even met condoom gepijpt en daarna hebben we seks gehad. Ik bedoel neuken (…).
V: Wat zegt [bijnaam van medeverdachte 1] dan?
A: Half uur, hij staat dan half in de gang in de deuropening. [39]
(…) Om 06:30 uur heb ik seks gehad met [bijnaam van medeverdachte 1] .
V: Heeft [bijnaam van medeverdachte 1] nog iets gezegd tegen jou?
A: Alleen dat hij het hotel nu had kunnen betalen. [40]
De verklaring van [medeverdachte 1] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
[slachtoffer] zei dat ze (…) bij haar moeder in Deventer zat. (…) Die jongen wilde [slachtoffer] zelf niet ophalen omdat hij het veel te ver rijden is. Hij zei oké als ik 3 rondes mag neuken (…). We haalden [slachtoffer] op en reden richting Amsterdam. Daar heeft [slachtoffer] het gedaan met hem. [41]
V: Jij zegt dat die jongen haar wilde ophalen in Deventer voor drie seksrondes. Maar [slachtoffer] zegt: “Ja alleen als het moet.”. Wat is moeten? Je hebt toch een keuze, maar kennelijk moet zij?
A: [slachtoffer] wou met mij slapen dus als die jongen haar wilde halen uit Deventer en er is geen andere optie voor haar en ze wil niet met de trein, dan moet het wel. Toen zei die jongen het is toch te ver. Toen begon [slachtoffer] weer te zeuren. Die jongen zei ik ga alleen naar Deventer als ik drie seksrondes krijg. [42]
--
We gingen naar het hotel en daar hadden we het gewoon leuk met [slachtoffer] . (…) Een jongen had [slachtoffer] al eerder geneukt in de auto. Er was ook nog een andere jongen. (…) Het waren gewoon vrienden waarmee ze geneukt heeft. (…) Dat was in het [naam hotel] . [43]
V: Wat bedoelde jij toen jij zei tegen een van de jongens: “Je hebt nog 30 minuten”?
A: Zo van wij willen ook nog neuken. [44]
V: Wat deed jij in de tussentijd toen zij aan het neuken was met jouw vrienden?
A: Chillen op de gang of buiten op het terrein.
V: Met wie heeft [slachtoffer] die nacht allemaal seks gehad?
A: Met twee goede vrienden in het hotel en vooraf het hotel heeft zij seks gehad met [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] had ons afgezet bij het hotel en had haar met de auto opgehaald in Deventer. [45]
De bevindingen met betrekking tot de telefoon en de simkaart van [B] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Bij zijn aanhouding had [B] een iPhone bij zich. De iPhone en de Simkaart zijn veiliggesteld. Ik heb in de veiliggestelde gegevens specifiek gezocht naar gegevens die mogelijk te relateren waren aan de verkrachting, dan wel aanranding van [slachtoffer] in de periode van 21 op 22 september 2018 in het [naam hotel] in Amsterdam. [46]
Op 21 september 2018, om 22.55 uur, startte onderstaande conversatie:
[C] : Hoe qaat die [.] teruq naar osso (verbalisant: huis) morqen ?
[C] : Ze heeft nog koffer alles
[...] : Kweenimn
[C] : Wat doen jullie dan ?
[...] : [E] is plooppee
[C] : [.]
[...] : See
[C] : Zo snel all
[C] : Kom video
[...] : Zezijn waggy wii ziin rev
[C] : Oo
[...] : Hiis al klaar lol
[C] : Sirieus
[...] : See
[C] : Lol
[C] : Die [.] qaat faia qaan
[C] : Wellou pitte
[...] : Ahahha iaaman
[...] : Kk puin [47]
De verklaring van [B] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
V: Kun je je 21/22 september 2018 nog herinneren (…) O: dat was de dag dat jullie naar Deventer zijn gegaan om een meisje op te halen.
A: Ik ben mee geweest om dat meisje op te halen. We gingen met de auto van [E] .
O: zoals je weet hebben wij jouw telefoon uitgelezen. Wij willen jou onderstaand gesprek voorleggen. Gesprek met [C] van 21 september 2018 om 22.55 uur.. [48]
A: Wij hebben het hier over [slachtoffer] .
V: Ze zijn in waggy wij zijn rev?
A: Lettelijk vertaald: Ze waren in de auto en wij zijn ver. Met ze bedoel ik [slachtoffer] en [E] . Met wij bedoel ik [medeverdachte 1] en ik.
V: Wat bedoelt [C] met: die [.] gaat faja gaan, Wellou pitte?
A: Letterlijk betekent dit: [slachtoffer] gaat het zwaar hebben ze gaat niet slapen denk ik. Ploppen betekent neuken of seks hebben. [49]
A: (…) Ik ben gewoon naar huis gegaan. Het was in de avond. (…) [verdachte] was naar mijn huis gekomen. (…) [verdachte] kreeg het appje of belletje van: “Kom gezellig langs.”. (…) We zijn naar het [naam hotel] gegaan. (…) [medeverdachte 1] gebeld om te vragen naar de etage en kamer. [50] (…) We belden aan. [medeverdachte 1] deed open in zijn onderbroek. (…) [medeverdachte 1] kwam een beetje naar buiten. (…) [medeverdachte 1] zei tegen mij dat ik ook seks kon hebben met [slachtoffer] . (…) Er werd gesproken over een prijs. (…) Het was dertig a veertig euro.
V: Wie ging als eerste naar binnen?
A: Ikke (…) Voor zover ik weet was zij naakt onder een deken. (…) [verdachte] en [medeverdachte 1] waren buiten op de gang. (…) Ik vroeg haar of zij wist dat er moest worden betaald voor de seks. Ik vroeg haar of zij wist dat het geld overgemaakt moest worden naar [medeverdachte 1] . Zij was daar mee bekend. (…) We zouden seks hebben (…) uiteindelijk is dat niet doorgegaan. [51]
Ze heeft mij een halve minuut gepijpt.(…) Ik ga de kamer uit (…). [verdachte] is naar binnen gegaan en ik ben met [medeverdachte 1] op de gang gebleven. (…) [slachtoffer] noemde [medeverdachte 1] [bijnaam van medeverdachte 1] . [52]
De verklaring van [verdachte] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Op 21 september 2018 werd ik door [medeverdachte 1] gebeld om te komen chillen in het [naam hotel] in Amsterdam. Ik ben toen samen met [B] naar dat hotel gegaan. Toen we onderweg waren naar het hotel hoorde ik dat [slachtoffer] ook in het hotel was. Ik had op 17 september 2018 al eerder seks met haar gehad. In het hotel kregen [B] en ik van [medeverdachte 1] het aanbod om tegen betaling seks met [slachtoffer] te hebben. Wij zijn hierop ingegaan en eerst is [B] de hotelkamer ingegaan. Ik bleef toen met [medeverdachte 1] op de gang wachten. Toen [B] weer uit de hotelkamer kwam ben ik de hotelkamer ingegaan. In de hotelkamer heb ik seks gehad met [slachtoffer] . Zij heeft mij gepijpt en ik heb met haar geneukt. Ik heb hiervoor € 30,- overgemaakt naar de rekening van [medeverdachte 1] . [53]
De bevindingen met betrekking tot de iPhone 4 van [slachtoffer] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
(…) Ik heb onderzoek verricht aan de veiliggestelde gegevens van de iPhone 4 van [slachtoffer] . [54]
Op 19 september 2018, om 17:52 uur, startte onderstaande conversatie:
[medeverdachte 1] : Ai maar je bent me wifey niet meer
[slachtoffer] : K wil je meisje wel zinn
[medeverdachte 1] : Kan niet zmr
(...)
[medeverdachte 1] : Me matties moeten goed keuren
[slachtoffer] : Alweee
[slachtoffer] : Dus bij elke ruzie moet dan
[medeverdachte 1] : Nee dit is exht de laatste keer
(...)
[slachtoffer] : Ik vond die ene keer al heftig [bijnaam van medeverdachte 1] ..
[medeverdachte 1] : Die donkere komt niet meer
[slachtoffer] : Alleen die andere
[medeverdachte 1] : Ja
(...)
[medeverdachte 1] : En nog een andere
(...)
[medeverdachte 1] : En je kan bij me mattie pitten als je nergens kan slapen
[slachtoffer] : met jou er bij [bijnaam van medeverdachte 1] [55]
(...)
[slachtoffer] : Niet zonder jou moet niks van je vrienden
Op 20 september 2018, om 08.29 uur, startte onderstaande conversatie:
(...)
[slachtoffer] : Moet dat ene dan ook nog
(...)
: Met je vrienden nog een keer
[medeverdachte 1] : Ja man anders kan ik je niet wifen word ik geblaast
: Kijk wat je verpest hebt
(...)
[slachtoffer] : Wil je me nog wel anders ga k at niet doen alleen als jij me echt nog wilt
[medeverdachte 1] : Tuurlijk wil ik je maar kan je niet zmr wifen
[slachtoffer] : Hoe graag wil je me dan
[medeverdachte 1] : Gwn met je trouwen later [56]
Op 21 september 2018, om 08.59 uur, startte onderstaande conversatie:
(...)
[slachtoffer] : Maar staat het nog vast
: Dat k me tje vrienden moet
(...)
[medeverdachte 1] : Ja anders kan ik je sws niet wifen
(...)
[slachtoffer] : Sorry dat k zeg maar vind het wel Kk raar heb daar nog nooit van gehoord ... je wilt toch niet dat je aankomende vriendin met meer matties van jou seks heb gehad dan hou je toch niet echt van me [57] (...)
[slachtoffer] : En met hoeveel jongens moet k dan
[medeverdachte 1] : 2
(...)
: je kan ook gwn thuis bijven en naar Friesland of Almelo gaan
(...)
[slachtoffer] : K WIL JE NIET KWIJT
[medeverdachte 1] : T kan nie tanders
: Oke dan blijf je bij mij tot het eind
: Begin is sws focht op maar later leven we gelukkig
: Met huisje boompje beestje [58]
Op 21 september 2018, om 15:22 uur, startte onderstaande conversatie:
(...)
[medeverdachte 1] : Kom wel met 4 man
: Voor zekerheid Deventer ken ik niet toch
[slachtoffer] : Moet k met hun allemaal
(...)
[medeverdachte 1] : 3 ofs
(...)
: nee die neger heb ik gelaten
(...)
[slachtoffer] : K vond hem zo raar
(...)
[medeverdachte 1] : Alleen zelfde jongenwel
: Hij gaat rijden drm [59]
Op 21 september 2018, om 16:54 uur, startte onderstaande conversatie:
[slachtoffer] : Zit die van de allereerste keer dr bij
(…)
[medeverdachte 1] : Ja
: Is zn auto
(...)
[slachtoffer] : Heb k ook seks met jou straks
(...)
[medeverdachte 1] : ja als je wilt
(...)
[medeverdachte 1] : Je hoef tniet bang te zijn schat vertrouw me
(...)
[slachtoffer] : K ben bang voor dat met je vrienden dat is het enige
(...)
: Dus 3 met jou er bij
[medeverdachte 1] : Ja
[slachtoffer] : En met hoeveel kom je
[medeverdachte 1] : 3 [60] (...)
[slachtoffer] : Vorige keer was ook zo dat ik met 1 moest daarna met nog 1 extra terwijl dat niet de afspraak was
[medeverdachte 1] : klopt deze keer niet
: sorry voor laatst
(...)
[slachtoffer] : En deze keer maar 1 keer niet 2 keer zoals vorige keer
[medeverdachte 1] : Misschien wel
(...)
[slachtoffer] : Ik ga miet 2 keer
: En niet in een auto
[medeverdachte 1] : Dan op een bed
(...)
: Hou van je
[slachtoffer] : [bijnaam van medeverdachte 1] k ven bang
[medeverdachte 1] : Je hoef tniet bang te zijn je bent met mij [61] (...)
[medeverdachte 1] : Stuur je locatie
[slachtoffer] : Locatie gedeeld: [.]
Verbalisant: dit betreft de [straatnaam] te Deventer. [62]

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van processen-verbaal die als bijlagen zijn opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 2018270053, F, G, H, I, J, K (onderzoek [naam onderzoek] /einddossier), opgemaakt door politie Midden-Nederland, Dienst Regionale Recherche, doorgenummerd 1 tot en met 1234. Wanneer paginanummers verwijzen naar andere processen-verbaal, dan wordt dit expliciet vermeld. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal die op ambtseed of ambtsbelofte en in de wettelijke vorm zijn opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] , pag. 207.
3.Idem, pag. 209.
4.Idem, pag. 213.
5.Idem, pag. 214.
6.Idem, pag. 216.
7.Idem, pag. 217.
8.Idem, pag. 247.
9.Proces-verbaal van verhoor [A] , pg. 839.
10.Idem, pag. 840.
11.Idem, pag. 841.
12.Proces-verbaal van verhoor [D] , pag. 827.
13.Idem, pag. 828.
14.Proces-verbaal van bevindingen van [F] “m.b.t. onderzoek iPhone 4 [slachtoffer] ”, pag. 441.
15.Idem, pag. 447.
16.Idem, pag. 448.
17.Idem, pag. 449.
18.Idem, pag. 451.
19.Idem, pag. 452.
20.Idem, pag. 453.
21.Idem, pag. 454.
22.Idem, pag. 455.
23.Idem, pag. 456.
24.Idem, pag. 457.
25.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] bij de rechter-commissaris d.d. 7 september 2020, pag. 3 (Dit betreft een proces-verbaal van verhoor van. [medeverdachte 3] als getuige in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] , welk proces-verbaal door de officier van justitie is gevoegd in de zaak van verdachte).
26.Idem, pag. 4.
27.Idem, pag. 12.
28.Idem, pag. 13.
29.Idem, pag. 14.
30.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1] , pag. 92 (handgeschreven verklaring door [medeverdachte 1] )
31.Idem, pag. 93.
32.Proces-verbaal van bevindingen van [G] ‘aanvulling verhoor [medeverdachte 1] ’, pag. 105.
33.Idem, pag. 106.
34.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 september 2019.
35.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer] , pag. 220.
36.Idem, pag. 221.
37.Idem, pag. 221.
38.Idem, pag. 222.
39.Idem, pag. 223.
40.Idem, pag. 224.
41.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1] , pag. 95 (handgeschreven verklaring door [medeverdachte 1] )
42.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1] , pag. 108.
43.Idem.
44.Idem, pag. 133.
45.Idem, pag. 134.
46.Proces-verbaal van bevindingen van [F] ‘bevindingen m.b.t. onderzoek iPhone 6 en simkaart [B] , pag. 814 en 815.
47.Idem, pag. 817.
48.Proces-verbaal van verhoor [B] , pag. 1187.
49.Idem, pag. 1188.
50.Idem, pag. 1085.
51.Idem, pag. 1086
52.Idem, pag. 1087.
53.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 september 2020.
54.Proces-verbaal van bevindingen van [F] “m.b.t. onderzoek iPhone 4 [slachtoffer] ”, pag. 441.
55.Idem, pag. 460.
56.Idem, pag. 461.
57.Idem, pag. 463.
58.Idem, pag. 464.
59.Idem, pag. 466.
60.Idem, pag. 468.
61.Idem, pag. 469.
62.Idem, pag. 470