ECLI:NL:RBMNE:2020:4796

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 november 2020
Publicatiedatum
5 november 2020
Zaaknummer
16-659676-17 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van voorbereidingshandelingen voor terroristische misdrijven en oplegging van straf

Op 5 november 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die in de periode van 17 mei 2017 tot en met 2 juni 2017 heeft geprobeerd om naar Syrië uit te reizen om zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het zich gelegenheid, middelen en/of inlichtingen trachten te verschaffen tot het plegen van moord, doodslag en brandstichting met een terroristisch oogmerk. Dit is bewezen aan de hand van Facebookberichten, WhatsApp- en Telegramgesprekken, en de zoek- en browsergeschiedenis op zijn telefoon. De rechtbank oordeelt dat, gezien de ernst van de feiten, in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats zou zijn. Echter, de rechtbank heeft besloten om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, omdat de verdachte kwetsbaar is en openstaat voor hulp. In plaats daarvan is een forse voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, gekoppeld aan bijzondere voorwaarden, en een taakstraf van 200 uur. De rechtbank heeft rekening gehouden met de lange duur van de procedure en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die recentelijk stappen heeft gezet richting een betere toekomst.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-659676-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 5 november 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1995] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 oktober 2020.
Verdachte is niet verschenen. De raadsman van verdachte, mr. Y. Bouchikhi, advocaat te Utrecht, heeft verklaard dat hij door verdachte bepaaldelijk is gemachtigd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie, mr. H.C. van Ooijen, en van wat de raadsman namens verdachte naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 17 mei 2017 tot en met 2 juni 2017 te Utrecht voorbereidingshandelingen heeft verricht met het oogmerk om een terroristisch misdrijf te plegen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte voorbereidingshandelingen ex artikel 96 lid 2 Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) heeft gepleegd. De tenlastegelegde feitelijke handelingen kunnen bewezen worden verklaard. Hieruit volgt dat verdachte zich gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft getracht te verschaffen tot het plegen van moord en/of doodslag en/of brandstichting met een terroristisch oogmerk.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. Op basis van het dossier kan niet bewezen worden dat verdachte concrete voorbereidingshandelingen heeft getroffen en ook kan niet worden bewezen dat verdachte het oogmerk had om een terroristisch misdrijf te plegen. Verdachte had ‘een grote bek’, wilde provoceren en zich informeren, maar verdachte had niet daadwerkelijk de intentie de daad bij het woord te voegen. Verdachte is geen geradicaliseerde moslim.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen heeft de rechtbank opgenomen in bijlage II van het vonnis.
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt bij de beoordeling het volgende voorop ten aanzien van het juridisch kader voorbereiding en/of bevordering van terroristische misdrijven.
In het arrest van 14 maart 2017 [1] heeft de Hoge Raad geoordeeld dat tot een bewezenverklaring kan worden gekomen van, kort gezegd, de in artikel 96 lid 2 van het Sr bedoelde voorbereiding of bevordering van de in artikel 289a Sr omschreven misdrijven, indien het oogmerk van de verdachte op het begaan van die misdrijven is gericht. De Hoge Raad voegde daar aan toe dat een concretisering van het voor te bereiden of te bevorderen misdrijf naar tijdstip, plaats en wijze van uitvoering niet is vereist. De Hoge Raad overweegt in dit verband verder dat, gelet op de wetsgeschiedenis, de voor toepassing van artikel 46 Sr vereiste mate van concretisering ook geldt voor artikel 96 lid 2 Sr. Vereist is daarom dat met voldoende bepaaldheid blijkt op welk in artikel 289a Sr omschreven misdrijf de nader aan artikel 96 lid 2 Sr ontleende voorbereidings- of bevorderingshandelingen waren gericht. [2]
Voor de rechtbank staat vast dat verdachte vanaf in ieder geval 17 mei 2017 tot 2 juni 2017 op facebook een account had onder de naam “ [account] ” en dat verdachte onder die naam verschillende berichten op facebook heeft gepost dan wel dat hij onder die naam heeft gereageerd op berichten op facebook. Daarnaast staat voor de rechtbank vast dat verdachte de gebruiker was van de LG telefoon, die bij doorzoeking van de woning van de moeder van verdachte, is aangetroffen op de kamer van verdachte. Op die telefoon is informatie aangetroffen in de vorm van gesprekken gevoerd via WhatsApp en Telegram en de browser- en zoekgeschiedenis.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de inhoud van de facebookberichten, de op de telefoon aangetroffen chatgesprekken en tot slot de browser- en zoekgeschiedenis, zoals door de rechtbank als bewijsmiddelen opgenomen in bijlage II van het vonnis, in onderling verband en samenhang bezien, dat verdachte de onder I tot en met V tenlastegelegde handelingen heeft verricht.
De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of deze handelingen van verdachte voldoende concreet zijn om te kunnen concluderen dat hij het oogmerk had om zich voor te bereiden op – kort gezegd – brandstichting, veroorzaken van explosies en moord en doodslag met een terroristisch motief. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en licht dat als volgt toe.
Verdachte heeft vergaande interesse getoond in aansluiting bij (voorheen) Jabhat al-Nusra. Het hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2017:2854) heeft dienaangaande het volgende overwogen:
Jabhat al-Nusra is in internationaal verband aangemerkt als een terroristische organisatie en daarmee een in Nederland verboden (terroristische) organisatie. Op 30 mei 2013 is Jabhat al-Nusra op de VN Sanctielijst geplaatst als een van de aliassen van Al-Qa'ida in Iraq. Jabhat al-Nusra is op 29 mei 2014 op de (financiële) sanctielijst van de EU geplaatst. De organisatie heeft als doel het vestigen van een islamitische staat. Om dit te bewerkstelligen voert zij een gewapende strijd. Jabhat al-Nusra bedient zich tijdens haar (militaire) operaties van de volgende werkwijzen: (zelfmoord)aanslagen, executies en beschietingen van burgers, ontvoeringen, martelingen en het onthouden van humanitaire hulp. Veel van de aanslagen die in 2012 in Syrië zijn gepleegd werden door Jabhat al-Nusra opgeëist. De claims van Jabhat al-Nusra worden op het internet bekend gemaakt op jihadistische websites als www.shamikh1.info en www.as-ansar.com en bijvoorbeeld ook via haar eigen Twitteraccount. Eind juli 2014 zou de aanwezigheid en de invloed van Jabhat al-Nusra zich hebben beperkt tot de rurale gebieden van Aleppo, Idlib en Hama. Jabhat al-Nusra concentreert zich in de maanden na het uitroepen van het Kalifaat door IS veel meer op het verkrijgen van de controle op het Turks-Syrische grensgebied in het Noordwesten van Syrië. In oktober 2014 boekt Jabhat al-Nusra wederom militaire successen in de provincie Idlib. Zowel IS als Jabhat al-Nusra zijn organisaties in de zin van artikel 140a Sr zoals door de Hoge Raad in zijn vaste rechtspraak nader ingevuld. De hierboven beschreven misdrijven worden gepleegd door deze uit grote aantallen personen bestaande samenwerkingsverbanden die zich kenmerken door een zekere duurzaamheid en structuur. Dat komt - gelet op het bovenstaande - onder andere naar voren in de bestendigheid van de organisaties die reeds sinds 2012 bestaat, hun hiërarchische structuur en de wijze van naar buiten treden door de organisatie. (…)
5. Deze jihadistische strijdgroepen in Syrië zoals Jabhat al-Nusra en IS(IS) wilden/willen op gewelddadige wijze een zuiver islamitische samenleving en/of staat gebaseerd op de sharia opleggen aan de burgerbevolking. Hiermee beogen zij de fundamentele politieke structuur van Syrië te vernietigen zoals bedoeld in art. 83a Sr. Veel van deze misdaden zijn bovendien gepleegd met (mede) het doel grote delen van de bevolking in deze gebieden ernstige vrees aan te jagen zoals bedoeld in art. 83a Sr. De Jihadistische strijdgroepen in Syrië zaai(d)en - om hun doel te bereiken - dood en verderf onder ieder die hun extreem fundamentalistische geloof niet deelt. Executies, onthoofdingen en kruisigingen vonden daarom bewust in het openbaar plaats.
De bevolking werd opgeroepen dan wel gedwongen deze bij te wonen en soms werden video’s hiervan op het internet geplaatst. De Independent International Commission of Inquiry on the Syrian Arab Republic ( verder: IICISAR) heeft in haar rapport van 12 februari 2014 gemeld dat Jabhat al-Nusra en ISIS publiekelijk executies uitvoerden
to assert their presence after taking control of an area and to instil fear among the population.”
De misdrijven die deze strijdgroepen plegen, zoals moord, doodslag, brandstichting en het teweegbrengen van ontploffingen en dergelijke, worden dus begaan met een terroristisch oogmerk en zijn daarmee terroristische misdrijven. Deelneming aan de gewapende strijd in Syrië aan de zijde van deze strijdgroepen houdt dus altijd in het plegen van terroristische misdrijven.
De Hoge Raad heeft dit oordeel in stand gelaten (ECLI:NL:HR:2019:906).
De handelingen van verdachte kwalificeren aldus als voorbereidingshandelingen voor het plegen van terroristische misdrijven.
Door de verdediging is nog aangevoerd dat verdachte zich enkel schuldig heeft gemaakt aan grootspraak, maar dat hij geen intenties had om daadwerkelijk af te reizen naar Syrië. De rechtbank ziet dat anders en verwerpt dit verweer. Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte zich niet alleen heeft uitgelaten over een vertrek naar Syrië, maar dat hij ook daadwerkelijk op zoek is gegaan naar manieren waarop hij dat zou kunnen doen. Verdachte heeft contact gezocht met personen die hem (mogelijk) zouden kunnen helpen met zijn uitreis, hij heeft geïnformeerd naar een reisroute en naar een reden die hij kon opgeven bij de autoriteiten, hij heeft op internet gezocht naar manieren om in Turkije te komen en daar te (mogen) verblijven en hij was bezig met een paspoortaanvraag in Nederland. Verder blijkt uit de WhatsApp-gesprekken die verdachte voerde met een goede vriendin, [I] , dat zij daadwerkelijk in de veronderstelling verkeerde dat hij de wens had uit te reizen en dat hij op weg zou gaan naar zijn dood.
Nu de rechtbank bewezen acht dat verdachte de onder I tot en met V handelingen heeft verricht, heeft verdachte daarmee gelegenheid, middelen en inlichtingen trachten te verschaffen tot het plegen van de in artikelen 157 juncto 176a juncto 176b juncto 288a juncto 298a genoemde misdrijven. De rechtbank acht feit 1 dan ook wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
in de periode van 17 mei 2017 tot en met 2 juni 2017 te Utrecht, opzettelijk met het oogmerk om ter voorbereiding en/of ter bevordering van de te plegen misdrijven omschreven in artikel 157 en/of 176a en/of 176b en/of 289(a) en/of 288a van het Wetboek van Strafrecht, te weten
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf aan zich heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen, immers heeft verdachte telkens ten behoeve van de zogenoemde gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
I. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk, gevoerd door (de) (terroristische) organisatie(s) (zoals) Haýet Tahrir al-Sham en/of Jabhat Fateh Al-Sham (beide voorheen Jabhat al Nusra) althans (een) organisatie die de gewapende Jihadstrijd voorstaat, eigen gemaakt en
II. via Google, Youtube en andere kanalen, video’s gezocht en/of bekeken over de gewapende Jihadstrijd en/of het martelaarschap en
III. zich middels chatberichten en op Facebook geuit over zijn wens op Jihad te gaan en zich op korte termijn te begeven naar (het strijdgebied in) Syrië (Shaam) en/of om daar (vervolgens) te vechten met zijn broeders, althans deel te nemen aan de gewapende strijd, en/of (vervolgens) (als martelaar) te sterven tijdens die Jihad en
IV. via Facebook en chatberichten en internet, contact gezocht, gelegd en/of gehad met een strijder, althans een persoon of personen, (in Syrië) die verdachte de grens (naar Syrië) over kon(den) helpen en/of kon(den) informeren over een te volgen reisroute (naar het strijdgebied), welke reden hij voor zijn reis zou opgeven (bij de (Nederlandse) autoriteiten) en/of over andere mogelijkheden om jihad te voeren en
V. op internet informatie ingewonnen over busreizen naar Turkije en/of een verblijf in Turkije en/of een Turks visum en/of Syrisch steden nabij de Turkse grens.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
met het oogmerk om opzettelijk brand stichten en/of ontploffingen teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft, en/of moord en/of doodslag, telkens te begaan met een terroristisch oogmerk, voor te bereiden, middelen en inlichtingen verschaffen of trachten te verschaffen waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een taakstraf van 200 uur, een gevangenisstraf van 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, met oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Voordat verdachte op 16-jarige leeftijd de PIJ-maatregel werd opgelegd, verbleef hij al in gesloten jeugdinrichtingen. Tegenwoordig gaat het goed met verdachte. Verdachte wordt begeleid door Stichting Back Up en tussen zijn begeleider en verdachte gaat het goed. Zijn begeleider begrijpt en bereikt hem. Ook komt verdachte de gemaakte afspraken goed na. Sinds twee weken woont verdachte zelfstandig, er is bewind voor hem aangevraagd en de bedoeling is dat verdachte op korte termijn gaat werken. Oplegging van een taakstraf van 200 uur zal frustraties bij verdachte oproepen en zal ervoor zorgen dat verdachte het overzicht verliest. Verdachte is gebaat bij structuur. Van de kant van verdachte is geen sprake van onwil, maar de kans is aanwezig dat het opnieuw mis zal gaan. Dat verdachte hulpverlening accepteert is veelzeggend en hij is nu ook al langere tijd niet met politie of justitie in aanraking gekomen. Tot slot verzoekt de raadsman om bij bepaling van de straf rekening te houden met het tijdsverloop van de zaak.
De raadsman verzoekt om oplegging van een geheel voorwaardelijke taakstraf al dan niet in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft in 2017 geprobeerd om af te reizen naar Syrië, met de bedoeling om zich aan te sluiten bij de terroristische organisatie Jahbat al-Nusra en op die manier deel te nemen aan de gewapende strijd in Syrië. Een strijd, waarin organisaties zoals Jahbat al-Nusra, zich op grote schaal schuldig maken aan het plegen van terroristische misdrijven, waaronder martelingen, moord en verkrachtingen, met geen ander doel dan om de burgers vrees en angst aan te jagen. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij, hoewel hij zich nog niet daadwerkelijk had aangesloten, wel de bedoeling had om uiteindelijk aan deze strijd een bijdrage te leveren. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan het verrichten van voorbereidingshandelingen, die waren gericht op het plegen van moord en doodslag met een terroristisch oogmerk.
Persoon verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van een uittreksel Justitiële Documentatie van 22 oktober 2020. Daaruit blijkt dat verdachte in de afgelopen vijf jaar herhaaldelijk onherroepelijk is veroordeeld, maar niet voor feiten als de onderhavige.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 7 juli 2020, opgesteld door mw. [B] , reclasseringswerker. Daarin staat - samengevat weergegeven - het volgende. Het adviesrapport heeft betrekking op zowel de onderhavige zaak als op een andere zaak uit januari 2020 (woninginbraak), in welke zaak verdachte is geschorst onder bijzondere voorwaarden. Verdachte voldoet aan de ISD-criteria, maar hij heeft met zijn schorsing van het Openbaar Ministerie een laatste kans gekregen.
Verdachte staat bekend als een veelpleger en staat op de Top-x lijst en verdachte komt volgens het OM en het Veiligheidshuis inmiddels in aanmerking voor de ISD-maatregel. De in 2012 gestelde diagnose - ADHD, ODD, beperkte intellectuele vermogens en hechtingsproblematiek - is verouderd. Enkele van de kenmerken die verdachte tot op heden vertoont (boosheid, wantrouwen, gevoel van krenking en pro-criminele houding) lijken daarmee in lijn te liggen, en mogelijk ook door te werken op het delictgedrag. Om daarover zekerheid te verkrijgen is eerst nieuwe diagnostiek door deskundigen nodig. Daarnaast lijken de aanhoudende financiële problemen, in combinatie met onvoldoende oplossingsvaardig-heden een beslissingspatroon te vormen bij verdachte, wat leidt tot criminele activiteiten voor eigen gewin en uitingen van verbale agressie naar anderen.
De delicten waar de verdenkingen op zien liggen qua uiting uiteen, maar lijken beiden gepleegd te zijn vanuit een gevoel van frustratie, machteloosheid en het gebrek aan (toekomst)perspectief. Een door verdachte ervaren gevoel van discriminatie (wat in het licht van de actualiteit rondom dit thema niet onaannemelijk geacht kan worden) zorgt tevens voor het aannemen van een zeker ‘slachtofferrol’ door verdachte.
Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat en verdachte zou waarschijnlijk gebaat zijn bij meer inzicht in en controle over zijn persoonlijkheidskenmerken( -problematiek), maar verdachte wordt onvoldoende ontvankelijk geacht voor het aangaan van een behandeltraject. Voor praktische hulp lijkt verdachte daarentegen wel open voor te staan. Dat biedt enige ‘strohalm’ om met hem (aansluitend bij zijn wensen) een toekomst op te kunnen bouwen. Gezien het dossier van verdachte staat hij al jarenlang bekend als een zelfbepalende, moeilijk te sturen, agressieve jongeman. Anderzijds ziet de reclassering iemand die zich onbegrepen voelt en worstelt met het leven en alle ervaren teleurstellingen daarin. Verdachte lijkt maar weinig (meer) te reageren op straf en correctie. Vanwege het (hardnekkige) wantrouwen dat verdachte koestert tegenover de hulpverlening en het justitiële systeem in Nederland, zal samenwerking met hem en begrenzing van zijn gedrag vermoedelijk zeer moeizaam zijn, maar worden resultaten -met verlaagd recidiverisico- niet onmogelijk geacht als een positieve, outreachende benadering met een lange adem wordt toegepast. De laatste kans die verdachte kreeg met het huidige opgelegde schorsingstoezicht (als alternatief voor de ISD-maatregel) wil de reclassering hem bieden bij een eventuele veroordeling voor de onderhavige zaken.
De recidiverisico's worden ingeschat als hoog gezien het delictverleden van betrokkene, de immer ervaren frustratie/boosheid en de vermoedelijk -inmiddels gerijpte- persoonlijkheids-problematiek, in combinatie met instabiele leefomstandigheden en onvoldoende cognitieve- en copingvaardigheden. Op basis van de geschiedenis lijkt de kans op onttrekking aan voorwaarden tevens hoog te zijn, ware het niet dat hij nu nog wel in beeld is en de slaagkansen wellicht vergroot kunnen worden door (tot op zekere hoogte) aan te sluiten bij de wensen die betrokkene zelf heeft.
De reclassering adviseert om bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden:
- meldplicht bij de reclassering,
- meewerken aan financiële hulpverlening,
- meewerken aan ambulante begeleiding,
- met opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte daarbij te begeleiden.
De reclassering wil benadrukken dat verdachte hoogstwaarschijnlijk binnen drie maanden (september 2020) een eigen woning zal kunnen krijgen. Een detentieperiode zal in dit stadium betekenen dat zijn gestarte uitkering en aanmelding bij bewindvoering doorbroken zullen worden, waardoor de kans groot wordt dat verdachte de woning niet zal kunnen betrekken.
Op te leggen straf
De rechtbank is van oordeel dat gezien de ernst van het bewezenverklaarde feit in beginsel niet anders kan worden gereageerd dan met oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Toch zal de rechtbank verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Het advies van de reclassering toont dat sprake is van een kwetsbare verdachte die door vele teleurstellingen in zijn leven in hoge mate gefrustreerd is geraakt en mede als gevolg daarvan delicten pleegt. Verdachte lijkt momenteel voor het eerst ontvankelijk voor enige mate van hulp bij het op de rails zetten van zijn leven en alhoewel die ontwikkelingen zich nog in een vroeg stadium bevinden en broos zijn, acht de rechtbank het op dit moment niet in het belang van verdachte of van de samenleving dat het hulpverleningstraject wordt doorbroken door een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Een dergelijke straf zou betekenen dat verdachte als het ware wordt opgegeven met als aanzienlijk risico dat verdachte zijn verdere leven in de criminaliteit zal voortzetten. De rechtbank zal daarom een – forse – geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Verdachte zal zich daarbij moeten houden aan de voorwaarden zoals die zijn voorgesteld door de reclassering. Deze voorwaardelijke gevangenisstraf zal dienen als stok achter de deur. Bij deze beslissing heeft de rechtbank ook in het voordeel van verdachte rekening gehouden met de lange duur tussen het moment dat verdachte over deze zaak is gehoord en het moment dat de zaak door de rechtbank inhoudelijk is behandeld. Tegelijkertijd is de rechtbank van oordeel dat naast de voorwaardelijke gevangenisstraf ook een onmiddellijk voelbare reactie moet komen op het bewezenverklaarde feit. Daarvoor zal de rechtbank een onvoorwaardelijke taakstraf opleggen.
Alle omstandigheden in aanmerking genomen acht de rechtbank de volgende straf passend en geboden:
- een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en onder de voorwaarden zoals hieronder opgenomen onder 10;
- een taakstraf voor de duur van 200 uur, subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 63, 96, 157, 176a, 176b, 289(a), 288(a) van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 5 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
zes maanden;
- beveelt dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
stelt als algemene voorwaarden dat verdachte:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien verdachte gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht bij reclassering
verdachte meldt zich op afspraak binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij zijn toezichthouder van de reclassering Leger des Heils op de Zeehaenkade 30 te Utrecht . Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
Meewerken aan financiële hulpverlening
verdachte werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering en bewindvoering inzicht in zijn financiën en schulden;
Meewerken aan ambulante begeleiding
Verdachte werkt mee aan de ambulante begeleiding door stichting Back UP . Verdachte blijft zich melden bij zijn begeleiders, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Taakstraf
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 200 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 100 dagen hechtenis;
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Perrick, voorzitter, mrs. A. Blanke en I.L. Gerrits, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Troostheide, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 november 2020.
Mr A. Blanke is buiten staat dit vonnis te tekenen
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 17 mei 2017 tot en met 2 juni 2017 te Utrecht, in elk geval in Nederland, opzettelijk
met het oogmerk om ter voorbereiding en/of ter bevordering van de/het (meermalen) te plegen misdrij(f)(ven) omschreven in artikel 157 en/of 176a en/of 176b en/of 289(a) en/of 288a van het Wetboek van Strafrecht, te weten
- opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf aan zich heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen,
immers heeft verdachte (telkens) ten behoeve van de zogenoemde gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
I. zich (voortdurend) het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk, gevoerd door (de) (terroristische) organisatie(s) (zoals) Islamitische Staat en/of Haýet Tahrir al-Sham en/of Jabhat Fateh Al-Sham (beide voorheen Jabhat al Nusra) althans een aan voornoemde organisatie(s) gelieerde Jihadistische strijdgroep, althans (een) organisatie die de gewapende Jihadstrijd voorstaat, eigen gemaakt en/of
II. via Google, Youtube en/of andere kanalen, althans het internet, video’s gezicht en/of bekeken over de gewapende Jihadstrijd en/of het martelaarschap en/of onthoofdingen en/of
III. zich middels chatberichten en/of op Facebook geuit over zijn wens op Jihad te gaan en/of zich (op korte termijn) te begeven naar (het strijdgebied in) Syrië (Shaam) en/of om daar (vervolgens) te vechten met zijn broeders, althans deel te nemen aan de gewapende strijd, en/of (vervolgens) (als martelaar) te sterven tijdens die Jihad en/of
IV. via Facebook en/of chatberichten, althans sociale media en/of internet, contact gezocht, gelegd en/of gehad met (een) strijder(s), althans een persoon of personen, (in Syrië) die verdachte de grens (naar Syrië) over kon(den) helpen en/of kon(den) informeren over een te volgen reisroute (naar het strijdgebied), welke reden hij voor zijn reis zou opgeven (bij de (Nederlandse) autoriteiten) en/of over andere mogelijkheden om jihad te voeren en/of
V. op internet informatie ingewonnen over busreizen naar Turkije en/of een verblijf in Turkije en/of een Turks visum en/of Syrisch steden nabij de Turkse grens.
(art. 96, lid 2, Sr jo. 176b, lid 2 Sr jo. 157 Sr jo. 289a Sr jo. 288a Sr jo. 289 Sr jo. 289a, lid 2 Sr) art. 96 lid 2 ahf/sub2 Wetboek van Strafrecht.
Bijlage II: bewijsmiddelen [3]
Proces-verbaal van aanwijzing van 27 mei 2017, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende - zakelijk weergegeven - het volgende:
Op dinsdag 23 mei 2017 werd wijkagent [wijkagent] geïnformeerd over een Facebook- account van een persoon die liet blijken naar Syrië te willen uitreizen, De wijkagent deed een document toekomen van het profiel [profiel] . Dit profiel toonde het account van een persoon genaamd [account] . Ook stond er in dit document een link naar een video (Jihad Nasheed) en berichten die deze persoon geplaatst heeft, waaronder een bericht in de Engels tekst ‘I want jihad jou can help my'. Tevens stond er in dit document een bericht van [account] , van 18 mei in de Arabische taal, wat door de melder vertaald was als ‘Ik wil graag op jihad. Wellicht kan men mij helpen om te vertrekken uit Nederland' [4] .
Door een medewerker van OSINT van het Regionaal Informatie Knooppunt van de Dienst Regionale Informatie van politie Eenheid Den Haag werd een nader onderzoek ingesteld. Deze medewerker gaf aan een tweede account te hebben gevonden van [account] . Dit account was actief in 2016 onder naam [account] , facebook.com/ [nummeraanduiding] . Vermoed wordt dat dit dezelfde persoon was.
Afschermproces-verbaal van 1 juni 2017, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , inhoudende - zakelijk weergegeven - het volgende:
Ik heb informatie ontvangen dat op de ‘info’ van het Facebook profiel: [account] ,
ID: [ID-nummer] , als geboortedatum ’ [1995] ’ werd vermeld, als mobiele nummer + [telefoonnummer] werd vermeld.
Er bleek uit zoeken naar het mobiele telefoonnummer op het chatprogramma Telegram dat dit mobiele telefoonnummer + [telefoonnummer] was gebruikt om het Telegram profiel “ [account] ” te registreren. De bijbehorende gebruikersnaam was @ [gebruikersnaam] . Er bleek vervolgens dat er op Instagram een gebruikersaccount bestond genaamd [gebruikersnaam] . Bij dit profiel was de gebruikersnaam [voornaam van verdachte] weergegeven.
Vervolgens werd in de Gemeentelijke Basis Administratie gezocht naar personen met de voornaam [voornaam van verdachte] en de geboortedatum zoals deze was vermeld op de Facebook informatie, [1995] . Hieruit bleek één resultaat: [5]
Naam: [achternaam van verdachte]
Voornamen [voornaam van verdachte]
Geboortedatum: [1995]
Adres: [adres]
Postcode: [postcode]
Plaats: [plaatsnaam]
Land: Nederland
Uit het bovenstaande blijkt het vermoeden dat de gebruiker van het Facebook profiel “ [account] ” met Facebook ID [ID-nummer] , in gebruik is bij [verdachte] , geboren op [1995] . [6]
Proces-verbaal van bevindingen van 2 juni 2017, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , inhoudende - zakelijk weergegeven - het volgende:
Op vrijdag 2 juni 2017 waren wij verbalisanten in uniform gekleed en met surveillance belast in het centrum van de gemeente Utrecht. Omstreeks 16:30 uur van vernoemde dag, bevonden wij ons in het stadskantoor van de gemeente Utrecht gevestigd op het adres Stadsplateau 1 te Utrecht.
Wij hoorden de verdachte terwijl hij ons aankeek spontaan zeggen: "jullie, de overheid, dwingen mij om een Kalasjnikov aan te schaffen en te gebruiken", of woorden van gelijke strekking. Verder hoorden wij de verdachte spontaan verklaren, zonder dat wij daar naar vroegen: "ik krijg zeker geen paspoort omdat ik in het verleden heb gezegd dat ik naar Syrië zou gaan afreizen".
Verdachte : [verdachte] , geboren op [1995] te [geboorteplaats] in Marokko. [7]
Proces-verbaal van bevindingen van 29 juni 2017, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , inhoudende - zakelijk weergegeven - het volgende:
Op dinsdag 13 juni 2017 werden tijdens de doorzoeking in de woning van de verdachte [verdachte] , gelegen aan de [adres] in [plaatsnaam] , meerdere goederen in beslag genomen. Eén van de goederen was een mobiele telefoon van het merk Samsung, type S7. Door [C] , moeder van verdachte, werd ten tijde van de doorzoeking verklaard dat dit haar telefoon betrof, en dat haar kinderen deze telefoon wel eens gebruikten.
Tijdens het handmatig bekijken van de telefoon werd verder een applicatie aangetroffen van ‘Facebookchat’ met gebruikersnaam ' [gebruikersnaam] ’. Ik zag in de lijst met contactpersonen onder andere de naam ‘ [voornaam van verdachte] ’ met daarbij twee telefoonnummers, te weten + [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . [8]
Ik zag in de applicatie ‘Whatsapp’ twee gesprekken gevoerd met Whatsapp-gebruiker ‘ [voornaam van verdachte] ’. Ik zag dat bij deze contacten met de naam ‘ [voornaam van verdachte] ’ de volgende telefoonnummers stonden geregistreerd in Whatsapp:
+ [telefoonnummer]
+ [telefoonnummer]
Ik zag bij het telefoonnummer + [telefoonnummer] in Whatsapp een foto staan. Ik zag op deze foto twee mannen, één van deze mannen, de persoon aan de rechterzijde, vertoont veel gelijkende uiterlijke kenmerken met verdachte [verdachte] , geboren op [1995] te [geboorteplaats] (Marokko). [9]
Facebook-chat
Ik zag dat op de Samsung S7 telefoon de applicatie ‘Facebookchat’ geïnstalleerd was. Ik drukte deze aan, en zag deze Facebookchat-applicatie de volgende gebruikersgegevens ingesteld had:
Facebook gebruikersnaam: ‘ [gebruikersnaam] ’
Instagram gebruikersnaam: ‘ [instagram gebruikersnaam] ’
Username: ‘ [username] ’ [10]
Ik zag op de foto bij het Facebookaccount ' [gebruikersnaam] ' een foto met daarop 2 mannen. Eén van deze mannen, zijnde de persoon aan de rechterzijde, vertoont sterke uiterlijke kenmerken met verdachte [verdachte] , geboren op [1995] te [geboorteplaats] (Marokko). [11]
Door mij is nader onderzoek verricht naar de Facebookpagina ' [gebruikersnaam] ’. Door mij werd op de Facebookpagina van gebruiker ‘ [gebruikersnaam] ’ het volgende waargenomen:
- Geboortedatum: [1995]
- Geboorteplaats: [geboorteplaats] , Morocco
- Facebook url: [facebook url]
- Ik zag dat de profielfoto op het Facebook account ' [gebruikersnaam] ' overeen komt met de eerder genoemde profielfoto op Whatsapp met telefoonnummer + [telefoonnummer] .
- Ik zag in de foto’s van ' [gebruikersnaam] ' een aantal afbeeldingen met hierop een manspersoon welke sterke uiterlijke kenmerken vertoond met de manspersoon op de profielfoto van de Facebookpagina. Hierdoor vermoed ik dat dit dezelfde manspersoon betreft. Deze manspersoon vertoont sterke uiterlijke vergelijkingen met verdachte [verdachte] , geboren op [1995] . [12]
In de Facebook-chat applicatie zag ik diverse gesprekken staan.
- ‘ [D] ’
Ik zag een gesprek op 'Facebook-chat’ tussen ‘ [gebruikersnaam] ’ en ' [D] ’. Dit betrof een gesprek in de periode van 7 mei 2017 tot en met 10 juni 2017.
Ik zag dat dit een sociaal gesprek leek te betreffen. Ik zag dat er door ‘ [gebruikersnaam] ’ op 7 mei 2017 omstreeks 23:30 uur een bericht werd gestuurd met daarin zijn telefoonnummer. Dit betrof het telefoonnummer: ‘ [telefoonnummer] ’.
Verder zag ik een op 25 mei 2017 omstreeks 04:38 uur verstuurd bericht afkomstig van ‘ [gebruikersnaam] ’, waarin de gebruiker van dit account afscheid lijkt te nemen:
'Heet gekkie ik ga ons gespreken missen ook al heb ik maar kort met je gepraat ik kan. Binen kort niet meer berichten spreek je waarschijnlijk nooit meer heb met veel meisjes gepraat ja maar je was wel bijzonder je keek soms gewoon of ik online was was dat niet zo vroeg je hoe het met me gin zo lief je bent een harde meisjes eene kant is dat goed andere kant pas op met dat niet iedereen weg jagen’. [13]
FACEBOOK [account]
Proces-verbaal van bevindingen van 5 september 2017, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , inhoudende – zakelijk weergegeven – het volgende
Door mij werd op 11 juli 2017 via Internet Recherche Netwerk (IRN) onderzoek gedaan naar de inhoud van de Facebookaccounts [account] .
06-05-2017 t/m 31-05-2017
Er werden meerdere posts per dag geplaatst op de tijdlijn van het FB profiel [account] . [14]
[account] , 17 mei 2017 om 8.39 uur
bericht: “I whant jihad sos” [15]
[account] , 17 mei 2017 om 19.28 uur
bericht: “Vergeef me oh vader, dat ik verlang naar Jihad.mp4”, met opmerking: “Sos whant to go”.
[account] , 18 mei 2017 om 03.52 uur
bericht filmpje met de titel: “Al Qaeda, Al Nusra, militia Death Squad, free Syrian Army destruction of syria”.
Vrienden
[account] heeft op Facebook 2268 vrienden. Veel van de vrienden van [account] hebben een profielfoto waarop een strijder staat, of op een andere wijze gerelateerd is aan de gewelddadige strijd. Daarnaast maken veel van de vrienden even als [account] gebruik van een kunya (Islamitische bijnaam). [account] is op Facebook onder andere bevriend met de Nederlander [E] . Van [E] is bekend dat hij zich in het buitenland bevindt en zich aangesloten heeft bij een terroristische organisatie: Hay’at Tahrir al-Sham (voorheen Jahbat Al Nusra). [16]
Vind ik leuks
De gebruiker van het Facebook account [account] heeft onder andere aangegeven de terroristische organisaties Jabhat Al-Nusra Jahbat Fateh al-Sham leuk te vinden. [17]
Proces-verbaal van aanwijzing van 27 mei 2017, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende - zakelijk weergegeven - het volgende:
[account] , 17 mei 2017 om 20.27 uur
bericht:
“I want to jihad i want to land to honor someone can help me learn mujahideen. Knowing that i can go and coor can fight the zak of aallah swt please this is not a joke i’m ready for who can help me how to make it thanks too may allah swt happy with you are his men” [18]
[account] , 18 mei 2017 om 04.42 uur
plaatst bericht:
“NL- Mujahideen in Syrie zijn opgestaan! Video over hedendaagse situatie in Syrie.”
Reacties onder bericht:
[account] , 18 mei 2017 om 05.45 uur
“Naar sham”
[account] , 18 mei 2017 om 05.45 uur
“I whant to go sham to fight white my broders”
[account] , 18 mei 2017 om 05.50 uur
“What do you mean you can speak English I do not understand yo uso much I would like tot go tos ham where are you from?”
[account] , 18 mei 2017 om 07.24 uur
bericht:
“I Whant jihad can help my”
reactie onder bericht:
[account] , 18 mei 2017 om 18.24 uur
bericht:
“I want to get a syringe I want contact there” [19]
[account] , 18 mei 2017 om 18.45 uur
“The Fields of jihad need yo uso where are you when it comes to helping your brothers and sisters…All the way, the umma leads you all the way, leading me to the path of jihand and honer there is no god than you oh Allah, and Mihammad is his messenger allahu akbar”. [20]
Proces-verbaal van bevindingen digitaal beslag van 14 maart 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 10] , inhoudende - zakelijk weergegeven - het volgende:
In het kader van dit onderzoek is op 13 juni 2017 een zoeking gedaan in de ouderlijke woning van de verdachte aan de [adres] te [plaatsnaam] . Tijdens deze zoeking zijn onderstaande digitale goederen in beslag genomen.
Goed SIN Uitgelezen Bevindingen
LG AAKV5856NL Ja Ja [21]
Bevindingen
Door het onderzoeksteam werd alleen in de LG telefoon met SIN AAKV5856NL informatie aangetroffen die voor het onderzoek van belang was.
Vaststelling eigenaar/gebruiker LG telefoon
Uit proces-verbaal (Amb-016) bleek dat de verdachte [verdachte] zeer waarschijnlijk de gebruiker was van de bovengenoemde telefoon en de gebruiker was van Telegramnaam ' [telegramnaam] ’. [22]
TELEGRAMGESPREKKEN
Proces-verbaal van bevindingen van 9 april 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 7] , inhoudende - zakelijke weergegeven - het volgende:
Op dinsdag 13 juni 2017 werd een doorzoeking gedaan in de woning aan de [adres] te [plaatsnaam] . Tijdens deze zoeking werd een LG mobiele telefoon, type H525n, in beslag genomen. Deze mobiele telefoon werd aangetroffen op de slaapkamer van [voornaam van verdachte] en [F] .
Ik deed onderzoek aan de hierboven genoemde telefoon en stelde vast dat het chatprogramma Telegram op de telefoon stond. Tussen woensdag 24 mei 2017 en donderdag 1 juni 2017 vond er via het chatprogramma Telegram gesprekken plaats tussen de gebruiker [telegramnaam] en participant [G] .
In het gesprek geeft de gebruiker aan dat hij [voornaam van verdachte] heet, 22 jaar is en uit [plaatsnaam] komt. [voornaam van verdachte] was op het moment van deze berichten 22 jaar en woonde in [plaatsnaam] . Uit de bevindingen van AMB010 en proces-verbaal van verhoor V001 bleek dat [verdachte] de gebruiker was van het Facebookaccount ‘ [account] ’. Het is niet mogelijk dat zijn tweelingbroer [F] gebruik maakte van deze telefoon omdat hij in de periode van 29 maart 2017 tot en met 30 juli 2017 in detentie zat.
Het is daarom zeer waarschijnlijk dat [verdachte] de gebruiker is van deze LG mobiele telefoon en de Telegramnaam ‘ [telegramnaam] ’. Er kon niet worden vastgesteld wie de gebruiker was van de Telegramnaam ‘ [G] '. De gebruiker bericht wel dat hij 35 jaar oud is, uit Amsterdam komt en zijn voornaam [voornaam] is. [23]
Het hele gesprek tussen [verdachte] en [G] is als bijlage aan dit Proces- verbaal toegevoegd. [24]
Op 24 mei 2017 vindt - zakelijk weergegeven - het volgende (telegram)gesprek plaats tussen gebruiker [telegramnaam] en [G] :
[telegramnaam] :
“Klopt broeder klopt daarom wil ik vetreken naar het land van islam jihad eer.”
[G] :
“(…) wil je excht naar het gezegende land? Is moeilijk om te komen tegenwoordig. Je moet veel betrouwbare mensen kennen”
[telegramnaam] :
“Wat zijn andere mogelekheden en een mujahideen van de staat zij als je in turkije bent word je opgehaald”
[G] :
“Via hulptransporten en liefdadigheidsorganisaties kan je nog wel binnenkomen. Broeders die ik ken zijn zo in de buurt van al-raqqa gekomen. Je moet echt mensen kennen anders is de kans groot dat je word gepakt door Turken of kurden”
[telegramnaam] :
“Ken je die mensen. En wat zijn andere mogelijkheden om jihad te voeren”
[G] :
“via via ken ik die mensen wel”
[telegramnaam] :
“Nee broeder ben net vrij leefde het leven van een kufar ben net pas gaan verdiepen in mij geloof” [25]
[telegramnaam] :
“Ik wil vetreken heel snel wat kan ik het beste doen”
[G] :
“Ga je alleen? Met meerdere broeders is veiliger!”
[telegramnaam] :
-“Ik ken geen broeders”,
-“Iedereen die ik ken verklaart me voor gek en zal zeggen dat dit niet de juiste pad is”,
-“Maar dit is het juiste pad het pad van allah swt”,
-“En inchallah ga ik hem bewandelen”
[G] :
“Broeders van mij zijn al in shaam. Ik wil met hun herenigd worden”
[telegramnaam] :
“Inchallah kunnen hun mij helpen”
[G] :
“Ik kan mijn best voor jou doen broeder. Ben je echt zeker van je zaak?”
[telegramnaam] :
-“Ik weet het zeker broeder ik wil gaan ik laat veel achter ben me bewust van maar dit is de weg van allah swt ik heb lang na gedacht”,
-“Kan je vragen of jouw vrienden. Contact met me wilen zoeken via facbook heb nog geen een nederlandse mujahideen ontmoet die daar is en zoek al best lang en heb altijd het probleem met taal” [26]
[telegramnaam] :
“Broeder ken je ook andere site's waar ik videos kan kijken over het ereveld die van telegram doet het niet meer” [27]
Op 29 mei 2017 vindt - zakelijk weergegeven - het volgende (telegram)gesprek plaats tussen gebruiker [telegramnaam] en [G] :
[G] :
“Werken de links die ik gestuurd heb via telegram? Je moet gelijk op "lid worden drukken onderin. Sommige kanalen worden verwijderd en komen later weer terug.”
[telegramnaam] :
-“Ja broeder vele werken alhamdulilah heb het gemerkt dankje wel broeder hoop snel te kunnen gaan echt iets beteken voor.mij broeders en zusters inchallah”,
-“ja beetje kracht. Trainen en hard lopen”
[G] :
“Goed bezig broer. Je bent echt aan het vorbereiden he? De weg naar jouw jihad is een pad met ontberingen. Je gaat er komen broeder! Moge Allah over jouw waken”
[telegramnaam] :
“Dankje wel broeder inchallah ja ben er klaar voor elke dag dat ik hier ben is een te veel ik train ik lees koran ga naar moskee en kijk veel over de strijd op youtube en andere kanalen en daar is mij hart ik ben klaar om te sterven als martelaar maar inchallah neem ik vele kufars me” [28]
Op 31 mei 2017 vindt - zakelijk weergegeven - het volgende (telegram)gesprek plaats tussen gebruiker [telegramnaam] en [G] :
[G] :
“Ik maak veel dua voor onze broeders en zusters. Als jij nog naar shaam wil moet je oppassen broeder. Het is erg gevaarlijk daar nu door de bombardementen van de kuffar.”
[telegramnaam] :
-“Broeder de dood is niks allahu akbar ik smeek allah swt dat mijn laatste woorsen de shedaa. Zijn.”
-“Wat er ook gebeurt ik ben een winnaar als allah swt het wil inchallah”
-“En nu zie je wie waren broeders zijn en wie met en dawla heeft gezegt we vechten tot de laatste man”,
-“Mogen allah swt ons helpen onze dua accepteren in de prachtige maand en ons geloof vesterken inchallah ons stand vastig maken op voor de enege echte waarheid blijfen vechten inchallah tegen de honden van het hel vuur”,
-“Mujahideen van allah swt”,
-“Wilt u ook vetreken”,
-“Inchallah broeder inchallah maar ik wil heel snel gaan broeder 2 weken inchallah” [29]
-“Heb velen berichten gestuurd maar bijna niks terug heb een nederlander gevonden maar die vecht in idlib me”
[G] :
-“Ik ken een aantal broeders die in Idlib zitten.”,
-“ [E] zit in Idlib”
[telegramnaam] :
“Ik zal het niet weren broeder hij leefd daar al 4 jaar en is een bekeerling”
[G] :
“Ik ken broeders in Raqqa. Daar zitten de echte leeuwen”
[telegramnaam] :
“Zijn naam op fb is inderdaad [E] ”
[G] :
“Ja. Zitten veel Nederlandse broeders. Taal is een probleem voor hen. Ze leven en strijden samen daar.”
[telegramnaam] :
-“Samen vechten samen eten en je kan gwn nederlands praten dus je verstaat elkaar je weet wat je moet doen”
-“Nee broeder een vriend weet dat ik ga maar h ook verklaart me voor gek en zegt tegen me als hij me met tas ziet zal die met.me vechten niemand begrijpt me”
[G] :
“Ik begrip hoe je je voelt. Ik voel me soms ook alleen in mijn gedachten Mijn broer weet dat ik plannen heb om te gaan. Hij zal me ook proberen te stoppen.” [30]
[telegramnaam] :
“U haalt de woorden uit mijn mond ik ga dit doen ik heb al afscheid genomen als ik nu kan gaan wollah gelijk zonder nadenken ik ben het zat hier ik bid lees koran sport en kijk filmpjes over Syrië ik ben het zat ik wil wat doen ik ben er klaar voorik ben met 2 bij 2 en ik weet met hoe het is om. Bomen naastt je te zien vallen kogels langs je maar ik ga en ik ga vechten ala een leeuw inchallah de kufars zullen boeten en ik smeek allah swt om mij te helpen met miken” [31]
Proces-verbaal van bevindingen telegramgesprek [voornaam van verdachte] met [H] van 11 april 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] , inhoudende - zakelijk weergegeven - het volgende:
Op 14 maart 2018 heb ik in het kader van onderzoek 09Barbell, een onderzoek ingesteld naar het telegram berichtenverkeer die afkomstig zijn van de mobiele telefoon LG type H525n, tussen [telegramnaam] en [H] .
Telegram-verkeer tussen [verdachte] en [H] .
Start Telegram-verkeer: 25-5-2017 20:50:13.
Laatste activiteit: 27-5-2017 5:40:48 uur. [32]
Bijlage
Het hele gesprek tussen [verdachte] en [H] is als bijlage aan dit Procesverbaal toegevoegd. [33]
Op 26 mei 2017 vindt - zakelijk weergegeven - het volgende (telegram)gesprek plaats tussen gebruiker [telegramnaam] en [H] :
[H] :
“Zoals ik al op Messenger al zei, ben je niet bang dat je al teveel aandacht trekt?”
[telegramnaam] :
-“Ik weet het broeder dankje wel wou graag zo snel mogelijk gaan”
-“En Inchallah is het bija zo ver mag ik vragrn wat jou tegen houd”
[H] :
-“Je kunt er niet meer komen”
[telegramnaam] :
“jawel broeder inchallah ik ga zelf binen kort”
[H] :
-“Maar laat ik zeggen dat het wel eens door mijn hoofd is gegaan om te gaan omdat onze broeder en zusters daar vermoord worden” [34]
-“Zo ver als jij ben ik nooit gekomen”
-
“Hoe ga je dan heen zonder dat de kuffers je pakken broer?
[telegramnaam] :
-“Op allah swt vetrouwen
-“Ze kunen niet iedereen tegen houden die naar turkije wil”
-“Ik word inchallah opgehaald goeie contact broeder maar ga niwt naar het kalifaat broeder ik ga naar idlib inchallah”
[H] :
“ja dan hoef je maar een stukje de grens over”
[telegramnaam] :
-“klopt”
-“ik kan niet wachten elke dag is te lang hier in de ramadan inchallah
[H] :
“ga je al snel?”
[telegramnaam] :
-“Ja” [35]
[H] :
“ik begrijp het maar nogmaals dat facebook was misschien niet handig broer”
[telegramnaam] :
-“klopt”
-“ik wou snel iemand kenen die me kon helpen”
-“Nee je begrijpt me verkeerd ik wou contact maken met mensen die me ovwr de grena konden helpen en dat is me gelukt” [36]
-“ik ga vechten voor de zaak van allah swt ik ben met broeders wat is er mooier”
-“er zijn hmdl veel broeder uit nederland”
[H] :
-“ [J] is daar”
-“en [K] ”
[telegramnaam] :
-“in idlib”
- ik ken. Ze nog niet broeder inchallah ik ga ze leren kennen dankje wel broeder als je ooit hulp nodig hebt broeder en ik ben”
[H] :
“wanneer ga je broer?
[telegramnaam] :
“Inchallah 2 weken”
[H] :
“goede reis” [37]
[telegramnaam] :
“Dankje wel broeder inchallah spreken we elkaar nog een keer als ik daar ben” [38]
WHATSAPP-GESPREKKEN
Proces-verbaal bevindingen van 15 maart 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 9] , inhoudende - zakelijk weergegeven - het volgende:
Ik, verbalisant, heb een onderzoek ingesteld naar het WhatsApp berichtenverkeer tussen [verdachte] en een contact genaamd [contact] .
In dit proces-verbaal worden een chat weergegeven welke gevoerd is in de applicatie: WhatsApp. Deze chat is gevoerd tussen de deelnemers “ [bijnaam van verdachte] ” en “ [contact] ”. Deelnemer “ [bijnaam van verdachte] ” maakt gebruik van het telefoonnummer + [telefoonnummer] en deelnemer [contact] van het telefoonnummer: + [telefoonnummer] . Volgens de internetsite www.telefoonboek/landennummers blijkt de code: 936 het internationale landennummer te zijn van Syrië. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de verdachte [verdachte] gebruik maakt van de bijnaam: “ [bijnaam van verdachte] ” en dat hij gebruik maakt van het telefoonnummer: + [telefoonnummer] .
WhatsApp tussen [verdachte] en [contact] .
Start WhatsApp chat: 31-5-2017 09:13:49 uur (UTC+2).
Einde WhatsApp chat: 31 -5-2017 09:48:55 uur (UTC+2). [39]
Bijlage
De gehele WhatsApp chat tussen [verdachte] en [contact] , zal als bijlage bij dit proces-verbaal worden gevoegd. [40]
Op 31 mei 2017 vindt - zakelijk weergegeven - het volgende (WhatsApp)gesprek plaats tussen gebruiker [bijnaam van verdachte] en [contact] :
[bijnaam van verdachte] :
-“May i ask you for who you fought”
- “l pay you brother I do not have much money nearly all of me goes on to cost you to go to jihad but you help me i can pay you if you can help me get the border and b”
-“whay. can I have something for you people from the Nether!ands?Does not matter Brother says but I want to do some back for you”
-“Do you think I can leave within 2 weeks and to which city should I fly I say I go on holiday” [41]
[contact] :
-“I think you should be waiting until I contact with brothers”
-“In shaa Allah in evening or tomorrow I answer you”
[bijnaam van verdachte] :
-“inchallah is good brother may all ah swt help you i hope i can get it ala i can say what you can do with all love brother wollah shame you do not It's an honor for me to take me a gift for inchallah”
-“Brother may I ask how jabhat is already nusra calling himself now”
[contact] :
-“They changed their name after the disengagement and became jabhat fath alsham”
-“then they unit with other group in hay'at tahreer alsham”
[bijnaam van verdachte] :
“Mujahideen van all ah swt” [42]
Een proces-verbaal bevindingen van 15 maart 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 9] , inhoudende - zakelijk weergegeven - het volgende:
In dit proces-verbaal worden een chat weergegeven welke gevoerd is in de applicatie: WhatsApp. Deze chat is gevoerd tussen de deelnemers “ [bijnaam van verdachte] ” en “ [deelnemer] ". Deelnemer “ [bijnaam van verdachte] " maakt gebruik van het telefoonnummer + [telefoonnummer] en deelnemer “ [deelnemer] " van het telefoonnummer: + [telefoonnummer] . Tijdens het onderzoek is gebleken dat de verdachte [verdachte] gebruik maakt van de bijnaam: “ [bijnaam van verdachte] ” en dat hij gebruik maakt van het telefoonnummer: + [telefoonnummer] .
WhatsApp tussen [verdachte] en [deelnemer] .
Tussen [verdachte] en [deelnemer] zijn in de telefoon twee Whatsapp-chats aangetroffen. Deze komen qua inhoudt nagenoeg overeen.
Start WhatsApp chat: 28-5-2017 15:10:52 uur (UTC+2).
Einde WhatsApp chat: 31 -5-2017 14:58:48 uur (UTC+2).
Deelnemer 1: [verdachte] ( [bijnaam van verdachte] )
Deelnemer 2: [deelnemer]
(bijlage: Chat-2) [43]
Start WhatsApp chat: 27-5-2017 22:17:06 uur (UTC+2).
Einde WhatsApp chat: 31-5-2017 02:33:15 uur (UTC+2).
Deelnemer 1: [verdachte] ( [bijnaam van verdachte] )
Deelnemer 2: [deelnemer]
(bijlage: Chat-3)
De verdachte [verdachte] bespreekt met [deelnemer] een aantal mogelijkheden om snel aan geld te kunnen komen. [voornaam van verdachte] vraagt aan [deelnemer] of deze nog meer dingen weet om op naam van een andere jongen te doen, alles wat geld oplevert is goed. [deelnemer] weet wel iets waarmee ze geld kunnen maken. Ze bespreken dat ze de andere jongen een scooter willen laten aanschaffen op afbetaling en dat [deelnemer] en [verdachte] dan de scooter binnen een week verkopen voor 3000. [deelnemer] een man van een winkel bij het centrum van Utrecht waar zij dit kunnen doen.
De andere jongen heeft een paspoort nodig en een bankpas. [voornaam van verdachte] vraagt aan [deelnemer] of hij dit ook voor zichzelf kan doen. [deelnemer] weet wel een jongen die dit voor [voornaam van verdachte] wil doen. [voornaam van verdachte] schrijft dat ze samen dik wil pakken en alles snel wil doen.
[voornaam van verdachte] schrijft dat hij 2500 kan pakken met simkaarten waarvan er 1500 voor hem zijn en 1000 voor [deelnemer] . [44]
Proces-verbaal van bevindingen van 30 april 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 11] , inhoudende - zakelijk weergegeven – het volgende:
Op 14 maart 2018 is een onderzoek ingesteld naar het WhatsApp berichtenverkeer dat afkomstig is van de mobiele telefoon LG type H525n, tussen [verdachte] en een persoon die gebruik maakt van telefoonnummer [telefoonnummer] .
In de periode 14 april 2017 tot en met 1 juni 2017 heeft [verdachte] WhatsApp contact met een persoon die gebruik maakt van telefoonnummer [telefoonnummer] .
De naam die bij dit nummer staat is [I] .
Uit een Ciot bevraging blijkt dit telefoonnummer ( [telefoonnummer] ) op naam te staan van [I] . Uit het politieregistratiesysteem BVI-IB blijkt het voornoemde telefoonnummer gekoppeld aan [I] , geboren [1998] te [geboorteplaats] . [45]
WhatsApp berichtenverkeer tussen [verdachte] en [I] .
Start WhatsApp-Verkeer: 14 april 2017
Laatste activiteit: 1 juni 2017
Deelnemer 1: [telefoonnummer] @s.whatsapp.net [bijnaam van verdachte]
Deelnemer 2: [telefoonnummer] @s.whatsapp.net [I] [46]
Op 21 mei 2017 vindt - zakelijk weergegeven - het volgende (WhatsApp)gesprek plaats tussen gebruiker [bijnaam van verdachte] en [I] :
[bijnaam van verdachte] :
“Luister hou hier me op zitten is niet zwaar voor me als ik moet zitten en ik kom vrij ga ik als nog nee sorry stip hier me”
[I] :
-“Neee”
-“Ik wil niet dat je gaat”
-“Je hebt nog een heel leven voor je”
-“Besef wel dat je mensen hier echt pijn mee gaat doen he [voornaam van verdachte] klinkt misschien bot maar ik kan die gedachte niet aan dat jou moeder iedere dag huilt met waar is [voornaam van verdachte] , en [L] en je broertje ze gaan je echt missem he” [47]
-“Maar ik ga niet toekijken”
-“Hoe jij op pad gaat naar je dood”
-“En ik durf te wedden jou moeder jou zusje joh broertje en hussein”
-“Als ze hiervan weten”
-“Zouden ze precies t zelfde doen”
-“Niet om je tr pesten maar omdat ze vanje houdrn”
-“Kom jij nog niet gaan” [48]
Op 25 mei 2017 vindt - zakelijk weergegeven - het volgende (WhatsApp)gesprek plaats tussen gebruiker [bijnaam van verdachte] en [I] :
[I] :
-“Slaap al paar nachten niet zo goed”
-“Omdat ik over een paar dagen mijn beste vriend moet gaan missen, en nooit meer zie” [49]
-“Ik gun je de hele wereld, het enige wat ik wil voor jou is een leven waar je gelukkig bent waar je later gaat trouwen waar je kinderen gaat krijgen, ookal is dat niet met mij ik gun je iemand die net zo zorgzaam als ik zal zijn en de hele wereld voor je over heeft. Maar wat je nu van plan bent om te gaan doen nee sorry dat wens ik je niet toe dat wens ik zelfs me ergste vijand nog niet toe” [50]
Op 31 mei 2017 vindt - zakelijk weergegeven - het volgende (WhatsApp)gesprek plaats tussen gebruiker [bijnaam van verdachte] en [I] :
[I] :
“Ik zou met alle liefde meegaan met je, maar niet met zulke doeleinden”
[bijnaam van verdachte] :
-“Laaat me je een ding uit leggen wat jij denkt klopt niet”
-“Je kan daar gewoon rustig leven”
-“Äls je dat wilt” [51]
[I] :
-“Iedere dag vallen daar doden” [52]
-“Het is niet jou oorlog”
-“Je moet zelf weten”
-“Ik ben beetje klaar mee iedere keer discussie hierover” [53]
Proces-verbaal van bevindingen zoek en browsergeschiedenis LG van 15 maart 2018, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 10] , inhoudende - zakelijk weergegeven - het volgende:
Na onderzoek in deze digitale goederen bleek dat de LG telefoon (SIN: AAKV5856NL) in gebruik was bij onze verdachte en dat er voor het onderzoek relevante informatie op de telefoon stond (Amb-014). Alle bevindingen uit dit proces-verbaal zijn uitkomstig uit bovengenoemde telefoon
De teamleider van onderzoeksteam 09Barbell verzocht mij te kijken of onderstaande kon worden bevestigd of ontkracht naar aanleiding van de zoek- en browsegeschiedenis van de telefoon.
- [verdachte] sympathiseert met jihadistisch/terroristisch gedachtegoed;
- [verdachte] maakt zich schuldig aan poging en/of voorbereiding van deelname aan een organisatie met een terroristische oogmerk. [54]
Zoekgeschiedenis [55]
Browsegeschiedenis [56]
Begrippenlijst:
(1) Nasheed - Muziek die meestal refereert naar het Islamitische geloof/cultuur/historie.
(2) Jisr al-Shughour - Een Syrische stad in de buurt van de grens met Turkije.
(3) Mujahideen - Refereert naar een “strijder” die zich in zet voor de Jihad.
(4) Idlib - Een Syrische stad in de buurt van de grens met Turkije
(5) Salat - Het rituele gebed binnen de Islam
(6) Jihad - kan refereren naar de gewapende strijd (breed begrip)
(7) al-Yaqeen - een applicatie gericht op onderwijs in het Islamitische geloof. Opgezet door de stichting as-Soennah moskee in Den Haag.
(8) al-Sham - Kan refereren naar een rebellengroep actief in de Syrische burgeroorlog (Jehbat Fateh el-sham). Kan tevens referen naar een gebied in Syrië/lraq (Bilad al-Sham).
(10) Ummah - De wereldweide moslimgemeenschap.
(11) Shahada - De Islamitische geloofsbelijdenis.

Voetnoten

1.Hoge Raad 14 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:416
2.Hoge Raad 11 juni 2019 ECLI:HR:2019, 906 en 907
3.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 9 november 2018, dossiernummer: MDRAA17017, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 317. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
4.proces-verbaal van aanwijzing, p. 37
5.afschermproces-verbaal, p. 45
6.afschermproces-verbaal, p. 46
7.proces-verbaal van bevindingen, p. 47
8.proces-verbaal van bevindingen, p. 50
9.proces-verbaal van bevindingen, p. 50-51
10.proces-verbaal van bevindingen, p. 55
11.proces-verbaal van bevindingen, p. 56
12.proces-verbaal van bevindingen, p. 57
13.proces-verbaal van bevindingen, p.59
14.proces-verbaal bevindingen, p. 87
15.proces-verbaal bevindingen, p. 89
16.proces-verbaal bevindingen, p. 90
17.proces-verbaal bevindingen, p. 91
18.proces-verbaal van aanwijzing, p. 41
19.proces-verbaal aanwijzing, p. 39
20.proces-verbaal van bevindingen, p. 88
21.proces-verbaal van bevindingen digitaal beslag, p. 96
22.proces-verbaal van bevindingen digitaal beslag, p. 97
23.proces-verbaal van bevindingen, p. 137
24.proces-verbaal van bevindingen, p. 139
25.proces-verbaal van bevindingen, p. 140
26.proces-verbaal van bevindingen, p. 141
27.proces-verbaal van bevindingen, p. 142
28.proces-verbaal van bevindingen, p. 143
29.proces-verbaal van bevindingen, p. 146
30.proces-verbaal van bevindingen, p. 147
31.proces-verbaal van bevindingen, p. 148
32.proces-verbaal van bevindingen, p. 149
33.proces-verbaal van bevindingen, p. 150
34.proces-verbaal van bevindingen, p. 151
35.proces-verbaal van bevindingen, p. 152
36.proces-verbaal van bevindingen, p. 153
37.proces-verbaal van bevindingen, p. 154
38.proces-verbaal van bevindingen, p. 155
39.proces-verbaal van bevindingen, p. 162
40.proces-verbaal van bevindingen, p. 163
41.proces-verbaal van bevindingen, p. 164
42.proces-verbaal van bevindingen, p. 165
43.proces-verbaal van bevindingen, p. 167
44.proces-verbaal van bevindingen, p. 168
45.proces-verbaal van bevindingen, p. 98
46.proces-verbaal van bevindingen, p. 99
47.proces-verbaal van bevindingen, p. 108
48.proces-verbaal van bevindingen, p. 110
49.proces-verbaal van bevindingen, p. 117
50.proces-verbaal van bevindingen, p. 118
51.proces-verbaal van bevindingen, p. 127
52.proces-verbaal van bevindingen, p. 128
53.proces-verbaal van bevindingen, p. 131
54.proces-verbaal van bevindingen, p. 157
55.proces-verbaal van bevindingen, p. 158
56.proces-verbaal van bevindingen, p. 159, 160, 161