Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd in / verblijvende te [verblijfplaats] .
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BESLAG
- een zwart vuurwapen van het merk Walter P22 (beslagcode G2655859);
- een zwarte patroonhouder (beslagcode G2655860);
- 3 kogelpatronen (beslagcode G2661731);
- 17 ponypacks met cocaïne (beslagcode G2655891).
10.BENADEELDE PARTIJEN
11.VORDERING TENUITVOERLEGGING
12.VORDERING HERROEPING V.I.
13.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36d, 57 en 180 van het Wetboek van Strafrecht,
- 2 en 10 van de Opiumwet; en
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
14.BESLISSING
gevangenisstraf van 7 maanden;
een gedeelte van 2 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
voorwaardengelden dat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte gedurende de proeftijd:
proeftijd van 2 jarenvast;
- een zwart vuurwapen van het merk Walter P22 (beslagcode G2655859);
- een zwarte patroonhouder (beslagcode G2655860);
- 3 kogelpatronen (beslagcode G2661731);
- 17 ponypacks met cocaïne (beslagcode G2655891).
- Verklaart [politieambtenaar 1] niet-ontvankelijk in zijn vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [politieambtenaar 2] niet-ontvankelijk in zijn vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
de tenuitvoerleggingvan de door de door het hof bij arrest van 31 oktober 2017 opgelegde voorwaardelijke
gevangenisstraf van 1 maand;
de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstellingvoor een
periode van 37 dagen.