Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke eis in reconventie;
- de zitting op 29 januari 2020, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de ter zitting overgelegde aantekeningen van Dudok;
- de na afloop van de zitting – zoals ter zitting besproken – nog toegestuurde beslissing op bezwaar d.d. 29 januari 2020.
2.Het geschil en de beoordeling
op de stellingen van partijen ingaan.
[gedaagde sub 1] c.s. verzochte voorlopige voorzieningen afgewezen, bovendien is gebleken dat in de bezwaarprocedure het bezwaar van [gedaagde sub 1] c.s. inmiddels ongegrond is verklaard.
ECLI:NL:GHARL:2016:7167).
11 september 2019) al aangegeven beëindiging van de huurovereenkomst na te streven.
anders dan [gedaagde sub 1] c.s. meent, op hem.
[gedaagde sub 1] c.s. onvoldoende in staat was weerstand te bieden aan zijn zoon en ook dat hij geen man en paard wilde noemen om zijn zoon te beschermen, maar die omstandigheden (voor zover dit het geval is) dienen in het kader van deze procedure voor zijn eigen rekening en risico te komen en kunnen niet aan Dudok worden tegengeworpen.
– indien het inderdaad om versnijdingsmiddel gaat – onweersproken gesteld dat dit samen goed is voor circa 229 gram versneden cocaïne. Cocaïne wordt als harddrug beschouwd.
Uit vaste jurisprudentie en de Aanwijzing Opiumwet volgt dat een grotere hoeveelheid dan 0,5 gram harddrugs of 5 gram softdrugs in beginsel niet wordt aangemerkt als een hoeveelheid voor eigen gebruik, maar als een handelshoeveelheid. Alleen al gelet op de substantiële overschrijding van voormelde hoeveelheden moet ervan worden uitgegaan dat de aangetroffen drugs bestemd wordt geacht voor de verkoop, aflevering of verstrekking.
zerotolerancebeleidop te treden tegen drugs (zeker als het gaat om dergelijke hoeveelheden harddrugs) staan de belangen van [gedaagde sub 1] c.s. om als huurder gebruik te kunnen blijven maken van de woning. De ontruiming van de woning is weliswaar ingrijpend, maar dat [gedaagde sub 1] c.s. hierdoor in zodanige problemen zal raken dat ontruiming niet kan worden verlangd, is door hem onvoldoende geconcretiseerd en onderbouwd.
[gedaagde sub 1] c.s. verblijft nu reeds bij zijn dochter en gesteld noch gebleken is dat hij niet langer daar, of bij zijn andere kinderen, kan verblijven tot hij een andere woning heeft.
Niet valt in te zien waarom een dergelijke kamer niet kan worden gezocht of gerealiseerd in een andere woning. Onvoldoende gebleken is dat [gedaagde sub 1] c.s. om medische of andere redenen is aangewezen om in deze woning te blijven wonen. [gedaagde sub 1] c.s. woont nu immers ook al geruime tijd bij zijn dochter.
- dagvaarding € 100,89
- griffierecht € 124,00
- salaris gemachtigde € 720,00
3.De beslissing
uiterlijk op 28 februari 2020te ontruimen en te verlaten en met afgifte van de sleutels geheel ter vrije beschikking van Dudok te stellen;
- € 120,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de voldoening;