Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 14 mei 2020, genummerd PL0900-2020148343-1, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende de verklaring van [slachtoffer 1] namens, doorgenummerde pagina’s 29 tot en met 32 (digitale nummering);
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 27 mei 2020, genummerd PL0900-2020164116-1, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende de verklaring van [slachtoffer 2] mede namens [slachtoffer 3] ,
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 14 mei 2020, genummerd PL0900-2020148343-1, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende de verklaring van [slachtoffer 1] namens, doorgenummerde pagina’s 29 tot en met 32 (digitale nummering);
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van 14 mei 2020, genummerd PL0900-2020148343-2, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende de verklaring van [slachtoffer 2] , doorgenummerde pagina’s 24 tot en met 27 (digitale nummering);
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 14 mei 2020, genummerd PL0900-2020148343-1, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende de verklaring van [slachtoffer 1] namens, doorgenummerde pagina’s 29 tot en met 32 (digitale nummering);
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van
valsgeld in de tas had gedaan. Er is dan ook geen sprake van een (straffeloze) absoluut ondeugdelijke poging, maar van een strafbare relatief ondeugdelijke poging.
‘reply zo snel alsjekan ofjegeld gaat geven of niet gaat geven’en
‘200.000 euro moet geregeld worden, anders zalje zoondoodgeschoten worden’.Uit de door verdachte verstuurde (voice)berichten kan niet worden opgemaakt dat verdachte het opzet heeft gehad op de afgifte van enig geldbedrag door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Bovendien kan het bij verdachte geen reële gedachte zijn geweest dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] over een dergelijk groot geldbedrag beschikten.
Wij observeren jullie hele familie. Wie waar en wanneer gaat en komt’en ‘
jullie huis wordt uit alle hoeken in de gaten te- houden. Er zijn genoeg ramen om jullie te schieten’.Daarbij heeft verdachte in het bijzonder [slachtoffer 2] (indirect) bedreigd, door te sturen: ‘
Wij weten waar uw zoon woont, komt en gaat’en ‘
ons plan was eerst […] jouw zoon in zijn been te schieten’.Verder heeft verdachte de auto van [slachtoffer 3] beschoten, die voor het huis stond waar [slachtoffer 1] ook woonachtig is. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de bedreiging gericht was op het hele gezin [gezin] , en verwerpt zij het verweer van de raadsman.
5.BEWEZENVERKLARING
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
Blijkens de ter terechtzitting voorgedragen slachtofferverklaringen hebben de gebeurtenissen op alle slachtoffers (psychisch) een zeer grote impact gehad en ondervinden zij nog dagelijks nadelige psychische gevolgen. Verdachte heeft met deze gevolgen in het geheel geen rekening gehouden. Daarnaast brengen dergelijke geweldsmisdrijven bij de burgers in het algemeen angstgevoelens en gevoelens van onveiligheid teweeg.
9.BENADEELDE PARTIJ
niet-ontvankelijk te verklaren. [slachtoffer 2] heeft het camerasysteem kennelijk aangeschaft ten behoeve van het huis van zijn ouders ( [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ). Uit het dossier blijkt echter dat er al een goed functionerend camerasysteem aanwezig was bij het huis van zijn ouders.
De vordering van [slachtoffer 1] moet niet ontvankelijk worden verklaard omdat aan haar, gelet op de bepleite partiele vrijspraak, geen rechtstreekse schade is toegebracht.
Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 75 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
eigen risico 2020’aan Zilveren Kruis, ook € 200,00 aan ‘
eigen risico’aan Focus Geestelijke gezondheidszorg moest betalen.
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
24 maanden;
6 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
- legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 5 jaren;
- beveelt dat verdachte
- [slachtoffer 4] , geboren op [1957] ;
- [slachtoffer 2] geboren op [1994] ;
- wijst de vordering van [slachtoffer 4] toe tot een bedrag van € 1.086,57;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2020 tot de dag van volledige betaling;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 4] aan de Staat € 1.086,57 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 20 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 8.129,36;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 mei 2020 tot de dag van volledige betaling over een bedrag van € 6.360,56 en vanaf 20 mei 2020 tot de dag van volledige betaling over een bedrag van € 1.768,80;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat € 8.129,36 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 mei 2020 tot de dag van volledige betaling over een bedrag van € 6.360,56 en vanaf 20 mei 2020 tot de dag van volledige betaling over een bedrag van € 1.768,80, bij niet betaling aan te vullen met 75 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 1.385,00;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan € 1.385,00 van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2020 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] voor wat betreft de beveiligingscamera’s af;
- verklaart [slachtoffer 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 1.385,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 23 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 1.626,57;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2020 tot de dag van volledige betaling;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 1.626,57 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 november 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 26 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;