ECLI:NL:RBMNE:2020:4370

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 oktober 2020
Publicatiedatum
13 oktober 2020
Zaaknummer
UTR - 19 _ 4507-T2
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake verlenging hersteltermijn college in bestuursrechtelijke procedure

Op 5 oktober 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een tussenuitspraak gedaan in de bestuursrechtelijke zaak met zaaknummer UTR 19/4507-T2. In deze zaak hebben eisers, waaronder de Stichting tot Bevordering van de Hockeysport en de Gooische Hockey Club, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum als verweerder. De rechtbank had eerder, op 3 september 2020, een tussenuitspraak gedaan waarin het college werd opgedragen om binnen vier weken de gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Op 2 oktober 2020 verzocht het college om een verlenging van deze termijn met één week, omdat het in zijn vergadering van 6 oktober 2020 een nieuw besluit zou nemen. De rechtbank overwoog dat verzoeken om verlenging van de termijn alleen in bijzondere gevallen worden ingewilligd en dat het verzoek gemotiveerd moest zijn en binnen de gestelde termijn ingediend moest worden. Ondanks dat het verzoek niet tijdig was ingediend, besloot de rechtbank uit proceseconomisch oogpunt om de termijn te verlengen tot en met 7 oktober 2020. De rechtbank hield verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep. Deze uitspraak is gedaan door rechter K. de Meulder, in aanwezigheid van griffier I.C. de Zeeuw-'t Lam. Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open, maar kan dit wel tegelijkertijd met een eventueel hoger beroep tegen de einduitspraak worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 19/4507-T2

tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 oktober 2020 in de zaak tussen

[eiser] ( [eiser] ), te [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: mr. ing B.M. Brandenburg-Stroo),
Stichting tot Bevordering van de Hockeysporten
vereniging Gooische Hockey Club(gezamenlijk in enkelvoud: de Gooische Hockeyclub), te Bussum, eisers
(gemachtigde: mr. V.J. Leijh)
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum (het college), verweerder
(gemachtigde: W.J. van Heek).
Eisers hebben als derde-partij aan elkaars geding deelgenomen.

Procesverloop

Bij (mondelinge) tussenuitspraak van 3 september 2020 (de tussenuitspraak) heeft de rechtbank het college in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de tussenuitspraak, met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in de tussenuitspraak, de gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Voor het verdere procesverloop verwijst de rechtbank naar de tussenuitspraak.
Met een mail van 2 oktober 2020 heeft het college de rechtbank verzocht de in de tussenuitspraak gestelde termijn met één week te verlengen.

Overwegingen

1. Alleen in bijzondere gevallen willigt de rechtbank een verzoek om verlenging van de in de tussenuitspraak gestelde termijn in. Het verzoek moet daarom zijn gemotiveerd. Ook moet het verzoek binnen de bij de tussenuitspraak bepaalde termijn worden ingediend.
2. De reden waarom het college de rechtbank verzoekt om verlenging van de termijn is dat het in zijn vergadering van 6 oktober 2020 een nieuw besluit zal nemen.
3. De rechtbank stelt vast dat het college het verzoek niet binnen de in de tussenuitspraak bepaalde termijn van vier weken heeft ingediend. Toch ziet de rechtbank uit een oogpunt van proceseconomie aanleiding om inhoudelijk op het verzoek in te gaan en de termijn te verlengen tot en met woensdag 7 oktober 2020.
4. De rechtbank neemt daartoe in aanmerking dat elke andere beslissing van de rechtbank – met name de einduitspraak waarbij het college de opdracht krijgt een nieuw besluit te nemen – naar alle waarschijnlijkheid tot een minder finale vorm van geschilbeslechting leidt.
5. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep.

Beslissing

De rechtbank:
- stelt verweerder in de gelegenheid om uiterlijk op 7 oktober 2020 de gebreken te herstellen met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in de eerste tussenuitspraak;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze uitspraak is op 5 oktober 2020 gedaan door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van mr. I.C. de Zeeuw-'t Lam, griffier.
De griffier is verhinderd de De rechter is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen uitspraak te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open. Tegen deze tussenuitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak.